Alex Klaasen in Showponies 2 © Tom Sebus

Na Snip & Snap en André van Duin leek de revue uitgestorven. Met het alom bejubelde Showponies (2018) blies Alex Klaasen het genre nieuw leven in en gaf hij er een eigentijdse draai aan. In deze vernieuwende ‘identiteitsrevue’ stelde Klaasen de vraag hoe je als homoseksueel jezelf kunt zijn in een wereld waarin vooroordelen de (zelf)perceptie bepalen van eenieder die afwijkt van de heteronorm.

Showponies 2 is nog spectaculairder dan zijn voorganger. Er wordt fantastisch gezongen, gedanst en gemusiceerd. Alex Klaasen en zijn tegenspelers (met hoofdrollen voor Freek Bartels en Daniel Cornelissen) spelen de sterren van de hemel. Bijzondere vermelding verdient het decor (Thomas Rupert en Roos Veenkamp), waarvan een draaischijf het middelpunt vormt. Een briljante ingreep is de grote spiegel waarmee de toneelruimte virtueel vergroot kan worden. Heel slim wanneer je in middelgrote theaters speelt met weinig ruimte voor showtrap of schuin oplopend toneel. Naast grote shownummers is er ruimte voor verstilling in twee gevoelige liedjes op tekst van Jurrian van Dongen.

De rode draad wordt deze keer gevormd door Klaasens verlangen om opnieuw uit de kast te komen, omdat de eerste keer hem nogal tegenviel. Een treffend uitgangspunt, dat prangende vragen oproept over het al te makkelijke idee dat je na je coming out als homoseksueel volledig jezelf zou kunnen zijn. De revue bevat een aantal slimme intertekstuele verwijzingen. Zo is er een parodie op ‘Catootje’ van Wim Sonneveld, de entertainer die homoseksueel was maar op bijna compulsieve wijze zijn heteroseksualiteit bleef performen. Ook wordt er geknipoogd naar de Snip & Snap-revue: juffrouw Snip en Snap (Klaasen en Bartels) zitten in twee enorme vazen en debiteren daar in vertrouwde stijl hun flauwe woordspelingen in semi-dialoogvorm (‘Ik voel me vandaag zo breekbaar’).

Maar inhoudelijk is Showponies 2 minder scherp. Hoewel de makers opnieuw een warm pleidooi houden voor de acceptatie van homoseksualiteit (zoals in een heerlijke zoenscène tussen Bartels en Cornelissen), kiest Klaasen in zijn teksten minder verrassende invalshoeken en ligt de boodschap er soms wel erg dik bovenop, zoals in de sketch over een domme Twentse schooljuf die alle vooroordelen over homoseksuelen oplepelt de revue laat passeren.

Bovendien wordt in deze identiteitsrevue vooral one issue identity politics bedreven. Stereotypen over homoseksualiteit worden ontmanteld, maar clichés over andere groepen worden juist bevestigd. Pijnlijk is het über-oriëntalistische nummer in verhaspeld Nederlands (zonder duidelijke pointe), of de Laatste Avondmaal-sketch waarin Jezus een zeurende veganist met glutenallergie blijkt. Tekenend in dit opzicht is dat de homoseksuele personages vaak abn praten, terwijl andere minderheden een vet (Rotterdams of Antilliaans) accent krijgen.

Showponies 2 is op zijn sterkst wanneer satire plaatsmaakt voor absurdisme, zoals in een spectaculair shownummer over genderneutrale toiletten (‘Het genderneutrale toilet / Is altijd bezet, is altijd bezet’) of de fantastische Sesamstraat meets Dokter Corry-sketch waarin twee penis- en vaginapoppen seksuele voorlichting geven. Deze nummers zijn minder didactisch en ook minder stereotyperend, omdat ze vooral een ontregelend spel met clichés over gender en seksualiteit spelen – zonder eenduidig mikpunt.

Alex Klaasen e.a., Showponies 2, tournee t/m 26 april. Gezien: 7 oktober, DeLaMar