
Bestaat er zoiets als quarantaine-muziek? Het geluid van de vier muren, de soundtrack bij sociale onthouding? Dat zou dan muziek moeten zijn die geen aanspraak maakt op de interactie, die niet uitnodigt tot enig groepsgevoel, waarbij de buitenwereld niet lonkt, de lokroep van de festivalweide niet alvast klinkt. Muziek die naar binnen is gericht.
Myopia, het nieuwe album van de Deense (maar in Berlijn woonachtige) Agnes Obel, zou er zonder meer voor in aanmerking komen. Gewijd is de stemming, weelderig zijn de koren, grijs is de toonkleur, een gedwongen focus op zicht in de nabijheid van de naamgever.
‘Island of Doom’, dat als eerste single het album vooruit ging, is een meesterlijk nummer: de strijkers tokkelen zacht, Obels stem landt er niet volledig op, maar zweeft ergens in de lucht, wordt vervormd als ze ‘When the lights fade out’ zingt, en laat zich pas vangen in feeërieke koorzang. Dat vervormen van Obels stem in ‘When the lights fade out’, met uitschieters naar een stem die uit een fantasy- of horrorfilm zou kunnen komen, kan tamelijk moeilijk worden omschreven als fraai; vermínken is eigenlijk een correcte omschrijving. Maar niet alleen past het bij de onheilspellende tekst (‘For the road of your mind will eat you up/ On your island of doom/ Where the voices all have gathered up/ To a choir of fools’), ook laat het nummer zich niet ontregelen door invloed van buiten, daarvoor is het te sfeervast.
Het is onmogelijk naar Obel te luisteren zonder niet een keer terug te denken aan Kate Bush of aan Tori Amos. Maar wanneer het donker ronduit zwart wordt in het titelnummer, komt een heel ander referentie op, dan komt de meesterlijke film Under the Skin (2013) weer in herinnering, met Scarlett Johansson die mannen het zwarte onheil inlokte. Vooral wanneer Agnes Obel zingt: ‘Have you ever/ Gone into my myopia/ Think of a subtle way/ To let it go’. Wanneer ze iets later het woord ‘drip’ herhaalt, is Under the Skin terug onderweg naar de dvd-speler.
Nooit op het album verheft ze haar stem, of zet ze vet aan; Myopia suddert voort in onderkoelde beheersing, instrumenten verliezen hun individuele herkenbaarheid en lossen vloeiend op in het geluid. Broken Sleep klinkt niet naar een nachtmerrie, maar naar een droom. Tot die zinnen helemaal op het eind, net voor de strijkers het nummer smoren, hoog en bijna onverstaanbaar gezongen: ‘Take my word for it/ Ooh, in the dark/ In the dark, words can follow’.
Ze komt ook spelen, Obel, in TivoliVredenburg, in 013, op Rock Werchter, in het Amsterdamse Bos. Maar deze tijden vragen ook om zelfbeheersing in voorpret. Dus genoeg over wat hopelijk nog komt, maar misschien ook niet; eerst en vooral is er nu Myopia, een album dat de tijd laat bevriezen, en daarmee onze huidige dagen in muziek vangt.
Agnes Obel – Myopia (Rough Trade)