
Er is iets wat mijn hoofd dreigt over te nemen, iets wat nodig afgeschud moet worden. Want hoe noem je dat, wanneer iemand ongewild dagenlang in je gedachten is? Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat? Iedere obsessie, ook een kortstondige, is in feite een benauwende vorm van doelgerichtheid. Van staren naar één punt. Van steeds weer uitkomen op dezelfde plek. Kunst kan in zulke gevallen afleiding bieden, de ruimte oprekken. Precies dat moest gebeuren, vond ik. Niets is onoplosbaar. En toen ik me eenmaal gerealiseerd had dat het museumbezoek het begin zou worden van een reeks bezweringsrituelen wist ik ook wat er moest volgen. Alsof ik ter plekke een lijstje in mijn hoofd opstelde waarop ik de onderdelen af zou kunnen vinken. Zie je, dacht ik, ik ben heus wel een overzichtelijk iemand. Ik laat me niet zomaar overweldigen. Na het museumbezoek zou ik een tijdlang veel buiten zijn. Ik zou lange wandelingen maken langs het water, een paar halve dagen in een boekhandel doorbrengen, veel fietsen. Vervolgens: lades of kasten opruimen. Dagenlang Otis Redding draaien. Ten slotte zou ik hooguit één sentimenteel gedicht schrijven over de obsessie in kwestie. Eentje maar. Een gedicht dat ik later, uiteraard, weg zal gooien. Waarna de genezing een feit is. Probleem opgelost. Gevoelens gladgestreken. Maar ik voelde me er, terwijl ik in een lege zaal naar een video-installatie stond te kijken, ineens een beetje beteuterd bij. Dat hevige schrikken van grote gevoelens. Dat bangige als iets zich al te nadrukkelijk mijn denken binnenwurmt – wilde ik niet altijd een soepele geest bezitten, bereid om plaats te maken waar nodig? Mee te gaan in wat zich hevig aandient? Op de muur draaide intussen een film waarin veel speelgoedaapjes voorkwamen. Kleine speelgoedaapjes op een plank. Er werd ingezoomd op een harig klauwtje, een lachende mond, een plastic oog. Misschien moet dit anders, dacht ik. Niet verder weg maar dichterbij. Bevangen durven raken. Overweldigd zelfs, verdomme. Dan maar eens gloedvol en pathetisch, dan maar aan dromen ten onder.