Bijzonder aan De Papendallers van Jurjen Blick en Michiel Schaap over bewoners van het gelijknamige Arnhemse topsportcentrum, is de outsiderblik. Die is ook fundament van alle afleveringen van De hokjesman, meteen zichtbaar in Schaaps curieuze uitdossing, maar de distantie, deels uitgedrukt in de verbazing waarmee gekeken, gevraagd en geluisterd wordt, verschilt per ‘antropologisch’ bestudeerde gemeenschap. De ondertoon varieert: bij ‘Amelanders’ (geanimeerd geamuseerd) is die anders dan bij ‘sporters’ (licht ironisch), of bij ‘doven’ (inlevend). Het is ook nogal een verschil of je verbaasd bent over monomanie en masochisme die nodig zijn om in sport te excelleren, of over huiveringwekkende pedagogische theorieën die ertoe leidden dat dove kinderen beroofd werden van hun belangrijkste expressiemiddel, de gebarentaal. Zoals het een verschil is of je omgaat met de allersterksten of met kwetsbaren. Wat meteen gevaarlijke categorisering is, want bij de sterksten valt volop kwetsbaarheid te vinden en bij mensen met beperking volop kracht.

Dat is precies wat Schaap en Blick laten zien. De antropologen die het fundament legden voor ‘cultuurrelativisme’ (alle culturen zijn gelijkwaardig) volgen ze niet na in ‘participerende observatie’. Ze zijn passerende buitenstaanders. Maar hoe verbaasd Schaap zich soms ook toont, de kern van dat relativisme (respect als uitgangspunt; belangstelling; openheid voor wat vreemd is) speelt mee als hij op bezoek gaat bij mensen wier horizon lijkt te liggen bij slaan tegen bal, rennen, springen, fietsen tot over de rand van uitputting; of bij degenen die ‘geen genoegen nemen met één kwelling’ maar er minimaal zeven of tien opzoeken (meerkampers in de atletiek).

Meer dan door enig ander programma besefte ik welke onvoorstelbare discipline en hoeveelheid offers in de vorm van fysiek ‘afzien’ en afzien van alle denkbare geneugten voorafgaan aan de glorie van een overwinning. Maar dus ook aan de veel frequentere deceptie van de nederlaag. En ja, daarvoor moet je eigenlijk gestoord zijn, zoals de gesprekspartners zelf stellen. De sportaflevering had zelfs een kleine verhaallijn: begaafde wielrenner die net niet begaafd genoeg blijkt. Door Schaap wordt hij uitgeleide gedaan: verbannen van Papendal. De sympathie ligt bij deze aardige jongen die bereid is zich als ‘loser’ te laten filmen. Want zonder leedvermaak.

Waarlijk indrukwekkend was de Hokjesman-studie van doven en slechthorenden. Alleen al door de manier waarop de generaties werden neergezet. De tragische, die in internaten moest en zou leren spreken, letterlijk op hun handen zittend, en van wie sommigen, bejaard, zelfs geen gebarentaal tot hun beschikking hebben – geïsoleerd van zowel horenden als doven. En de jonge ‘gouden generatie’ wier handentaal als volwaardig wordt beleefd en erkend, wier kansen op voortgezet onderwijs veel groter zijn en die meer ondersteuning en hulpmiddelen tot hun beschikking hebben. Al zijn er inzake implantaten bijvoorbeeld ideologische verschillen tussen doven en Doven (de meest strijdbare variant voor wie doofheid en erkenning daarvan erezaak is). Toch maakt de eigen dovenwereld het gelukkigst. Al blijken ook doven gewone mensen: jaloers als lotgenoten te veel de horende wereld in gaan. Prachtige televisie.


Jurjen Blick, Michiel Schaap, De hokjesman, VPRO, NPO 2, vrijdags, 21.00 uur. Nog te gaan De dierenvrienden, De katholieken, De Tuindorpers. De documentaires Nieuwe helden en Zwart ijs zijn te zien op Uitzending Gemist


Beeld: De Ho _kjesma__ n_, programma van Jurjen Blick en Michiel Schaap (Stefan Heijdendal).