De trend waarbij Britse literaire fantasy een vruchtbare voedingsbodem vormt voor wereldwijde kaskrakers (Tolkien, Rowling) zet zich voort met The Golden Compass, de verfilming van deel 1 van Philip Pullmans heerlijke His Dark Materials-trilogie. Net als Pullmans boeken is de film overvol, met een cowboy en een gepantserde ijsbeer, moorddadige Tartaren, beeldschone heksen met pijl en boog en retrofuturistische zeppelins boven wonderlijke steden. Op het eerste gezicht is het een werk waar je onmogelijk niet van kunt houden. En toch knaagt er iets. Regisseur Chris Weitz is verstrikt geraakt in zijn eigen script. In een poging het publiek klaar te stomen voor een heuse trilogie in Lord of the Rings-stijl heeft hij ervoor gekozen het eerste deel van Pullmans roman vrij nauwgezet te volgen. Maar wat goed werkt in de roman – het creëren van een geloofwaardige wereld met eigen politieke en religieuze regels – voelt in de film lomp en dom. Het script mist ritme en scherpte. Zo duurt het lang voordat de kijker weet wat precies de motivatie van de personages is: Lyra (Dakota Blue Richards), het tienermeisje dat om de een of andere reden als enige in staat is het gouden kompas te lezen, Lord Asriel (Daniel Craig), die op een geheime missie in het noorden is, en Mrs. Coulter (Nicole Kidman), een leidende figuur in een soort fascistische wereldregering. Deze ‘regering’, waarbij de kerk een dikke vinger in de pap heeft, is erop gebrand de werking van ‘Stof’ tegen te gaan, een magische substantie die mensen in staat zou kunnen stellen naar parallelle werelden te reizen.

Het is inderdaad een complexe verhaalwerkelijkheid, en in zijn roman neemt Pullman uitgebreid de tijd om alles aan de lezer uit te leggen. De grote teleurstelling is dat deze verhaalwerkelijkheid onvoldoende aandacht in de film krijgt. In het eerste deel, waarin betrekkelijk weinig gebeurt, legt de regisseur het accent op de kinderen en hun ‘geesten’ of dæmonen, zoals het in de tekst heet. Het geeft de film iets ‘Disney-achtigs’ dat niet in Pullmans roman zit: zou men echt hebben gedacht dat jeugdige kijkers het complexe, originele verhaal niet zouden snappen? Een grove denkfout, getuige de reactie van mijn zoontje van tien, dat aan het einde van de film, na meer dan twee uur, verbaasd zegt: ‘Afgelopen? Het verhaal begint nu pas!’



Hij heeft het goed gezien: The Golden Compass zal pas echt kunnen worden beoordeeld als onderdeel van de voltooide trilogie, net als bijvoorbeeld Star Wars, de Indiana Jones-serie, de Pirates of the Caribbean-trilogie en de Tolkien-films. Waar deze eerste His Dark Materials-film wél briljant in slaagt is het presenteren van de elementen van het avonturenverhaal, bijvoorbeeld de vliegende heksen, onder leiding van de exotische Serafina (Eva Green), die met hun pijl en boog tot de aanval overgaan. En in de vormgeving van de adembenemende steden. De art direction is namelijk een intrigerende combinatie van het computerspel Myst en David Lynch’ sciencefictionfilm Dune (1984), dat wil zeggen Victoriaanse motieven vermengd met futuristische elementen als atoomenergie en alternatieve werkelijkheden. The Golden Compass belooft veel, genoeg eigenlijk, om uit te zien naar The Subtle Knife.

The Golden Compass is nu te zien. Vanaf 20 december ook in een Nederlandstalige versie