Wong Kar-wai, regisseur van zinnelijke, hippe meesterwerken als Ashes of Time en Chungking Express, beide uit 1994, heeft voor het eerst een draak van een film gemaakt: My Blueberry Nights (2007). Het is tevens zijn eerste grote film buiten Hongkong. Met de stap naar het Westen treedt hij in de voetsporen van een andere Aziatische cineast, de al jaren in Amerika werkende Taiwanees Ang Lee.
Lee, maker van het magistrale Crouching Tiger, Hidden Dragon (2000), heeft ook een nieuwe film: het erotische spionageverhaal Lust, Caution (2007), dat nu tegelijkertijd met My Blueberry Nights in Nederland op dvd verschijnt. Er zijn inmiddels aardig wat pogingen gedaan om My Blueberry Nights te rehabiliteren, bijvoorbeeld door Michael Atkinson (The Village Voice), die My Blueberry Nights recentelijk een ‘wongiaanse dagdroom over verloren romantiek’ noemde. Dat is mooi, maar deze beschrijving geldt voor alle films die Wong Kar-wai ooit heeft gemaakt. De herwaardering voor Wong Kar-wai’s eerste westerse film is wel sympathiek. Wong is immers tamelijk heilig in de moderne cinema. En terecht. Wie wil zien waartoe hij echt in staat is, moet maar wachten en hopen dat zijn Ashes of Time Redux ooit in Nederland in de bioscoop komt, een langere versie van zijn postmoderne martial arts-film uit 1994. Weinig van de inventiviteit die zo evident is in dat vroege werk is terug te vinden in Blueberry, een film over de jonge Elizabeth (Norah Jones) die door Amerika zwerft op zoek naar liefde. Het script is slecht, de dialogen zijn potsierlijk, en de cameravoering door Darius Khondji is onuitstaanbaar pretentieus.


Hiertegenover staat Lust, Caution van Ang Lee, met smetteloos gefotografeerde, romantische sets die het verhaal effectief situeren in het door Japan bezette Sjanghai van 1942. De grote Hongkongse acteur Tony Leung (oudgediende uit de Wong Kar-wai-stal, met vooral een onvergetelijke hoofdrol in diens In The Mood for Love, 2000) speelt de rol van Mr. Yi, een Chinese collaborateur die tijdens de oorlog jacht maakt op het verzet. Wang Jia-zhi (Wei Tang) is een beeldschone studente toneelkunst die door het verzet wordt gerekruteerd om Mr. Yi in de val te lokken zodat verzetsstrijders hem om het leven kunnen brengen. Probleem: Wang raakt seksueel geobsedeerd door de gewelddadige, verleidelijke Mr. Yi. Regisseur Lee houdt het tempo erin met een onderhuidse toon van spanning en gevaar. En met de nodige melodramatische elementen, zoals referenties aan Hollywood-films als Suspicion (1941, Hitchcock, over een echtgenote die haar man ervan verdenkt haar te willen vermoorden), wat een mooie ironie vormt. Immers, de rollen zijn nu omgedraaid: Yi heeft, zo lijkt het, geen idee dat zijn minnares zijn dood aan het voorbereiden is. Bijzonder effectief zijn de zeer gewaagde, op het randje van hardpornografische erotische scènes. Net als in de legendarische scène tussen Donald Sutherland en Julie Christie in Nicolas Roegs Don’t Look Now (1973) heeft de seks tussen Yi en Wang in Lust, Caution de schijn van echtheid. Dat past volledig in het verhaal, waarin de lovers zonder dat ze er controle over hebben, hunkeren naar elkaars lichaam.
Waarin Wong Kar-wai mislukt, daar slaagt Ang Lee in: een gelikte film voor een groot, westers publiek maken. Natuurlijk, Lee woont al sinds zijn studentenjaren in Amerika, terwijl Wong Kar-wai nauwelijks Engels spreekt. En misschien moet dat maar zo blijven, dat laatste.