
Vanuit het oude centrum van Kiev, in een anoniem flatgebouw tussen de statige witte huizen, deed advocaat Oleksandra Matviychuk acht jaar lang onderzoek naar waar de wereld sinds acht weken in geïnteresseerd is. ‘Ik heb zoveel artikelen geschreven, zoveel bewijs gepresenteerd bij internationale organisaties. Maar het was alsof niemand echt belangstelling had’, zegt ze. ‘Nu hebben we eindelijk de aandacht van de hele wereld.’
Matviychuk onderzoekt met haar bescheiden ngo Centrum voor Civiele Vrijheden mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden van Russische soldaten in Oekraïne. Vanaf 2014 betrof dat jarenlang alleen het oosten, sinds februari betreft het plotseling het hele land. ‘Direct na het begin van de invasie breidden onze onderzoeken enorm uit. Honderden vrijwilligers meldden zich om misdaden vast te leggen uit heel Oekraïne’, zegt Matviychuk vanuit Kiev. ‘Omdat het meestal mensen zijn zonder juridische ervaring focussen we op het vastleggen en verzamelen van getuigenissen. Onze eigen teams gaan ondertussen naar plaatsen als Boetsja. Het is een onvoorstelbare lijst die we al hebben aangelegd.’
Matviychuks ngo ordent het bewijsmateriaal en deelt het met elke internationale organisatie die maar wil. Dat zijn er al aardig wat: onder meer de ovse en de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties. Maar Matviychuk hoopt op meer. Op de vraag of het hoogste doel van haar werk de veroordeling van Vladimir Poetin is, antwoordt ze met een hartgrondig ‘Yes!’ Het klinkt als een vloek. ‘Ik hoop dat hij eindigt voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Of voor een speciaal internationaal tribunaal. Hij is de eindverantwoordelijke.’
Matviychuks wens was lang niet meer dan fantasie, maar als Poetin de macht in Rusland kwijtraakt, is het niet moeilijk om scenario’s te zien waarin hij eindigt achter de tralies van een Haagse cel. Maar ook als Poetin aan de macht blijft zijn er verschillende scenario’s die de Russische leider achter de tralies kunnen brengen – scenario’s waar hij de rest van zijn leven rekening mee zal moeten houden.
Stel, we zijn een paar jaar verder en Poetin vliegt voor een internationale top naar Tokio. Er is geen internationaal aanhoudingsbevel tegen hem bekend gemaakt en Japan heeft hem verzekerd dat hij veilig zal zijn. Maar bij aankomst blijkt het Internationaal Strafhof al jaren geleden een geheim aanhoudingsbevel te hebben uitgevaardigd. Japan is juridisch verplicht om de woedende president uit te leveren voor berechting in Den Haag.
Of Poetin dobbert in zijn dan weer vrijgegeven superjacht over de Middellandse Zee. De ergste woede over de mislukte invasie is uit de lucht, denkt hij. De Russische president laat aanleggen in Cyprus of Malta, nadat de regeringen daar hem hebben laten weten dat hij welkom is. Maar na een dag of twee wordt hij toch gearresteerd. Want deze landen hebben de internationale misdaad van agressie in hun wetboek opgenomen, en blijken – na een Oekraïens telefoontje dat er een vermoedelijke oorlogsmisdadiger op hun grondgebied is – tot hun schrik de Russische leider te moeten vervolgen.
Zulke scenario’s zijn niet per se waarschijnlijk en niet zonder flinke juridische hordes, maar onmogelijk zijn ze niet. En de eerste stappen naar hun realisatie zijn al gezet, zowel bij lokale ngo’s in Oekraïne als in de internationale politiek. Na de Oekraïense president Volodimir Zelenski was zijn Amerikaanse collega Joe Biden de eerste wereldleider die Poetin een ‘oorlogsmisdadiger’ noemde en opriep tot zijn berechting. De Britse premier Boris Johnson en Europese-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen deden dat ook. En de vooronderzoeken lopen al, die van het Internationaal Strafhof sinds begin maart. Hoe zouden zo’n aanklacht en rechtszaak tegen Poetin er in de praktijk uit kunnen zien?
‘Als ik aanklager van het Strafhof was, zou ik me in eerste instantie focussen op bepaalde plaatsen delict, zoals Boetsja, waar sprake lijkt van ernstige oorlogsmisdaden’, zegt Gregory Gordon in een telefonisch gesprek vanuit Hongkong. Gordon is een hoogleraar internationaal recht die als aanklager bij het Rwandatribunaal beroemde genocidezaken won tegen de eigenaren van Rwandese massamedia die hadden aangezet tot geweld. ‘Ik zou alle bewijs bekijken dat op de grond is verzameld, alles van kogelhulzen tot lichamen, verklaringen van ooggetuigen, foto’s, documenten, forensisch onderzoek. Dat zou ik ondersteunen met sociale-mediabewijs: foto’s van plaatsen delict of berichten waarin Russische soldaten refereren aan hun daden.’
