Aan het eind van de middag sta ik op het punt de onderwijzersschool in Ayotzinapa te verlaten als een luxe witte terreinwagen in een stofwolk aan komt scheuren. De inzittenden hebben een sjaal voor het gezicht gebonden om herkenning te voorkomen. ‘Waar kom jij vandaan?’ roept de bijrijder agressief. ‘Nederland.’ ‘Hmm, oké.’ De auto rijdt het schoolterrein op, met in zijn kielzog het object van de nervositeit: een enorme truck met oplegger, aan weerszijden beschilderd met een reclame voor frisdranken. Goh, de studenten hebben een glaasje fris besteld.

De twee voertuigen verdwijnen achter het hoofdgebouw van de school. Een kwartiertje later scheurt de witte wagen weer naar buiten, met achter zich aan de truck maar nu zonder oplegger, de bestuurderscabine gaat er in z’n eentje vandoor. Geen van de tientallen studenten die hier op dit moment rondlopen, trekt zich iets aan van het tafereel. Eentje ziet echter mijn verbaasde blikken en zegt grijnzend: ‘Decomisado (in beslag genomen).’ De ‘confisqueringscommissie’ van de studenten heeft de trailer simpelweg aangehouden op een doorgaande weg in de buurt, de chauffeur naar huis gestuurd en de buit naar hun eigen onderkomen gebracht.

Wanneer ik later vertrek zie ik dat de smalle stoffige toegangsweg naar de school is geblokkeerd met grote rotsblokken, neergevlijd door een professionele graafmachine die ongetwijfeld eveneens in beslag is genomen. Naast de barricade die moet voorkomen dat de politie binnenvalt, laten twee postende studenten met een pick-uptruck me via een korte omleiding passeren.

De Escuela Normal Rural Raúl Isidro Burgos in Ayotzinapa maakt deel uit van een keten die gesticht is in de jaren dertig van de vorige eeuw tijdens de onderwijshervorming van de linkse president Lázaro Cárdenas met als doel de jongeren uit de treurigste streken van Mexico zelf een hoofdrol te geven in het basisonderwijs van hun streekgenoten. De school, die zichzelf aanprijst als ‘de wieg van het sociale geweten’, ligt aan het einde van een afslag de bergen in, een half uurtje van Chilpancingo, de hoofdstad van de staat Guerrero.

Het complex is sterk vervallen; door het uitblijven van overheidssteun overleeft de onderwijzersopleiding op zijn tandvlees. Op een terrein aan de achterkant is het grondwerk van een nieuwbouwpand te zien, maar het werk ligt al een eeuwigheid stil wegens geldgebrek. Nu het drama van de 43 verdwenen studenten Mexico in zijn greep blijft houden heeft de federale overheid plotseling nieuwe miljoenensubsidies aan deze en de zestien andere ‘normalista’-scholen in het land aangekondigd. ‘Ze willen ons afkopen’, schampert tweedejaars Carlos. ‘Geld voor doden.’

De school is in werkelijkheid een klein dorp met een allegaartje van vervallen gebouwen, leslokalen, slaapzalen en in het centrum een basketbalveld. Op het veld staan 43 stoelen opgesteld, elk met het portret en de naam van een van de 43 verdwenenen. Present is ook een afbeelding van een schildpad. ‘Ayotzinapa’ is een woord in de inheemse Náhuatl-taal en betekent schildpad. Het symbool staat echter ook voor gerechtigheid, want die is ‘net als de schildpad, langzaam maar onverzoenlijk’.

Gesport wordt hier al lang niet meer. Het basketbalveld is omzoomd met spandoeken met revolutionaire teksten en aan de achterkant van een groot podium zijn muurschilderingen met de ouderwetse hoofden van Marx, Engels, Lenin en, uiteraard, Che Guevara. Het doet sterk denken aan een kruising tussen een klassiek westers studentenhoofdkwartier uit de jaren zestig en een soortement van basiskamp van een guerrillabeweging.

