Er was een beeld dat me een paar dagen bezighield. De Rotterdamse CDA-leider Sjaak van der Tak die trillend van opwinding de hand staat te schudden van Pim Fortuyn, lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam. De twee hebben elkaar zojuist gevonden in een collegeakkoord voor 2002-2006. Het politieke plan waar de beide heren het over eens zijn geworden, was niet wat bleef hangen. Daarvoor was het paradoxaal genoeg te weinig verrassend. Ook de Rotterdamse PvdA zou zijn krabbel onder het program hebben kunnen zetten. Het was die opgewekte grijns van Van der Tak. Ik herinnerde me plots het pamflet dat deze Van der Tak exact een jaar geleden samen met Herman Meijer liet verschijnen. Beiden waren toen wethouder in Rotterdam, de een namens het CDA, de ander namens GroenLinks. Het schotschrift heette Een nieuwe lente en Van der Tak reikte het glimmend aan Paul Rosenmöller aan. Het begon zo: «Het gaat goed met Nederland, wie zal dat nog durven te ontkennen? De tucht van de bezuinigingen lijkt voorbij, de budgetten worden weer ruimer en zowaar: de tijd lijkt aanstaande dat de politicus weer met de geldbuidel kan zwaaien en leuke dingen voor de mensen kan doen.» Vroeger, toen kon je nog lachen.
Naast de twee Rotterdamse wethouders hadden tien andere wethouders ondertekend, allen GroenLinksers en CDAers, uit onder meer Tilburg, Hengelo, Dordrecht. Het betoog was een pleidooi tegen het paarse denken dat de hele maatschappij naar de markt wilde brengen en vóór kleinschalige initiatieven die problemen van onderwijs en zorg konden oplossen. Daarnaast was het ook een poging van het CDA zich een wat linksig profiel aan te meten en van GroenLinks zijn bestuurlijk vermogen te onderstrepen. Er gloorde tussen deze oppositiepartijen een nieuwe alternatieve politieke coalitie, luidde de breed gedragen analyse. Ik heb op deze plek daar een narrig stukje over geschreven, omdat ik me afvroeg of de brave GroenLinksers zich niet in de luren lieten leggen door het CDA. Het kan soms geen kwaad je eigen gelijk te halen.
In de zes gemeenten waar bestuurders bij de «Nieuwe Lente» betrokken waren, verloor GroenLinks dit voorjaar in totaal twee zetels. Landelijk won GroenLinks fors, 34 zetels op een totaal van 432. Het CDA won in de betrokken gemeenten drie zetels en won landelijk 86 zetels op een totaal van 2152. In de helft van de betrokken gemeenten moest GroenLinks na de verkiezingen zijn wethouders inleveren. Het CDA bleef lid van al die colleges. Het is net geen academische analyse, maar je mag stellen dat het gezamenlijk initiatief negatief uitpakte voor GroenLinks. Het CDA weet veel beter dan GroenLinks te kapitaliseren op opportunistische één-tweetjes.
Dezelfde Van der Tak die zich een jaar geleden opwond over de «doorgeschoten economisering van het leven» ondertekent nu een program waarvan cameratoezicht op straat en investeren in havens en Tweede Maasvlakte de kern vormen. Ook wordt inburgeren in de Nederlandse cultuur met een aparte paragraaf verplicht gesteld voor migranten. Maar de ideeën over «kunst
en cultuur» beschrijft het nieuwe Rotterdamse bestuur onder het kopje «economische activiteit». Je burgert dus goedbeschouwd verplicht in in de economie. Waarmee andermaal bewezen is dat je CDAers precies zo ver kunt vertrouwen als je ze kunt gooien.