Deze bewijslast tegen individuele soldaten zou alleen de basis vormen van een veel hoger lopende aanklacht. ‘Ik zou een traditionele zaak bouwen op hard bewijs, zeg maar een horizontale zaak waarin bepaalde specifieke misdaden worden vastgesteld. En dan zou ik een verticale commandostructuur vaststellen, die zo hoog mogelijk komt’, zegt Gordon. ‘Ik zou proberen bij mensen te komen die dicht bij Poetin staan, en dan proberen hen tegen Poetin te laten getuigen.’
Net als bij een criminele organisatie zouden dan de grootste vissen worden veroordeeld voor de daden van de kleinste, nadat mensen in de buurt van de baas getuigen dat hij ervan wist. Poetin zou dan worden veroordeeld voor verantwoordelijkheid voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Maar er is een probleem. ‘Er lijkt me ongelooflijk sterk bewijs te bestaan van oorlogsmisdaden in Boetsja’, zegt Gordon. ‘Maar je moet daarnaast bewijzen dat Poetin ervan wist en niets deed om ze te stoppen. Ik moet eerlijk zeggen: zo’n zaak lijkt me een long shot. Nog afgezien van alle praktische problemen – Poetin in Den Haag krijgen, om te beginnen – lijkt het me lastig om het bewijs tegen Poetin op die manier sluitend te maken.’
Dat het Strafhof toch voor zo’n juridisch lastige route zou kiezen, is geboren uit noodzaak. Oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid zijn namelijk de enige typen internationale misdrijven waar het Internationaal Strafhof jurisdictie voor heeft in Oekraïne. Rusland en Oekraïne zijn beide geen lidstaat van het Strafhof. Wel nodigde Oekraïne na de Russische inval van 2014 het Strafhof uit onderzoek te komen doen. Oekraïne heeft jurisdictie van het Strafhof over die misdrijven geaccepteerd. Maar twee andere typen internationale misdrijven waar Poetin mogelijk voor aan te klagen is vallen daar niet onder: genocide en agressie.
Om met de eerste te beginnen: ook een genocide-aanklacht tegen Poetin zou juridisch lastig zijn, denkt Gregory Gordon. ‘Genocide wordt vaak als equivalent gebruikt voor heel erge misdaden, maar het is een zeer nauw omschreven soort misdrijf dat lastig te bewijzen is. Je moet de intentie aantonen om een bevolking uit te roeien. Daar heb ik nog geen solide bewijs van gezien. Ik heb Poetin wel dingen horen zeggen die mogelijk kunnen gelden als oproepen tot genocide. Maar ook dat wordt een juridisch lastige aanklacht.’
Dat geldt niet voor de meest voor de hand liggende aanklacht tegen Poetin: die wegens agressie. ‘Bij een aanklacht voor agressie van Rusland tegen Oekraïne hoef je niet bij de basis te beginnen en naar boven te werken. Je kunt meteen bij de top beginnen, want daar komt het bevel voor een inval vandaan’, zegt Gordon. ‘Gezien Poetins ijzeren greep op de macht zal het niet moeilijk zijn om zijn aansprakelijkheid aan te tonen in een agressiezaak.’
Het probleem hierbij is dat het Internationaal Strafhof alleen jurisdictie voor zo’n aanklacht voor agressie kan krijgen via een beslissing van de VN Veiligheidsraad. En daarin heeft Rusland vetorecht. Maar er zijn andere wegen. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties kan een hybride tribunaal instellen. Individuele landen – liefst een paar maten groter dan Malta of Cyprus – kunnen de berechting op zich nemen. Of een groep landen besluit zelf om een eigen ad hoc tribunaal op te richten. Zoals na de Tweede Wereldoorlog in Neurenberg.
‘Zo’n tribunaal zou natuurlijk niet universeel worden omarmd, maar dat betekent niet dat het geen legitimiteit zou hebben’, zegt Gordon. ‘De vraag wanneer een groep landen een kritische massa bereikt, is volgens mij vooral theoretisch. Als het grootste deel van Europa en Amerika en een aantal landen in Afrika en Azië zo’n tribunaal zouden steunen, en zo’n tribunaal volgt de definities van het Strafhof, dan creëert dat een behoorlijke legitimiteit. Bovendien creëert het een werkelijkheid waarbij Poetin het risico loopt gearresteerd te worden als hij naar het buitenland reist. Het geeft een waarschuwing af.’