In een van de gebouwen met slaapkamers huist het ideologisch hart van de school, het Comité voor Politieke en Ideologische Oriëntatie (copi), eind jaren vijftig opgericht door de bekendste leerling van de school, Lucio Cabáñas, kort voor hij de wapens opnam en een guerrillabeweging in Guerrero begon. Hier tref ik Omar García, de huidige leider van het copi. Hij onderstreept dat het bloedbad in Iguala waarbij zes doden vielen en de verdwijning van de 43 studenten heel direct gericht waren tegen de ideologische structuur en leiding van de school: één van de 43 was lid van het Comité van Studentenstrijd, het hoogste bestuursorgaan van de school, en tien anderen waren ‘politieke activisten in opleiding’ van het copi. De school van Ayotzinapa vormt niet alleen nieuwe dorpsonderwijzers maar vooral ook nieuwe sociale activisten.

Ondanks alle officiële verklaringen dat de verdwijning op 26 september 2014 het werk was van een samenspel tussen criminele bendes en door hen betaalde plaatselijke politiemannen, op instigatie van de criminele burgemeester, zijn er de afgelopen weken veel documenten, videobeelden en getuigenissen boven water gekomen waaruit blijkt dat de federale politie direct betrokken was bij de acties.

volgens omar garcía was zijn school aangewezen om ten minste twintig autobussen ‘binnen te halen’ voor het vervoer van studenten naar de grote demonstratie van 2 oktober in Mexico-Stad. Voor ze naar Iguala trokken hadden ze er al acht ‘veroverd’ en die avond gingen ze op zoek naar meer. De studenten waren absoluut niet van plan een toespraak van de criminele echtgenote van de criminele burgemeester te verstoren, zoals de officiële versie luidt. De bussenjacht, die in de afgelopen jaren tot een min of meer traditionele actie van de studenten in Guerrero is uitgegroeid, liep deze keer volkomen fout af omdat zij werden opgewacht door een politiemacht op oorlogspad.

Op het revolutionaire plein van de school staan enkele moeders van de verdwenen 43 te koken. Tegenover hen ligt een grote berg met pakken rijst en bonen, waarschijnlijk in beslag genomen, hoewel er ook briefjes bij sommige producten hangen waaruit blijkt dat ze geschonken zijn door solidaire groepen. De organisatie is strak. Er zijn comités voor de schoonmaak, voor de pers, voor de voorbereiding van de ‘activiteiten’ zoals ze de uitstapjes van groepen studenten noemen naar een demonstratie, confisquatie van vervoermiddelen, een protestbijeenkomst of een bezetting ergens in het land.

De studenten hebben comités voor de schoonmaak, de pers, voor confisquatie van vervoermiddelen en voor bezettingen

Dat er een journalist vrij rondloopt is niet echt een bezwaar, zeker vandaag nu er vanwege een grote demonstratie in Mexico-Stad relatief weinig studenten zijn. ‘We blijven altijd met een groep achter om te voorkomen dat de federale politie of het leger binnenvalt en de school bezet of in brand steekt’, zegt Carlos, een van degenen die het bloedbad van Iguala overleefden. Helemaal aan de achterkant van het schoolcomplex zie ik echter iets wat bezoekers niet horen te zien: een groot terrein met daarop een stuk of vijftig bussen, de meeste van Estrella de Oro, een van de lijndiensten van Mexico-Stad naar Acapulco, en een omvangrijke verzameling vrachtwagens en trucks, van Coca-Cola tot Bimbo. Alles wat hier staat is decomisado– in beslag genomen, inclusief de vervoerders van een deel van het eten en drinken van de onderwijzers in spe.

