Het is vast al eerder geopperd, maar door de gebeurtenissen van vorige week in het Feyenoord-stadion lijkt het weer een interessant idee: een speciale voetbalcompetitie, die naast de bestaande nationale en internationale wedstrijden wordt afgewerkt.

Vorige week maakten voor en tijdens de Uefa Cup-wedstrijd Feyenoord-Sporting Portugal de Rotterdamse supporters er een verschrikkelijke toestand van. De wedstrijd begon te laat vanwege vuurwerk; in de eerste helft ging Sporting-doelman Ricardo tegen de grond als gevolg van een vuurwerkbom die in zijn buurt ontplofte, en in de tweede helft werden Sporting-spelers die aan de zijlijn hun doelpunt (0-1) vierden, bekogeld met allerhande voorwerpen (dat zijn meestal muntstukken en aan stekers, die bij de ingang niet weggefouilleerd kunnen worden).

Of de Portugezen nu theater maakten of niet doet er niet toe. Feyenoord krijgt een flinke boete, en heeft er weer een nieuwe smet op het al reeds zo morsige Europese blazoen bij. Belangrijker is dat alle ellende in de Kuip opnieuw duidelijk heeft gemaakt dat het niet meer lang kan duren voordat het hele professionele voetbal als amusement verdwijnt. Omdat het wordt verboden, of omdat het zichzelf onmogelijk maakt, bijvoorbeeld door zoveel bruut geweld te genereren dat normale mensen niet meer naar een stadion durven.

Voetbal is verworden tot een arena voor gereguleerd en geïnstitutionaliseerd geweld voor loze jongeren. Dat zijn toekomst-, respect-, moraal-, fatsoen-, moede-, illusie-, kans-, trots-, eigenwaarde-, empathie-, rede-, gevoel-, begrips- en gezichtsloze jongeren, die, zo hebben sociologen ons uitgelegd, in hun leven niets anders hebben dan de wekelijkse voetbalcompetitie, waar ze zes dagen lang naar uitkijken, zich over opschroeven, hun adrenaline oppompen, websites over volschreeuwen, spreekkoren voor bedenken en gezamenlijk instuderen en anderszins hun leven op afstemmen. Ook hebben ze vaak een quarterlifecrisis.

Men zegt altijd dat in voetbal stadions de goeden onder de kwaden lijden. Een handvol loze jongeren verpest het altijd voor tienduizenden goedwillende anderen. Of ze dat opzettelijk doen, is onbekend. Hun beleving van een wedstrijd van hun club verschilt ge woon van die van de anderen. Hun club betekent ook iets anders voor ze dan voor de anderen. Koren spreken betekent ook iets anders voor ze. Je kunt zeggen dat ze hun hele ziel leggen in die paar uur van de wedstrijd plus voor- en napret.

Verder hebben ze niks.

Het idee is weer actueel: een aparte competitie. Niet voor de beste clubs van Europa, maar voor de clubs met de meest gewelddadige aanhang. Er worden speciale stadions voor gebouwd, omgeven door onbreekbaar plexiglas, en alleen bereikbaar via licht- en geluiddichte stalen tunnels. Binnen mogen de supporters hun gang gaan. Door de speakers klinken opruiende en laaghartige spreek koren. Vuurwerk wordt bij de ingang uitgedeeld, net als enorme aanstekers en bakken vol muntgeld van vóór de euro. De hekken tussen de verschillende vakken, waar de rivaliserende supportersgroepen zich ophouden, zijn van gebakken suiker.

De spelers, die hun goedbetaalde werk doen achter hetzelfde onbreekbare plexiglas, hoeven er niets van te merken – willen er ook niets van merken. Andersom geldt exact hetzelfde: de supporters interesseert het geen moer wat er op het veld gebeurt. Wat er uit hun eigen mond komt, en uit die van de tegenpartij, is veel boeiender. Ondertussen zitten alle goedwillende voetballiefhebbers lekker rustig te genieten van NEC-NAC (0-0).