Het internationaal recht dat hopelijk tegen Vladimir P. in stelling wordt gebracht, heeft curieus genoeg veel te danken aan Rusland. De Verklaring van Sint-Petersburg, een verbod op kleine explosieven uit 1868, geldt als de eerste formele oorlogswet. De Eerste Vredesconferentie van Den Haag in 1899, waarop het oorlogsrecht verder werd uitgewerkt, was een initiatief van tsaar Nicolaas II. Bij de Tweede Vredesconferentie, in 1907, was de voorzitter opnieuw een Russische minister en wilde Rusland een aantal zaken vastleggen naar aanleiding van de Russisch-Japanse oorlog.
Verder werd de misdaad van agressie tijdens de Tweede Wereldoorlog geformuleerd door de joods-Russische jurist Aron Trainin, net als het concept van misdaden tegen de vrede. Agressie werd de centrale aanklacht waar het Neurenbergtribunaal gebruik van maakte: het voorbereiden en voeren van een agressieve oorlog. Rechters van het tribunaal noemden agressie de ‘ultieme internationale misdaad’. Al deze Russische initiatieven vormen een belangrijke basis van het internationaal recht.
Het Oekraïense parlementslid Oleksandr Merezhko geloofde altijd in internationaal recht. Hij gaf er les over aan universiteiten in Oekraïne, Polen en de VS en schreef er vijftien boeken over. Nu is hij parlementslid namens Zelenski’s partij Dienaar van het Volk en voorzitter van de parlementscommissie voor Buitenlandse Zaken. ‘Ik geloofde tot aan de invasie niet dat Rusland het zou doen. Ik kon me gewoon zo’n flagrante schending van het internationaal recht niet voorstellen’, zegt hij in een beeldgesprek vanuit zijn huis in Kiev.
Merezhko zou al snel veel flagrantere schendingen te zien krijgen. Hij zat bij de eerste lichting parlementariërs die de voorsteden Boetsja en Irpin bezocht na de wreedheden daar. ‘Vooral Irpin was een rustig, mooi stadje. Ik gaf er les op de universiteit’, zegt hij. Nu bezocht hij de massagraven, met mensen in zwarte zakken, en de ‘brug des doods’ met een rij auto’s erop. Behalve het massagraf bleef ook een auto met een papieren rood en wit kruis erop in zijn herinnering steken. ‘Waarschijnlijk reed er een arts in of werden er gewonden in vervoerd. Ze hoopten kennelijk dat een rood kruis bescherming zou bieden. Maar zo’n oorlog is dit niet.’
Wat betreft de juridische opties om achter Poetin aan te gaan zou Merezhko geen keuze maken: hij zou ze allemaal tegelijk gebruiken. ‘Vooral van grote landen met veel opsporingsmiddelen hoop ik dat ze snel een nationale rechtszaak tegen Poetin aanspannen. In veel landen is het voor de vervolging van oorlogsmisdaden niet nodig dat een verdachte zich in het land bevindt’, zegt hij. ‘Maar vervolging via een internationale rechtbank lijkt me altijd te verkiezen boven een nationale, omdat de jurisdictie groter is. Het Internationaal Strafhof zou ik dan ook snel laten doen wat het kan, al moet het aanklachten voor agressie en genocide dan laten liggen.’
Van de opties om Poetin daarvoor te vervolgen, heeft Merezhko de voorkeur voor een Neurenbergachtig tribunaal, boven een tribunaal dat door de Verenigde Naties wordt ingesteld. ‘De regels van de VN voor zo’n tribunaal zijn nogal vaag en niet erg hard’, zegt hij. ‘Een Neurenbergachtig tribunaal zou veel effectiever kunnen handelen. En het heeft een ander groot voordeel. Het Strafhof kan alleen individuen aanklagen, zo’n tribunaal ook organisaties. In Neurenberg werden naast hoge nazi’s de Duitse staat aangeklaagd en zes organisaties, zoals de SS en Gestapo. De leden ervan konden toen in lagere rechtbanken worden veroordeeld. Dat zou ook moeten gebeuren met Poetins regime en met Russische organisaties als de inlichtingendienst fsb.’
In de hypothetische rechtszaak tegen Poetin, andere Russen of organisaties zou telkens een voorspelbaar format worden gevolgd. De aanklagers zouden hun openingsbetoog houden, daarna zou de verdediging een betoog houden, waarna de aanklagers hun bewijs zouden presenteren en de verdediging haar tegenbewijs, vervolgens zouden rechters uitspraak doen. Ondanks het zich opstapelende bewijs van Russische oorlogsmisdaden is dat geen gelopen race: zo eindigde bij het Internationaal Strafhof de helft van de afgeronde zaken in vrijspraak of afwijzing van de aanklacht. Wat kunnen we verwachten van de Russische verdediging in zulke strafzaken, en wat zouden de kansen daarvan zijn?