Wanneer de studenten ergens naartoe moeten voor een ‘activiteit’ nemen ze een van de bussen, of ze confisqueren een nieuwe. De chauffeur en de passagiers wordt verzocht uit te stappen en een van de activisten rijdt het voertuig naar Ayotzinapa. Het parkeerterrein verklaart ook de grote berg lege colaflesjes op het centrale plein: de bijbehorende truck is inmiddels leeggedronken. De frisdrankwagen van gisteren komt niet in beeld, die is kennelijk verstopt. Maar de bussen en de andere vrachtwagens staan in het open veld en zijn vanuit de lucht duidelijk waarneembaar. Ook de federale politie en de militairen die in naam een flink deel van Guerrero controleren, weten dat ze hier staan. Estrella de Oro heeft al twee jaar geleden officiële aanklachten wegens diefstal van bussen ingediend zonder dat de justitie van Guerrero enige actie heeft ondernomen.

de volgende dag. Ik kan niet verder naar het zuiden want studenten en onderwijzers van de militante bond ceteg hebben alle vier de rijstroken van de tolweg die dwars door Chilpancingo loopt weer eens geblokkeerd. De snelweg van Mexico-Stad naar Acapulco, een van de belangrijkste wegen van Mexico, wordt om de haverklap afgesloten waardoor het door het geweld in de badplaats Acapulco (tweede op de ranglijst van gevaarlijkste steden in de wereld) toch al gedecimeerde toerisme nog verder uitdunt. Soms duurt de blokkade acht uur, soms zestien uur.

Ik heb geluk en kan na ruim een uur toch verder. De duisternis valt wanneer ik een paar kilometer verderop de tolpoortjes bereik. Die zijn nog wel bezet door gemaskerden, vermoedelijk studenten van Ayotzinapa. In plaats van tol te betalen wordt de automobilisten gevraagd om ‘een vrijwillige bijdrage’ – nodig om de strijd voort te kunnen zetten. Aan de zijkant van de tolpoortjes staat een grote truck met oplegger: die wordt in alle rust leeggehaald door gemaskerde studenten die de levensmiddelen broederlijk delen met arme boeren uit de omgeving die zich rond de wagen hebben verzameld. Het is de plaatselijke versie van proletarisch winkelen.

sinds de verdwijning van de 43 studenten eind september zijn in Mexico per week gemiddeld vijf betaalposten op tolwegen bezet, met een totaal verlies van 195 miljoen pesos (11,5 miljoen euro) voor Capufe, de federale uitbater. Er waren bijna vierhonderd blokkades en bezettingen van tolpoortjes, waarvan driekwart in de staten Guerrero, Oaxaca, Estado de México en Mexico-Stad. De uitvalsweg van de Mexicaanse hoofdstad naar Acapulco is liefst vijftig keer overgenomen door studenten van een van de universiteiten voor een boteo, het ophalen van fondsen voor de activiteiten, maar vermoedelijk ook door andere groepen die hier niets mee te maken hebben. En doorgaans staat een legertje politieagenten tegen hun wagens geleund toe te kijken, zeer waarschijnlijk in ruil voor een deel van de opbrengst.

De voortdurende blokkades en bezettingen versterken de indruk van volslagen anarchie in dit deel van Mexico. Een willekeurige dag begin december in El Sur, ‘de krant van Guerrero’. De voorpagina is ingeruimd voor twee grote verhalen met foto’s over de bezetting door onderwijzers van het gebouw van de nationale kiesraad om de komende verkiezingen te boycotten, en een verhaal over de identificatie van een van de vermiste 43 studenten. In de marge twee korte berichten: vijf clandestiene graven gevonden bij de vuilnisbelt van Cocula, en gewapende criminelen overvallen een school in Acapulco en steken die in brand. De chaos puilt van de overige pagina’s af. Wegblokkades, bezettingen van gebouwen en verminkte lijken zijn de gemeenschappelijke noemers in veel berichten. In Acapulco bivakkeren al een half jaar driehonderd politieagenten voor het hoofdbureau: ze zijn allemaal ontslagen en vervangen door militairen, marinepersoneel en leden van de gendarmerie, de nieuwe elite-eenheid van de federale politie.

