Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or van theatergezelschap De Warme Winkel © Sofie Knijff

Het contrast is meteen duidelijk. In zijn eentje op een stoel in het midden van de ruimte, met een uitstraling van diepe ernst en concentratie: Vincent Rietveld, 41-jarig kernlid van het bejubelde theatercollectief De Warme Winkel. Vooraan, gegroepeerd als koor, gekleed in het wit, vriendelijk, een beetje zenuwachtig: vijf gastacteurs van begin twintig. De opzet, uitgelegd door het koor, dat de hele voorstelling lang ook daadwerkelijk synchroon spreekt: Rietveld gaat straks een performance geven van zulk een verpletterende schoonheid en diepgang dat de belangrijkste acteursprijs van Nederland hem onmogelijk voorbij kan gaan.

Als hij daar na de introductie mee begint, wordt de ware inzet van de voorstelling echter al snel duidelijk. Rietveld speelt De Wereldverbeteraar van Thomas Bernhard als een subtiele parodie op de narcistische acteur: ijdel, overdreven en zonder enige gelaagdheid. Het is dan ook geen wonder dat het aanvankelijk respectvol zwijgende koor al gauw in opstand komt: ‘Ga je nou echt die héle monoloog spelen?’ Als een vriendelijkere versie van Aktie Tomaat weigert de jongere generatie het egocentrisme van de ‘oude’ Rietveld nog langer aan te zien.

Zo begint een interessant steekspel tussen Rietveld, die de excellentie van de kunstenaar en het belang van het individu verdedigt, en het koor, dat het collectief belichaamt en strijdt voor het belang van de mensheid en de aarde. Zoals buiten het theater ook de strijd tussen het individualisme en het collectivisme woedt, met het alles overstijgende belang van de door scholieren opgezette klimaatdemonstraties versus het behoudende neoliberalisme van de gevestigde orde, zo gaan ook de acteurs in Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or de strijd met elkaar aan.

Rietveld volgt als vertegenwoordiger van de gevestigde orde het patriarchale handboek tot op de letter. Hij verwijt zijn opponenten hypocrisie, hij vergelijkt hun eensluidendheid met nationaal-socialisme, hij waarschuwt voor vervlakking als het individu gemarginaliseerd wordt, hij probeert de groep uit elkaar te drijven door een van hen op een voetstuk te plaatsen (‘Kim, jij bent toch veel te getalenteerd om je zo te laten beknotten?’). Het koor fantaseert op zijn beurt openlijk over het instellen van een maximale leeftijd à la Logan’s Run en verliest zich in marschoreografieën en holle spiritualiteit.

Hoewel er in de ‘generatiestrijd’ interessante zaken worden blootgelegd, slaat het overmatige gebruik van satire de ideeënrijkdom ook enigszins plat. Het feit dat beide kampen evenzeer door een satirische lens worden bekeken, geeft Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or een zweem van neutraliteit. De ironische distantie maakt de voorstelling echter toch een product van een oudere generatie, die met enige verwarring en misschien zelfs lichte jaloezie naar de new sincerity van een idealistische jonge garde kijkt. In het sarcastische slot dansen Rietveld en zijn koor weliswaar harmonieus samen, maar door de T-shirts met Rietvelds beeltenis die de jonge acteurs dragen worden ze tot veredelde cheerleaders gereduceerd. Zo roept Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or op tot vadermoord: met een uitgestoken hand word je namelijk genadeloos in de status quo geassimileerd.

Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or – De Warme Winkel, t/m 18 april, dewarmewinkel.nl