Zal premier Mark Rutte zijn Franse collega Manuel Valls tijdens diens bezoek deze week aan Nederland vermanend toespreken? Je mag enerzijds hopen dat hij de Franse premier klip-en-klaar aan het verstand brengt dat Frankrijk niet moet denken dat het als groot euroland met de pet kan blijven gooien naar de afspraken over staatsschuld en overheidstekort. Anderzijds moet ook Rutte, en met hem zijn collega’s van de andere eurolanden, er waarschijnlijk niet aan denken dat een stringent bezuinigingsbeleid de Franse kiezer nog verder richting Marine Le Pen van het extreem-rechtse en eurosceptische Front National duwt.
Zie hier het dilemma waar de nieuwe Europese Commissie voor staat als ze met ingang van zaterdag aan de slag gaat. Frankrijk met zijn hoge staatsschuld en overheidstekort met coulance tegemoet treden zou onrechtvaardig zijn tegenover de kleinere eurolanden die sinds het uitbreken van de economische crisis met veel pijn wél fors hebben gesneden en hervormd.
Recente opmerkingen van premier Valls dat Frankrijk gerespecteerd moet worden en dat onze minister van Financiën en eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem niet moet denken dat hij Europa is, zijn dan ook slecht gevallen. Arrogante Fransen. Maar ja, dat binnenlandse politieke risico dat Frankrijk loopt als de regering alsnog fors zou gaan bezuinigen.
Het lukt Frankrijk maar niet om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Welhaast elke poging daartoe leidt tot stakingen en het terugdeinzen van de Franse politici. In Nederland heeft het Plein of het Malieveld in Den Haag de laatste jaren ook regelmatig vol gestaan met demonstranten, maar grote stakingen waar de politiek voor zwichtte zijn er niet geweest. Inderdaad, in Frankrijk hebben de vakbonden nog macht. Maar hoe fijn is dat als de euro, ook die van de Nederlander, erdoor in gevaar komt?
Het nieuws dat door nieuwe berekeningen van de stand van de economie Nederland en Groot-Brittannië een forse naheffing krijgen uit Brussel, en Frankrijk juist een flinke zak met geld terugkrijgt, draagt niet bij aan enthousiasme voor de Europese Unie. Het is ook bitter. Het tot nu toe economisch goed presterende Duitsland krijgt weliswaar eveneens geld terug, maar in het geval van Frankrijk lijkt het toch een bonus op slecht presteren. Terecht of niet, dat ondergraaft de geloofwaardigheid van de Europese Unie.
Dat laatste vinden veel ingewijden gevaarlijk. Meer nog dan de economische gevolgen vreest men de politieke consequenties. Stel dat Frankrijk zonder repercussies wederom de Europese regels voor de begroting aan zijn laars kan lappen, net als in 2003. Dan zal het wantrouwen jegens de Europese Unie alleen maar nog groter worden. Wij wél de broekriem aanhalen en later met pensioen, en die luie Fransen niet.
Er gloort echter hoop op een oplossing. Wrang is wel dat die hoop wordt gevoed doordat het slechter gaat met de Duitse economie dan was voorzien. Ook de motor van Europa blijkt te haperen. Onze oosterburen hebben last van een dalende afzet. Er wordt zelfs gevreesd voor een derde economische dip.
Dat haperen is koren op de molen van degenen die – de een al langer, de ander pas sinds kort – vinden dat het maar blijven koersen op overheidsbezuinigingen niet de juiste manier is om uit de economische crisis te komen. Zie je wel, zeggen zij nu: je moet ook investeren, in infrastructuur, digitale snelwegen en onderwijs. Doe je dat niet, dan vernieuwt de economie niet, loopt de werkloosheid op, hebben burgers onvoldoende geld om uit te geven, en beland je in een neerwaartse spiraal. Duitsland mag er dan trots op zijn geen staatsschuld te hebben, als het zijn goederen niet kwijt kan in de rest van Europa zoals het nu merkt, hapert zijn economie toch.
Als Duitsland nu eens ging investeren en Frankrijk zou beloven toch echt een begin te maken met hervormen en bezuinigen en in ruil daarvoor enigszins met coulance tegemoet wordt getreden. Dat is de deal waarover in Brussel wordt gefluisterd. Die deal is misschien niet helemaal netjes ten opzichte van de kleinere landen die veel strenger werden aangepakt, maar beter dan een ongeloofwaardig Europa dat Frankrijk ontziet.
Dat Duitsland aarzelt te investeren, heeft net als het niet doorduwen van bezuinigingen in Frankrijk binnenlandse politieke redenen: Duitsers hechten juist sterk aan begrotingsdiscipline. De cdu/csuvan bondskanselier Angela Merkel vreest dat het kiezers richting de eurosceptische Alternative für Deutschland (AfD) zal duwen als die discipline wordt losgelaten. Zeker als Europa daar al te openlijk druk achter zet zou dat de AfD in de kaart spelen.
Mocht de deal tussen Duitsland en Frankrijk er komen, dan kan dit ook gevolgen hebben voor de Haagse discussie over de rijksbegroting en een nieuw belastingstelsel. Althans dat hopen de voorstanders van een overheid die investeert. Als de oosterburen gaan investeren, moeten oppositiepartijen d66 en cda toch eens achter hun oren gaan krabben of het vasthouden aan de ‘oude’ Duitse koers van bezuinigen wel de goede weg is.
De twee oppositiepartijen trekken sinds kort samen op. Ze vinden dat de belastingvereenvoudiging, waar in beginsel brede politieke overeenstemming over is, moet worden betaald uit nieuwe bezuinigingen. d66 en cda zitten daarmee op de lijn van regeringspartij vvd. Dat biedt perspectief op samenwerking tussen deze drie partijen na de Provinciale-Statenverkiezingen van komend jaar als het kabinet als gevolg daarvan zou vallen.
Maar hoe geloofwaardig is hameren op bezuinigen nog als het grote voorbeeld Duitsland daar noodgedwongen zelf op moet terugkomen?