Dit zijn the lawless roads, zoals Graham Greene het al 75 jaar geleden noemde in zijn verslag van een reis door gewelddadig Mexico. Het is complete anarchie in Guerrero. De staat, met alles wat daarbij hoort, schittert door afwezigheid. Politie is er niet in Chilpancingo, net als in veel andere plaatsen. De gemeentepolitie, een corrupt korps dat nauw samenwerkte met de criminele bendes, is aan de kant geschoven en vervangen door de federales en soldaten van het Mexicaanse leger. Die houden zich echter niet bezig met zulke simpele zaken als handhaving van de openbare orde. Parkeren kun je waar je wilt, zegt een portier van een restaurant, er is toch geen politie. In dit deel van het land rijden opvallend veel auto’s rond zonder nummerbord, doorgaans een aanwijzing voor de aanwezigheid van criminele groepen.

Volgens Jorge Chabat, een politiek analist die werkt bij het Centrum voor Economisch Onderzoek en Onderwijs (cide) en die altijd veel sympathie kan opbrengen voor sociale protesten, kan de federale overheid deze anarchie niet tolereren. Die moet de wet handhaven, simpel gezegd, en de tolwegen zijn federaal eigendom. In geen enkel ander land zou een dergelijke bezetting langer dan een paar minuten duren.

Een paar dagen later komt het in Chilpancingo tot een veldslag tussen studenten en onderwijzers aan de ene kant en federale agenten aan de andere. De eersten bereiden voor dag en dauw een concert voor in het centrum van de stad en beginnen dranghekken neer te zetten. Op dat moment arriveert een taxi met vier federales in burger, behoorlijk dronken, die de chauffeur naar eigen zeggen heeft opgepikt bij een bekend bordeel. De agenten beginnen te schreeuwen en te schelden, en zetten het vervolgens op een lopen naar het hotel aan de andere kant van het plein waar ze met zo’n honderd collega’s zijn ondergebracht. Even later komen ze terug, in uniform en met een flinke groep maten. Tijdens de gevechten maken beide kampen gevangenen, die aan het eind van de veldslag worden uitgewisseld. Het saldo is zeventien gewonden.

Ook in Tixtla, het stadje pal achter de school van Ayotzinapa, is er geen gewone politie. ‘Nee, die hebben wij de stad uitgezet.’ Wij, dat zijn hier niet de studenten of onderwijzers, maar de policia comunitaria. Dat is een politiemacht bestaande uit vrijwilligers, die de inheemse gemeenschappen volgens de Mexicaanse grondwet mogen vormen en die deel uitmaakt van de Regionale Coördinator van Communitaire Autoriteiten (crac). De twee commandanten zitten net als hun ondergeschikten strak in het uniform en verbergen hun gezichten achter maskers: ‘Dat is om onszelf te beschermen. Tot een jaar geleden was dat niet nodig, maar sinds ze zijn begonnen leden van de policia comunitaria te arresteren moeten we oppassen. Een van onze leiders hier is vorig jaar opgepakt en die zit nu op beschuldiging van terrorisme in de gevangenis. Het is de wereld op z’n kop hier. De criminelen laten ze lopen en degenen die orde op zaken proberen te stellen verdwijnen de gevangenis in.’

In Guerrero en de aangrenzende staat Michoacán wordt de dienst uitgemaakt door verschillende criminele organisaties, en omdat de overheid het volledig laat afweten nemen steeds meer burgers het recht in eigen hand. Michoacán wemelt van de burgermilities, die vorig jaar zelfs de meeste gemeenten ‘veroverden’ op de criminelen.

De woordvoerster van de gemeenschapspolitie in Tixtla is een vrouw die zich Comandante Tori laat noemen. Volgens Tori bestaat de crac al twintig jaar, maar is de organisatie vooral vorig jaar sterk gegroeid. Er doen zo’n tachtig gemeenschappen aan mee die rond de duizend geüniformeerde agenten op de been brengen. ‘Wij moeten wel zelf de criminaliteit bestrijden, want de politie hier kiest altijd de kant van de criminelen’, zegt Tori, terwijl op de achtergrond enkele van haar metgezellen met hun automatische geweren spelen.

