New York – Amerika heeft vreemd beleid voor een natie vol immigranten, vindt Facebook-oprichter Mark Zuckerberg. Nu is dat op zich geen raar standpunt in dit land. Met tussen de elf en twaalf miljoen mensen zonder verblijfsvergunning is het duidelijk dat er iets niet in de haak is. Of dit betekent dat het eenvoudiger moet worden om Amerikaans staatsburger te worden, of juist moeilijker, en of de grenzen juist wel of niet nog strenger bewaakt moeten worden, zijn punten van voortdurend debat.

Maar wanneer Zuckerberg het over problemen met immigratie heeft, dan gaat het niet om die miljoenen illegalen. Hem gaat het juist om ’s werelds toptalent, dat onder de huidige immigratiewet vaak lastig een werkvisum kan krijgen. Om dit te veranderen heeft hij FWD.us opgericht, een belangengroep die zich inzet voor een immigratiebeleid dat de technologiesector ten goede komt. Het initiatief wordt gesteund door enkele kopstukken uit Silicon Valley, zoals Yahoo-baas Marissa Meyer en Google-chairman Eric Schmidt. Afgelopen vrijdag sloten ook de Microsoft-coryfeeën Bill Gates en Steve Ballmer zich aan. Gezien de diepe zakken van de mensen achter FWD.us is het aannemelijk dat Washington zal luisteren. Behalve voor immigratiehervorming pleit de groep ook voor extra investeringen in onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

FWD.us steunt op het idee dat de Amerikaanse arbeidsmarkt voor technici de meest concurrerende ter wereld moet zijn – iets wat tijdens de laatste presidentsverkiezingen door zowel Mitt Romney als Barack Obama werd verkondigd. De moderne economie is het industriële tijdperk immers al lang ontgroeid, zo stelde Zuckerberg eerder deze maand in The Washington Post: ‘De economie van de vorige eeuw was voornamelijk gebaseerd op natuurlijke bronnen, industriële machines en fysieke arbeid. (…) De huidige economie is heel anders. Die is voornamelijk gebaseerd op kennis en ideeën – bronnen die vernieuwbaar zijn en toegankelijk voor iedereen.’

Maar daarmee beschrijft Zuckerberg natuurlijk niet de hele economie. De muren van Facebooks data centers zijn gewoon opgetrokken uit baksteen en cement en niet uit kennis en ideeën. En voedsel komt niet zomaar uit de lucht vallen, laat staan dat het uit bits en bytes bestaat. Zo kan de wereld vanuit het visionaire Silicon Valley bezien ineens bijzonder klein lijken.