‘Als Poetin of Rusland wordt aangeklaagd voor agressie, zal de verdediging dezelfde tactiek gebruiken die Rusland nu publiekelijk al gebruikt’, zegt de Russische jurist Gleb Bogush. ‘Dat betekent: het ontkennen van de feiten, het rechtvaardigen van de inval en het geven van what about-argumenten, die stellen dat de VS en andere landen het internationaal recht ook hebben geschonden.’
Bogush werkt aan de prestigieuze hse-universiteit in Moskou, maar is bezig aan een onvrijwillig lang verblijf in Uppsala. Hij vertrok naar Zweden als gastdocent. Eerst kon hij niet terugkeren vanwege Covid-19 en nu vanwege de Russische invasie in Oekraïne. Terugkeren heeft vanaf nu ook risico’s, want Bogush sprak zich al jaren geleden uit voor internationale vervolging van Rusland voor het neerhalen van de mh17, en hij is kritisch over de huidige oorlog. ‘Op mijn universiteit zijn al docenten aangegeven door een collega of studenten’, zegt hij vanuit Uppsala. ‘Maar de verantwoordelijkheid nemen voor wat in Oekraïne gebeurt, het steunen van de principes van rechtsvervolging, is een plicht voor iedereen, ook voor de Russen.’
De Russische verdediging zal vanuit juridisch oogpunt tamelijk zwak zijn, denkt Bogush. ‘De eerste verdediging, het ontkennen van de feiten, zal niet standhouden. Er ís natuurlijk veel bewijs voor agressie en oorlogsmisdaden, en het feitenrelaas van Rusland daarover staat heel ver af van dat van andere landen. Bovendien heeft Rusland geen onafhankelijk, feiten vaststellend instituut. In 2019 verliet Rusland de Internationale Commissie voor Feitenonderzoek die mensenrechtenschendingen vaststelt. Dat maakt het makkelijk voor Rusland om publiekelijk feiten te ontkennen, maar maakt ook dat het land juridisch zwak staat.’
De tweede verdedigingslijn, dat de inval gerechtvaardigd was, heeft volgens Bogush net zo weinig kans. ‘In het internationaal recht is geweld alleen gerechtvaardigd bij zelfverdediging of tegen een imminente aanval’, zegt hij. ‘Dat zal onbewijsbaar zijn. Want die aanval was er niet, en de twee landen die volgens Rusland werden aangevallen, Loehansk en Donetsk, worden door niemand als land erkend.’
De derde verdedigingslijn belooft weinig beters. ‘Als Rusland aanvoert dat de VS en andere landen ook het internationaal recht schonden, zegt het in feite: deze aanklacht is hypocriet’, zegt Bogush. ‘In sommige opzichten heeft Rusland een punt, al zitten er veel valse equivalenten bij de zaken die Rusland aanvoert. Maar zulke argumenten zijn vooral retorisch sterk, in het publieke debat. Als juridisch argument is het zeer zwak om te claimen dat iemand anders het ook deed. Een aanklacht vanwege agressie, kortom, ziet er voor Rusland slecht uit.’
De bezwaren tegen berechting van Vladimir Poetin zijn daarom ‘vooral praktisch, niet juridisch’, denkt Bogush. ‘Als Poetin in Den Haag terecht zou komen, op welke manier dan ook, dan is het geen bezwaar dat hij als president immuniteit geniet. De bepalingen van het Internationaal Strafhof zijn daar heel helder over. De hoofdaanklager is erg goed en heeft mensen met veel ervaring om zich heen. Als hij direct een zaak voor oorlogsmisdaden begint, zou een ad hoc tribunaal kunnen volgen dat hem voor agressie aanklaagt.’
Snelheid – dat thema komt bij de juristen die over een mogelijke zaak tegen Vladimir P. spreken steeds terug. Bij internationale rechtszaken is er steeds de discussie over snelheid versus zorgvuldigheid: de wens om na ernstige misdaden niet jarenlang te wachten op gerechtigheid en om niet het risico te lopen dat een verdachte sterft – zoals de Servische ex-president Slobodan Milosevic tijdens zijn proces in Den Haag. En anderzijds de horror dat een proces tegen Vladimir P. zou mislukken.
In Poetins geval neigen de juristen allemaal naar het eerste. ‘Er bestaat een cirkel van straffeloosheid rondom Poetin. Hij werd nooit gestraft voor misdaden in Tsjetsjenië en Georgië, niet voor misdaden tegen journalisten en activisten in eigen land, en niet voor de oorlogsmisdaden in Syrië’, zegt juriste Oleksandra Matviychuk. ‘Het was zo zwaar om jarenlang bewijs te verzamelen voor misdaden in het oosten van Oekraïne, en om te zien dat er alleen maar nieuwe misdaden bijkwamen. De stilte rond de misdaden van Vladimir Poetin moet doorbroken worden.’