In een collegezaal in Oxford in 1886 was een dispuut gaande tussen een hoogleraar en een studente. Inzet was de ligging van een Duits dorp. Volgens de hoogleraar bevond het dorp zich aan de linkeroever van de Rijn, volgens de studente lag het toch echt aan de rechterkant. Het spijt me, maar ik ben er gewéést, riep Gertrude Bell uit. Ze was een van de drie vrouwen die er op dat moment geschiedenis konden studeerden.

Het leven van Bell (1868-1926) is overgeleverd als een aaneenschakeling van inzet, kennis, kunde en succes. Ze speelde Bach, Chopin en Wagner, beklom bergen in Zwitserland op hoog niveau, ze was de eerste vrouw met de hoogste graad in moderne geschiedenis. Maar Bell was ook opstandig, ze rookte – onlangs nog had ze alleen de metro door Londen genomen, klagen haar stiefmoeder en halfzus aan het begin van de documentaire Letters from Baghdad. Lady Florence Bell, gehuld in bontjas met fluwelen hoed, een bibberende hand in een handschoen leunend op een wandelstok, had nogal wat te stellen met haar en het duurde niet lang voordat Bell naar een oom op de Britse ambassade in Teheran werd gestuurd. Kort daarna zou ze het Midden-Oosten gaan ontdekken, ‘als een man’, zo werd later gezegd. Of in de woorden van T.E. Lawrence, bekend als Lawrence van Arabië, die ook even voor de camera verschijnt, ‘niet echt als een vrouw, begrijp je’.

Nu is de stieffamilie van Bell al een kleine eeuw gestorven, net als de meeste mensen die in de documentaire herinneringen aan haar ophalen. Filmmakers Sabine Krayenbühl en Zeva Oelbaum kozen voor een serie kluchtige talking heads uit het verleden om verschillende perspectieven op Bell los te laten. Zelf blijft Bell grotendeels buiten beeld, alleen haar woorden uit de brieven aan haar vader in Engeland klinken met de stem van actrice Tilda Swinton.

Zo houterig en verkleed als de studio-optredens van de geïnterviewden, zo levendig zijn de archiefbeelden die het verhaal van Bells reizen in de nadagen van het Ottomaanse Rijk begeleiden. In grijze opnamen met witte en zwarte krassen zien we Bagdad flikkeren als een spiegeling uit een andere tijd. Mannen met grote vaten op hun rug laden een boot uit in de haven, zwaar beladen ezels trekken over een brug over een drooggevallen rivier. De beelden gaan soms te snel en dan weer langzaam, vermoeid materiaal dat hortend en stotend de geschiedenis voorttrekt.

‘Iedereen is een vijand tot hij een vriend blijkt’

Bell fotografeerde zelf onder meer de archeologische vindplaatsen die ze bezocht. Op de foto’s staan beroemde monumenten nog veelal ongedocumenteerd overeind, Palmyra in 1900 bijvoorbeeld is een stille plek vol puin, gewoon omdat het er nog niet opgeruimd was. Maar bovenal was Bell geïnteresseerd in de mensen en wilde ze het gebied van binnenuit leren kennen, vanuit de woestijn waar, zo schreef ze, ‘iedereen een vijand is tot hij een vriend blijkt’. Ze sprak Farsi, Turks en Arabisch en in 1907 verscheen The Desert and the Sown, het reisboek door Syrië met verhalen van rond het kampvuur, met de roddels uit de bazaar. Na haar tochten door de woestijn bleef ze in haar dromen op kamelen rondrijden.

Het einde van de Eerste Wereldoorlog betekende een periode van politieke onderhandelingen tussen Churchill en Arabische leiders, waarbij Bell, lokale vertrouweling in dienst van het Koninkrijk, maar voorstander van een onafhankelijke Arabische staat in Mesopotamië, bemiddelde. Op een landkaart tekende ze een voorstel voor de landsgrenzen van Irak, hoekig en dwars door de woestijn.

Daags na de opening van het door haar opgerichte Nationaal Museum in Bagdad (dat na de invasie van de Verenigde Staten werd leeggeroofd en gesloten), stierf Bell aan een overdosis slaapmedicatie. T.E. Lawrence was een van de dragers van haar kist. Aan het einde van de film verschijnen haar oude vrienden nog om te benadrukken dat ze niet de plek in de geschiedschrijving heeft gekregen die ze verdiende. Vorig jaar verfilmde Werner Herzog haar leven, ruim een halve eeuw na David Leans Lawrence of Arabia, de met zeven Oscars bekroonde film van ruim drie uur waarin geen vrouw aan het woord komt. Herzog laat Bell in zijn film zuchtend vallen voor de kleuren en de kruiden, de muziek en de sterrenhemel van het Midden-Oosten. In de persoon van Nicole Kidman werd ze een ware queen of the desert, een schoonheid die ze niet geweest zou zijn.

Het knappe aan Letters from Baghdad is juist dat de film niet alleen over Bell gaat. Door de vrijheid van beelden, die niet precies haar verhaal volgen, kan het landschap een decor zijn voor allerlei levens. We zien opnamen van golvend water in rivieren, bomen in de wind, een vuurtje in een olielamp, en kijken naar alle mensen die het land bewonen of er doorheen trekken. De documentaire is daarmee een prachtige registratie van de bewegingen in een regio die nog altijd niet tot rust is gekomen en waar oude monumenten verloren gaan in nieuwe geschiedenis. Uit de lange lijst van geraadpleegde archieven in de aftiteling blijkt nog eens hoe zeer die geschiedenis over de wereld verspreid ligt.


Letters from Baghdad draait op 20, 21, 24 en 25 november. Voor locaties en tickets zie idfa.nl

Beeld: Letters from Bagdad (IDFA)