Aan wie hebben de Italianen die mooie uitslag van de verkiezingen van zondag te danken? In de eerste plaats aan de grote verliezers zelf. Arrogantie en agressie lonen niet altijd, en de gebakken lucht van holle beloften wordt tegenwoordig ook in Italië herkend. Bovendien zou het tussen Berlusconi en Fini binnen de kortste keren slaande ruzie zijn geworden. Want Berlusconi is een Thatcher in het kwadraat, terwijl Fini zijn politieke nest niet kan vergeten en dus een sterke, autoritaire staat wil, met zoveel mogelijk staatsbedrijven onder zijn politieke controle.
Berlusconi’s lijf-opiniepeiler Gianni Pilo werd in zijn eigen kiesdistrict verslagen. Zo was er meer dat hij niet had voorzien, en zijn baas dus ook niet. Zoals de sterkte van de ex-bondgenoot Liga Noord, de aantrekkingskracht die de orthodox-neofascistische partij bleek uit te oefenen op Fini,s neo-fascisten, de massale voorkeur van de huisvrouwenorganisaties voor centrum-links.
En wat de begaafde enquêteur evenmin had voorzien, was de impact van Romano Prodi. Hij is een man zonder charisma en doet geen spectaculaire beloften, maar hij weet wat haalbaar en vooral wat onhaalbaar is. Hij is het tegenovergestelde van een gladde verkoper. Hij woont in een gewoon huis en niet in twaalf droomvilla’s. En hij blijkt een vrijwel vergeten politieke deugd te bezitten: hij laat zich leiden door de belangen van de gemeenschap. Een anti. Berlusconi dus, de nieuwe premier van Italië. Met Prodi’s alliantie Olijf komt voor het eerst links aan de macht. De politieke kinderen van de communistische partij is het dus eindelijk gelukt wat hun vaderen steeds is ontzegd: deelname aan de regering. Aan de eeuwige oppositie is een eind gekomen. Na nederlaag op nederlaag, na vallen en opstaan, en opnieuw vallen en toch weer opstaan, hebben ze het doel bereikt waar ze jarenlang nooit echt in hebben geloofd. En dat kunnen ze waarschijnlijk nog steeds niet.
Er kan met de regering-Prodi natuurlijk nog van alles misgaan. Denk maar aan de niet-malse tegenstellingen tussen de partijen van de Olijf, waar veel voormalige vijanden niet van het ene moment op het andere dikke vrienden worden. Denk aan al die figuren die experts zijn in politieke omkleedpartijen en die sinds jaar en dag bereid zijn de knecht van iedere meester te zijn. En dan de hypotheek die de arbeideristen van de Communistische Herstichting kunnen leggen op de regering Prodi, of de onvoorzienbare grillen van Liga-leider Bossi.
De bespiegelingen daarover stellen we maar even uit. Want op dit moment is het belangrijker dat de regels van het politieke gekkenhuis niet meer de norm zijn en dat normale mensen de macht gaan overnemen.
Het is niet gezegd dat ze succes zullen hebben, en niemand garandeert dat het gekkenhuis lang dicht blijft. Maar een beetje rust, al is het maar tijdelijk, kan absoluut geen kwaad.