NEW YORK – Schaf de Olympische Spelen af, voorgoed! Dan zijn we van al dat gedoe af. Dat sport verbroedert is een van de grootste leugens van de moderniteit. Sport vergroot de locale, de nationale en de mondiale tegenstellingen, sport wekt de hysterie van de massa’s, sport wordt geëxploiteerd door cynische kapitalisten, sport kweekt vijandschap, sport dient de glorie van dictators. Bij de Olympische Spelen wordt dat allemaal nog erger. In 1936 wilden de nazi’s in Berlijn de superioriteit van het Germaanse ras bewijzen. In 1972 werd in München door Palestijnse terroristen van de Zwarte September Brigade een aantal Israëlische deelnemers gegijzeld en vermoord. Uit protest tegen de sovjetinvasie in Afghanistan verschenen in 1980 zestig landen niet op de Spelen in Moskou. Sinds Goebbels de waarde van de sport voor de propaganda ontdekte, worden de Spelen gebruikt als middel om de wereld de een of andere superioriteit aan het verstand te brengen. Dit jaar staan we weer voor een voldongen feit. Nu is het de beurt aan de Chinese Volksrepubliek. Die zal ons laten zien wat ze daar waard zijn.

Weer hetzelfde dilemma. Iedereen weet dat Peking de mensenrechten schendt, de Tibetanen onderdrukt en aanspraak maakt op Taiwan. De Chinese autoriteiten doen er alles aan om van het sportfestijn een wereldsucces te maken. Moeten we daaraan onze medewerking verlenen: niet alleen de atleten sturen, maar ook de politieke leiders naar de opening laten gaan en al het ceremonieel en de wedstrijden op de televisie brengen? Daarover is een aantal theorieën in omloop.

Degenen die het deelnemen van democratische landen verdedigen, gebruiken daarbij in de eerste plaats het argument dat een boycot het isolement van de dictatuur versterkt. Voor de onderdrukte Chinezen is het juist goed als ze zoveel mogelijk met mensen uit de vrije buitenwereld in aanraking komen. Vrijheid werkt aanstekelijk. Deze redenering werd ook in de Koude Oorlog gebruikt, bijvoorbeeld ter verdediging van uitwisselingen met kunstenaars uit het Oostblok. Al die contacten hebben Moskou weliswaar niet de nederlaag bezorgd, maar het communistische bewind is er misschien wel menselijker door geworden. Moeten we voor de Chinezen dan het raam naar de vrije wereld gesloten houden? Misschien is het volk met de tijdelijke aanwezigheid van de sportlui en het publiek uit de vrije wereld een beetje geholpen. Maar de geschiedenis herhaalt zich niet. De ondergang van de Sovjet-Unie heeft andere oorzaken. De commando-economie faalde, Moskou was niet meer in staat de bewapeningswedloop bij te houden, de onweerstaanbare verleidingen van het westelijk consumentisme drongen tot de volken van het Oostblok door. Toen de laatste regering van de Sovjet-Unie onder leiding van Gorbatsjov dat begreep en met glasnost en perestroika het systeem probeerde te redden, was het te laat.

Heel anders is de toestand in China. Het land beleeft een ongekende economische bloei. Volgens een artikel in The New York Times (13 april) van Matthew Forney, vroeger correspondent van Time in Peking, zijn de nieuwe generaties juist trots op hun land en zien ze politieke bemoeienissen van het Westen als pogingen om tweedracht te zaaien. Door deze jonge mensen worden de Spelen gezien als een nieuwe en verdiende triomf. Dat de regering beloofd heeft om ter wille van de atleten de atmosfeer in Peking te zuiveren, is een extra bevestiging van hun overtuiging dat het goed gaat met het land. En, schrijft Forney, vergeet niet dat deze bestuurders het land meer vrede en welvaart hebben gebracht dan hun voorgangers in de afgelopen duizend jaar.

Moeten we dus Tibet en de schendingen van de mensenrechten voor lief nemen? We geven onze kinderen ook al speelgoed ‘Made in China’, gebruiken computers idem. Wat wordt er tegenwoordig niet in China gemaakt? Waarom zullen we daar dan niet mogen hoogspringen en hardlopen? Bush neemt een soepele houding aan: hij gaat niet naar de opening, maar gaat wel later kijken. De premiers Merkel en Brown zijn strikt in de leer: ze komen niet. Balkenende, die ook aan de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven denkt, gaat wel, ook naar de opening. President Sarkozy aarzelt nog.

Dit voldongen feit van de Spelen in China heeft geen oplossing. Afgelopen week hebben we kunnen zien hoe de atavistische hocus pocus met de Olympische vlam is verlopen. In Parijs door activisten gedoofd, toch weer aangestoken, in San Francisco via een geheime route toch nog brandend gehouden. In Peking komen straks ook rellen die met harde hand worden bedwongen. Er is maar één manier om aan het dilemma te ontkomen: de Spelen opheffen. Maar dat zal het wereldvolk van de sport nooit toelaten.