‘Wij moeten wel zelf de criminaliteit bestrijden, want de politie hier kiest altijd de kant van de criminelen’

De meeste van die wapens hebben ze buitgemaakt op de gemeentepolitie. Op YouTube circuleren beelden van een veldslag tussen de officiële politie en de gemeenschapspolitie in het centrum van Tixtla, met een overwinning voor de laatste. Nu blokkeren de vrijwilligers, ‘die worden benoemd door een volksvergadering’, met enige regelmaat de uitvalswegen van het stadje, uit solidariteit met de studenten.

Ook de gemeenschapspolitie heeft de beschikking over een aardig wagenpark van pick-uptrucks, de meeste in de duurdere prijsklasse. Een ervan is uitgeleend door een van de burgers van Tixtla, de rest is decomisado. ‘We stelen niks’, stelt comandante Tori. ‘Maar wanneer we bij een roadblock een wagen zien van een officiële instantie of van een ministerie, dan houden we die aan en geven we de bestuurder een document waarin staat dat de wagen door ons in beslag is genomen. Uiteindelijk is het een overheidswagen, dus eigendom van het volk.’

Haar metgezel comandante Pedro vertelt dat het zelfbestuur inmiddels al een stapje verder is dan louter het jagen op criminelen. Ze hebben nu ook hun eigen justitie, in de vorm van twee casas de justicia met hun eigen rechters, gekozen door de plaatselijke bevolking: ‘Tot voor kort droegen we criminelen die we oppakten over aan de autoriteiten, maar ze waren binnen de kortste keren weer vrij. Dus nu berechten we ze zelf.’ Deze gang van zaken heeft nogal wat protesten van mensenrechtengroepen losgemaakt, want verdachten hebben geen enkele garantie van een eerlijk proces. De policia comunitaria heeft zelfs haar eigen cellen. Als we het terrein van de geüniformeerden verlaten worden we opgewacht door een complete familie. De man vraagt ons om hulp, want zijn zoon wordt al dagen vastgehouden door de militie zonder dat zijn familie hem mag zien.

Comandante Pedro geeft een uitgebreid historisch overzicht van hoe de inheemse volken hier allemaal autonomie genoten tot de Spaanse veroveraars kwamen en ze allemaal onder het juk van het centraal gezag brachten. Waar ze bepaald niet beter van zijn geworden. Nu is de plaatselijke politie ontwapend en de stad uitgezet: ‘Die werkten voor de drugsmaffia, net als de broer van de burgemeester.’

Tixtla ligt in een belangrijke ‘drugscorridor’, aldus comandante Tori. Enerzijds is het een halte op de route van de via Acapulco geïmporteerde Zuid-Amerikaanse cocaïne, anderzijds is de productie van marihuana en papavers, de grondstof voor heroïne, in de hele regio onstuimig toegenomen (de opleving van het gebruik van heroïne in steden als New York, waarvan onder anderen de acteur Philip Seymour Hoffman het slachtoffer werd, komt vrijwel geheel voor rekening van de Mexicaanse heroïne). Bovendien worden hier de laatste paar jaar steeds meer synthetische drugs geproduceerd.

En op die route is het iedereen tegen iedereen. Zelfs circuleert het verhaal dat de studenten per ongeluk een van de bussen hadden gekaapt waarmee drugs vervoerd worden en zich daarmee de woede van de criminele bende Guerreros Unidos op de hals haalden. Een andere versie zegt dat ook ondernemers in Guerrero bij het bloedbad en de verdwijning betrokken zijn: zij wilden een voorbeeld stellen en niet langer lijdzaam toezien hoe aan de lopende band hun bussen en volgeladen vrachtwagens werden gekaapt.

Inmiddels zijn the lawless roads van Guerrero steeds minder begaanbaar geworden. Roadblocks waarbij auto’s en bussen in beslag worden genomen komen voor rekening van de studenten en onderwijzers, maar ook van de gemeenschapspolitie. ’s Avonds en ’s nachts zijn het vooral het leger en de federale politie die wegen blokkeren en mensen met onbekende bestemming afvoeren. En rond de klok opereren de criminele organisaties, die bovendien veel gemeentebesturen in de regio controleren.

