
Met mijn keukenmonteur had ik een boeiende discussie over cryptomunten, dropshipping en andere binnendoorweggetjes richting rijkdom. We fantaseerden over wat we zouden doen als er morgen vier miljoen euro op de bank stond. En hij vertelde me in welke bedrijven je moet investeren (PostNL is drie keer niks, ING gaat best lekker, Shell is top).
Even afgezien van klimaatoverwegingen geef ik hem geen ongelijk. Beleggen brengt risico’s met zich mee, waarschuwen toezichthouders vroom. Wie met de huidige inflatie (acht procent) zijn pensioengeld op een spaarrekening stalt (een half procent rente) verliest echter hoe dan ook. Toch knaagde er iets na al die verhalen over kennissen, influencers en andere geluksvogels die een fortuin verdienen met − ja, met wat eigenlijk?
Onze overheid lanceert de ene na de andere pr-campagne om jongeren ervan te overtuigen dat ze een vak moeten leren. Liefst in de techniek. Ondertussen weigert zij zelf het goede voorbeeld te geven. Ministeries en uitvoeringsorganisaties zoeken tienduizenden nieuwe ambtenaren, maar in slechts elf procent van de beleidsvacatures wordt vakinhoudelijke kennis of ervaring gevraagd. De voorkeur gaat uit naar generalisten met heel veel ‘politieke sensibiliteit’, zo bleek uit onderzoek van De Groene.
Tegelijkertijd prikkelt de fiscus de zucht naar snel rijk worden. Inkomen uit noeste arbeid wordt aanzienlijk zwaarder belast dan euro’s verdiend met vermogen, zoals aandelen, pandjes of de Bitcoin. Om maar te zwijgen over de subsidie op huizen-kopen-met-schuld genaamd hypotheekrenteaftrek. ‘De sterkste schouders dragen dus niet de zwaarste lasten’, concludeerde het Centraal Planbureau vorig jaar in een onderzoek.
Je kunt, met andere woorden, jaar in jaar uit hard werken voor een modaal inkomen van veertigduizend euro per jaar. Als onderwijzer, verpleegkundige, bouwvakker. Of je voegt je bij het uitdijende leger dat gokt op die ene klapper. Dat vanaf de zijlijn van de economie staat te roepen en te schreeuwen zonder zelf vuile handen te maken.
Het resultaat is een maatschappij gedomineerd door anti-specialisten die voor een groot deel snel willen binnenlopen. Waarin ambtenaren voor elk inhoudelijk probleempje Berenschot of KPMG moeten inhuren. Net als in de commerciële sector, die bovendien steeds vaker geleid wordt door private-equityfirma’s. Voor hun managers doet het er weinig toe of er kinderwagens (Bugaboo) of medicijnen (Norgine) de fabriek uit rollen. Een bedrijf is een bedrijf, spreadsheets zijn spreadsheets en winst is winst.
Ik moest denken aan John Kenneth Galbraith, de Amerikaanse econoom die ooit zo levendig schreef over de beurscrash van 1929, toen volgens de anekdotes zelfs taxichauffeurs met beleggingsadvies strooiden (of keukenmonteurs, maar dat is mijn eigen invulling). In een ander boek, The New Industrial State, sprak hij eind jaren zestig van de ‘technostructure’. Die toplaag van professionals en managers met zeer specialistische kennis zou de macht in het bedrijfsleven hebben overgenomen. Dat ging ten koste van de oude elite van aandeelhouders, rijke families en entrepreneurs.
Nu gebeurt het omgekeerde. We zijn getuige van de wraak van de generalist. De beleggers, durfinvesteerders, bedrijvendokters en crypto-speculanten-die-STAP-opleidingen-aanbieden. Mensen met zakelijk instinct, kortom, die nergens werkelijk verstand van hebben. Tekenend is het inmiddels fameuze TikTok-filmpje waarin een piepjong cryptobeleggertje schampert over zijn economiedocent. ‘Die verdient dan 2k, misschien max 3k per maand, en ik verdien 10k. Om dan naar hem te moeten luisteren hoe alles werkt…’
Ik overdrijf, ongetwijfeld, maar er zijn momenten dat ik oprecht vrees voor een land waarin niemand meer écht iets kan. Waarin de ene helft van de bevolking geld met geld probeert te maken, terwijl de andere helft hun van advies dient. Plus ikzelf, iemand die zijn brood verdient door daar dan weer een stukje over te schrijven.
Dat kan. Uiteindelijk is economie een vorm van bezigheidstherapie. Je kunt je opwinden over wat wijlen David Graeber ‘bullshitbanen’ noemde, maar zolang mensen bereid zijn hier meer en meer voor te betalen, groeit het bbp. Ik vraag me alleen af waar in dit rentenierskapitalisme de specialisten blijven die de ASML’s en DSM’s van Nederland draaiende houden. En wie straks in hemelsnaam mijn keuken moet monteren.
Reageren? haegens@groene.nl