Summer Jam, W139. Vlnr. werk van Rabi Koria, Charlott Weise, Rob Birza, Pim Blokker, Rik Meijers, Ricardo van Eyk en Ruben Kragt  © Chun-Han Chiang

Zomaar wat titels van kunstwerken uit de spontane zomertentoonstelling bij W139: Tourist, Bound for Lampedusa, Seaweed, Blue Balls, Blue Moon, Smile, Gay Sibling I en Gay Sibling II, Enough of Van Gogh. Er zat een gat van een aantal weken in de programmering van de tentoonstellingsruimte aan de Amsterdamse Warmoesstraat en curator Melchior Jaspers wist binnen twee dagen achttien schilders bijeen te brengen om dat gat te vullen. Samen met kunstenaar Axel Linderholm en Nadia Benchagra van W139 werd het de tentoonstelling Summer Jam. Via een ruimte vullende schildering van Linderholm, een koker van vormen in zwart, paars en blauw die zich uitstrekt over muur en plafond, als een tunnel door een aquarium, stap je het schildersuniversum binnen, compleet met toerist, blauwe ballen, zeewier.

Onder de kunstenaars bevinden zich verschillende (oud-)deelnemers van De Ateliers en alumni van een van de academies in het land, zeer recent of in een verder verleden, want deze expo maakt geen onderscheid in generaties. Het is een groep schilders die in de zomer is samengekomen voor iets wat inderdaad lijkt op een jamsessie. Zonder echte improvisatie, maar met primeurs en fijne battles. Een immens grote muurschildering van Pim Blokker, van een stierenvechter met wel heel veel schwung, zijn boven- van zijn onderlijf gescheiden, een voet op de grond en een voet tegen het plafond, staat tegenover 23 kleine schilderijen van David Noro, net afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie. Van hem komt Enough of Van Gogh: een (zelf)portret van een man met een hoed, zijn mond één vloeiende zwarte lijn, een ongecompliceerde glimlach.

De schilderkunst in Summer Jam is afwisselend full-blown figuratief, abstract-geometrisch en meer grafisch, de gedeelde thematiek te omschrijven als ‘optimistisch-apocalyptisch’. Een paard op een doek van Rob Birza scharrelt rustig door wat lijkt een brandende stad, er zijn sprookjesachtige insecten en dikke bromvliegen, krachtige portretten en een boot vol vluchtelingen. De technieken reiken tot aan de grenzen van de schilderkunst. Ricardo van Eyk, net klaar bij De Ateliers, toont een houten paneel met verf in subtiele vakjes en een dikke witte sliert die doet denken aan muurvuller. Bij De Ateliers hingen tijdens de Offspring-tentoonstelling verschillende van zulke ‘schotten’ aan de muren van zijn atelier, als de aftimmering rond een bouwplaats: goedkoop hout voorzien van voor buitenstaanders onbegrijpelijke aanduidingen in stift en spray, met hier en daar een graffiti-interventie. Naast schilders die hun materiaal gebrúiken – voor het scheppen van een voorstelling, voor vormen in allerlei kleuren – lijkt Van Eyk haast een stiekeme schilder.

Persoonlijke favorieten waren verder Naomi Mitsuko Makkelie en Charlott Weise, hun schilderijen, in tegenovergestelde hoeken van de grote zaal, odes aan de tijdloosheid. Een oosterse tempel als een toren van opeengestapelde schotels, lijnen in oranje die me bijbleven als de raadselachtige boodschap van een grotwand, met in het midden de afdruk van een gymp. Summer Jam borrelt en bruist en is nog even te zien, voordat de muren weer worden overgeschilderd, de zomer voorbij.

Summer Jam, a painting show, t/m 8 september bij W139 in Amsterdam. w139.nl