Er bestaan live-albums die een volledig oeuvre niet alleen samenvatten, maar zelfs bijna overtroeven. Die een energie hebben, een dynamiek, een levendigheid, die in een studio gewoonweg niet valt vast te leggen. Live and Dangerous van Thin Lizzy. Frampton Comes Alive! van Peter Frampton. Alive! van Kiss. Live at Fillmore West van Aretha Franklin. Live! van Bob Marley & The Wailers. Live at Apollo van James Brown. Live 75-85 van Bruce Springsteen. At Folsom Prison van Johnny Cash. Stop Making Sense van Talking Heads.

Little Steven and the Disciples of Soul, Soulfire Live! © jo lopez

Little Steven zal die klassiekers allemaal kennen, van openingsapplaus tot toegift. De gitarist van Bruce Springsteen, diskjockey, acteur (Sopranos, Lilyhammer), activist (hij was de man achter Artists United Against Apartheid) doneert de opbrengsten van zijn huidige tournee aan een stichting die zich inzet voor muziekonderwijs op Amerikaanse scholen. De geschiedenis van de muziek is de geschiedenis van het land, betoogt Steven: leer scholieren die van Jay Z houden wat zijn muziek te maken heeft met die van James Brown, met Martin Luther King en Malcolm X, met de rassenwetten en de slavernij.

Met zijn vijftienkoppige band Disciples of Soul (een van de beste bandnamen aller tijden) doet hij precies dat tegenwoordig live: hij bouwt avond na avond een museum voor de geschiedenis van rock en soul. Het levert een spetterende show op, met fantastische nieuwe accenten op zijn oude werk: de rocker Salvation verliest opeens, door die vijf blazers, alle hoekigheid en swingt de pan uit, net als de latino-rockhit Bitter Fruit, die nu kan terugvallen op die blazers, drie zangeressen en een percussionist. Het spelplezier spat er vanaf.

Little Steven kondigt aan het begin van zijn optreden aan dat muziek centraal zal staan, niet zoals vroeger politiek, maar zijn engagement laat zich niet verdringen. Hoogtepunt daarvan is de combinatie van drie reggaenummers: Solidarity, Leonard Peltier (voor en over de al decennia gevangen Amerikaans-Indiaanse activist) en het vaak gecoverde, onverwoestbare I Am a Patriot.

Alle valkuilen van de vele live-albums die níet klassiek werden (te veel bijgeslijp in de studio achteraf, te weinig hoorbare publieksbijval en -interactie): Little Steven heeft ze weten te vermijden. Soulfire Live! is een fabuleus livedocument, het doet wat het ultieme live-album doet: je het gevoel geven dat je erbij bent, en tegelijk laten wensen dat dit hier en nu werkelijk zo is.

In Until the Good Is Gone, Little Stevens mooie jongensboeknummer over de periode waarin hij samen met Springsteen en Southside Johnny een krot huurde zonder geld, verwoordt hij in zijn speech tot het publiek precies wat de verbindende, helende kracht van livemuziek is, wanneer hij ze voorhoudt dat ‘outside these walls the world is going fucking crazy’. En dus is het belangrijker dan ooit ‘to gather in cathedrals like these for a little spiritual nourishment’. Prachtig: de popzaal als kathedraal. ‘And there ain’t no spiritual nourishment like real live music.’ Daar is maar één antwoord op mogelijk: yeah. En precies dat roept het publiek vervolgens ook.


Little Steven, Soulfire Live!, op Spotify, Deezer, et cetera. Later deze zomer op vinyl en cd.

Little Steven and the Disciples of Soul spelen 6 juli in het AmsterdamseBos