Alejandro Encinas, ex-burgemeester van Mexico-Stad en vooraanstand lid van de linkse prd die in Guerrero regeert, zei onlangs dat de narcobendes kort voor de federale verkiezingen van 2009 van strategie veranderden en het model van het kartel Los Zetas invoerden: ‘Afpersen van de plaatselijke bevolking en volledige controle over de plaatselijke politie. En zij begonnen de kandidaten voor de verkiezingen aan te wijzen.’ Het gevolg was dat ‘veel van de burgemeesters in de staten Michoacán, Morelos, Estado de México en Guerrero zijn aangesteld door de narcos en niet door de politieke partijen. Hun vertakkingen zijn overal.’

De armoede in Guerrero treft bijna zeventig procent van de bevolking, en de extreme armoede is met 31 procent zelfs drie keer zo hoog als het gemiddelde in Mexico. Door de onveiligheid en de protesten daartegen wordt het alleen maar erger, aldus Zacarías Rodríguez Cabrera, voorzitter van de Kamer van Koophandel in Iguala: ‘Iguala leeft voornamelijk van de handel, een beetje landbouw en veeteelt, en van de geldzendingen van familieleden in de Verenigde Staten. Nu zitten we in een wanhopige situatie, we staan voor de ondergang. Coca-Cola heeft zijn bottelfabriek gesloten, vierhonderd mensen op straat. Een grote producent van natuursteen idem, weer vierhonderd banen weg. We kunnen een eindeloze lijst maken van bedrijven, groot, midden en klein, die op het punt staan te sluiten.’ Het haalt het zorgvuldig uitgevente plan van de economische hervormingen van de Mexicaanse president Peña Nieto onderuit. Politicoloog Jesús Silva Herzog: ‘Wie gaat er nu investeren als je niet weet of je ’s avonds nog wel levend van je werk thuis kunt komen?’

De Mexicaanse democratie is failliet, meent studentenleider Omar García: ‘De mensen geloven niet meer in de politieke partijen, geloven niet meer in de corrupte instituties, die buitenrechtelijk moorden, mensen laten verdwijnen, de andere kant op kijken. En wat nu? We baseren ons op artikel 39 van de grondwet dat zegt dat de soevereiniteit berust bij het volk, niet bij de staat, en gaan onze eigen regeringsvorm creëren, onze eigen veiligheid en justitie garanderen. Wij hebben het recht onze regeringsvorm te wijzigen.’

García is een van de woordvoerders van de groeiende beweging tegen de verkiezingen in Guerrero van komende zomer. De onderwijzersbond, die al gebouwen van het Nationaal Kiesinstituut heeft bezet, zegt plannen klaar te hebben om de verkiezingen te verhinderen. Zeven leden van dat instituut hebben zelf al verklaard dat de voorwaarden voor het houden van verkiezingen ontbreken.

Hetzelfde geldt voor de aangrenzende staat Michoacán, zoals Mexico’s vorige president Felipe Calderón over de verkiezingen in zijn geboortestaat in 2011 al vonniste: ‘In Michoacán bedreigde de georganiseerde misdaad vijftig kandidaten: óf jullie doen met ons mee, óf we laten jullie verdwijnen. De kandidaten trokken zich terug.’ Andere kandidaten werden vermoord. Campagne voeren is onmogelijk geworden. In de woorden van columnist Jesús Cantú: ‘In deze omstandigheden verkiezingen organiseren in Guerrero en Michoacán is de farce ophouden dat hier een democratie en een rechtsstaat bestaan.’


Beeld: (1) Tixtla, Guerrero, 7 december 2014. Leden van de policia comunitaria betuigen hun steun tijdens een demonstratie waarin opheldering wordt gevraagd over het lot van
de 43 verdwenen studenten (Jorge Dan Lopez / Reuters). (2) Chilpancingo, Guerrero, 2 december 2014. Studenten en onderwijzers van de militante bond Ceteg slaan tijdens een demonstratie aan het plunderen (Jorge Dan Lopez / Reuters).