Ik houd van columns die in een café beginnen, dus bij deze. Het was een van die dagen die het midden hield tussen zomer en herfst, en vanaf een terras zag ik een blonde gestalte voorbij fietsen. Grote zonnebril, een hond aan een riem, een met een glanzende vacht, een Rhodesian Ridgeback. Hij rende voor haar uit, ijverig, alsof hij haar trok. Dreyfus, dacht ik, want ik verzin graag namen voor honden. En ik dacht: ik ken haar.

Een geheugenpaleis aan oud-klasgenoten, tennispartners en oud-stagiaires trok voorbij totdat ik besefte dat ik haar helemaal niet kende. Niet persoonlijk. Ze had aan Idols meegedaan. Dat seizoen dat door Boris werd gewonnen. Een blond meisje met een symmetrisch gezicht en een tandpasta-lach dat op het hoogste niveau had gehockeyd, rechten studeerde, of geneeskunde, iets in ieder geval waarvan ik toen al dacht: ben jij niet te slim om aan Idols mee te doen? Daarna: een paar hitjes, musicals, de titelsong van Floris, deelname aan Sterren dansen op het ijs, niet eens zo heel lang geleden zapte ik langs een tv-kanaal waar ze pay-per-view-films aanprees. Maar hoe heette ze? En wat is er eigenlijk met Boris gebeurd?

Roem is een vluchtig iets. Miljoenen kijkers zien je tweede worden bij Idols en jaren later fiets je met je hond langs een café en de columnist kan zich je naam niet herinneren. Maar die roem houdt zijn gevolgen. Het is een louter voorwaartse beweging, je kunt niet meer terug; je bent zichtbaar op een manier die je niet kun afschudden (ik was vakkenvuller bij een drogist waar een kassamedewerker de Privé belde toen Leontine Borsato daar een zwangerschapstest kocht), je kunt hooguit vergeten worden, maar dat heb je zelf niet in de hand. Je moet er iets mee.

En dat kan. De website waar ik deze maand te veel arbeidsuren aan heb verloren heet cameo.com. Hij is net gelanceerd. Op de site staan duizenden Amerikaanse, maar ook Europese acteurs, sporters, ‘mediapersoonlijkheden’, porno-actrices en rappers die je kunt inhuren voor een ‘shout-out’. Je kunt ze een tekstje opsturen à la ‘Hee Sugar, gefeliciteerd met je nieuwe baan’ en zij spreken dat dan in, waarna je die videoboodschap cadeau kunt doen aan die persoon.

‘Het is de crème de la crème van de D-garnituur,’ appte een vriend, en inderdaad

‘Het is de crème de la crème van de D-garnituur’, appte een vriend van me, die er eentje uitzocht voor zijn collega. Inderdaad: Tommy Lee, Flavor Flav, Heidi Montag, Denise Richards. Vergeten sterren. Steve-O, Montell Jordan, de ‘Soup Nazi’ uit Seinfeld. De Soup Nazi, dacht ik. Die leeft ook nog. En aangezien Seinfeld al dertig jaar wordt uitgezonden, wordt die man al dertig jaar met regelmaat aan zijn enige rolletje herkend. Slim dat hij er nu geld aan verdient. Zestig dollar per bericht. Hij reageert meestal binnen vier uur, vermeldt cameo.com. Anderen zijn goedkoper, 20 dollar, 25 dollar.

Sommige videoboodschappen duren tien seconden, andere duren minuten. Sommige deelnemers praten in hun telefoon terwijl ze achteruit aan het parkeren zijn. Bij iedereen denk je: willen ze dit wel? Zien we hier niet de kater van een kortstondige beroemdheid, van mensen die niet succesvol genoeg zijn om echt een acteur te zijn, maar niet onbekend genoeg om een gewoon leven te leiden? Is dit niet de gevangenschap die roem oplevert? De vrouw op de fiets: was zij niet liever gewoon verdergegaan met haar studie, met hockey? Dan had ze bij het Nederlands team gezeten dat in Beijing goud had gewonnen, was ze nu advocaat of arts geweest – was ze dan gelukkiger geweest?

Het vreemde was dat hoe verder ik op cameo.com omlaag scrolde, hoe minder vergeten de sterren werden. Brett Favre, de Johan Cruijff van American football, staat ertussen voor vijfhonderd dollar. Raplegende Ice-T kost 450 dollar. Caitriona Balfe, de ster van Netflix-hit Outlander, 275 dollar. Caitlyn Jenner, transgender-icoon en de stiefmoeder van de miljardairsfamilie Kardashian/Jenner vraagt 2500 dollar. Ik keek bij sporters. Meteen een bekend gezicht. Philippe Gilbert. Gilbert won vier keer de Amstel Gold Race, pakte etappes in de Giro, de Tour en de Vuelta, was wereldkampioen, won de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, Lombardije, dit jaar nog won hij Paris-Roubaix, hij hoeft alleen nog Milan-San Remo te winnen en hij heeft alle wielermonumenten op zijn naam, de man is nu al een fietslegende, ik neem hem altijd op in mijn online tourselecties. En nu: 49 dollar voor een videoboodschap.

Ik klikte er eentje aan. ‘Hoi Lewis, dit is Philippe Gilbert, ik wilde je een gelukkige veertigste verjaardag wensen. Mooie leeftijd. Ik ben er ook bijna. Ik hoorde dat je zelf ook fietst…’

Echt contact is niet de bedoeling, schreef Connie Palmen over haar beroemdheid. Die was namelijk éénrichtingsverkeer. Opeens zag ik nu het omgekeerde. Gilberts video’s waren niet pijnlijk, maar juist, tegen alle verwachtingen in, lief. Hij sprak een beetje verlegen in de camera, probeerde er in elk filmpje iets van te maken, een lijntje tussen hemzelf en de persoon die hij toesprak te verzinnen. Ik klikte er nog een paar aan en veel meer waren er onhandig en menselijk. Dit waren niet mensen die opgesloten zaten in hun beroemdheid, maar die eruit braken. Echt contact. Bijna.