Martin Luther King vs the FBI, regie Sam Pollard © VPRO

In Martin Luther King vs the FBI (2020) zien we hoe King reageert op vragen waarin communistische invloed op zijn burgerrechtenbeweging gesuggereerd wordt. Hij riposteert dat de fbi zou moeten erkennen ‘dat het verbazingwekkend is dat zo weinig zwarten communist zijn geworden, gezien hun ellende. Dat ze de VS zo trouw blijven, ondanks onderdrukking en discriminatie.’ Het is raak, en communist was de baptistendominee zeker niet. Medestrijder Stanley Levinson (‘wit, joods, advocaat’) was dat wel, althans geweest. (‘King adored him’, zegt medestrijder Andrew Young.) Hun samenwerking vormde een gevaar voor King. De Kennedy’s, president en justitieminister en sympathisanten van de burgerrechtenbeweging, adviseerden hem dringend, ingeseind door Hoovers fbi, die contacten te verbreken. Ook met het oog op hun eigen reputatie. Maar King ging in het geheim door. Wat hem, om redenen die niets met communisme van doen hadden, in zo grote problemen bracht dat hij zich lang stilhield over een zaak die hij, zijn geweten volgend, eerder aan de kaak had moeten stellen: de oorlog in Vietnam. Uiteindelijk deed hij dat toch, met effect, zoals bijna alles wat hij deed effect had – maar hij was en bleef chantabel.

Sam Pollards lange documentaire is belangrijke geschiedschrijving middels verbluffend archiefmateriaal en analyses van historici; én tegelijk akelig actueel omdat de ‘rassenkwestie’ dat was, is en blijft: Black Lives Matter. King werd in 1968 vermoord omdat hij racisme systematisch en charismatisch te lijf ging, een groot deel van de zwarte bevolking wist te mobiliseren, en zo een bedreiging vormde voor een ‘vanzelfsprekende’ maatschappelijke piramide waarin ‘wit’ top en middenveld vormde en ‘zwart’ de onderkant. Door de briljante manier waarop hij streed – principieel én strategisch geweldloos – was hij bovendien bij uitstek degene die het zelfbeeld van de VS als land of the free onderuit wist te halen, juist door te wijzen op de gigantische discrepantie tussen theoretische fundamenten en maatschappelijke realiteit. Eerst moesten racistische wetgeving en handhaving verdwijnen (hij kreeg nationale bekendheid door zijn aandeel in de Montgomery-busboycot tegen segregatie in het openbaar vervoer, 1955). Daarmee en daarna moest een sociale omwenteling volgen.

Martin Luther King vs the FBI, regie Sam Pollard © VPRO

Tot aanvoerder van zijn ontelbare tegenstanders (onder wie de kkk, die zijn huis in brand stak) ontwikkelde zich meer en meer de fbi onder Edgar J. Hoover en William C. Sullivan. Die toestemming kregen King te bespioneren en af te luisteren om communistische invloeden aan te kunnen tonen. Zonder resultaat. Maar bijvangst was dat King er een geheim seksleven op na bleek te houden, dat verder ging dan een buitenechtelijke affaire. Het misbruik van die kennis vormt een diepterecord in de praktijken van de fbi. In 2027 wordt hun belastend materiaal vrijgegeven, dat Kings reputatie kan schaden, maar niets zal afdoen aan zijn historische verdiensten. Waarschuwing: het n-woord wordt in het archiefmateriaal ook door King en de zijnen nog volop gebruikt.

Sam Pollard, Martin Luther King vs the FBI, VPRO 2Doc, donderdag 18 augustus, NPO 2, 22.05 uur