De Nederlandse politiek gaat sociale problemen de laatste tijd met energie te lijf. Noem het ingrijpen in het leven van hangjongeren en lastpakken paternalisme of bemoeizucht, de gemiddelde politicus zal zijn schouders ophalen en zeggen: als het maar werkt. Daar is iets voor te zeggen. Maar de vraag is wát er ‘werkt’. Vlak voor de zomer pleitte Arco Verburg (PVDA), voorzitter (‘burgemeester’) van het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes, voor invoering van anti social behaviour orders, asbo’s, naar Brits model om de overlast in zijn wijk te bestrijden.
Asbo’s zijn verboden die mensen in Groot-Brittannië opgelegd krijgen wanneer ze hun lokale gemeenschap tot last zijn. De buurt kan vragen of een notoire herrieschopper een asbo krijgt om zich stil te houden – maakt hij dan toch nog herrie dan is-ie strafbaar. Het idee is democratisch én sociaal bedoeld: de buurt heeft zélf invloed op de leefbaarheid van de wijk en lastige mensen die niet iets écht strafbaars doen, krijgen toch een nuttige tik op de vingers. Inmiddels hebben zo’n tienduizend Britten een asbo, voor zeer uiteenlopend asociaal gedrag: de asbo hoort bij het dagelijkse Engels. Wereldberoemd autojournalist Jeremy Clarkson refereert aan de door hem boven alles verfoeide want superburgerlijke Ford Focus als de Ford Asbo.
Maar onderzoek laat zien dat de maatregel weinig effectief is – in tegenstelling tot wat de Amsterdamse stadsdeelvoorzitter beweert. Juist deze week verschijnt in Groot-Brittannië een studie van een politieman (!) die constateert dat degenen die een verbod om zich asociaal te gedragen kregen, minachting hebben voor dat verbod of er juist trots op zijn. Het aantal handelingen, uitlatingen, wandelroutes en kledingstukken dat verboden wordt, is zo uiteenlopend dat veel van de ‘gestraften’ de logica ontgaat. Overtreding van de asbo komt dan ook veel voor – waarop je alsnog grote kans loopt de gevangenis in te draaien. Een asbo is een opstapje naar de criminaliteit, zegt niet een geitenwollensok uit Zeist, maar Neil Wain, politiecommissaris te Manchester.
Voor de goede orde: voordat Verburg erover begon, was het idee hier al lang opgepikt. Het vorige kabinet nam al een asbo-achtig wetsvoorstel aan dat burgemeesters meer bevoegdheden gaf tegen ‘straatterreur’. ‘Met het instellen van een avondklok zit het gespuis ’s avonds thuis’, zei toenmalig VVD-fractievoorzitter Jozias van Aartsen destijds. Maar het gespuis is nog niet thuis, want ook deze regering stuurde vorige week een soortgelijk wetsvoorstel naar de Raad van State. Het wil onder andere ernstige overlastgevers bestrijden en officieren van justitie de mogelijkheid geven mensen, ‘vooruitlopend’ op het strafrecht, ‘gedragsaanwijzingen’ te geven. Zo’n ‘aanwijzing’ kan zijn: een gebiedsverbod, meldingsplicht, contactverbod, het volgen van een therapie of een behandeling tegen agressie of verslaving.
In De Baarsjes wordt de overlast veroorzaakt door een kleine groep jongeren, laten het er vijftig zijn. Eigenlijk is de veiligheid in die wijk de laatste jaren flink verbeterd. Ongetwijfeld zijn politiek en buurt blij dat de lastpakken op hun falie kunnen krijgen en uit bepaalde buurten geweerd worden. Het is voorstelbaar en terecht. Dát ‘werkt’ dus wel dankzij de krachtige taal – maar verder? Iets zegt me dat deze jongeren, ongetwijfeld állemaal afkomstig uit een gezin waar te weinig geld is, en te weinig liefde tussen pa en ma en te weinig kamers en te weinig boeken uit de leeslijst, dat deze ongetwijfeld strontirritante jongeren de ‘gedragsaanwijzing’ net niet helemaal zullen oppakken. En dus alsnog opstomen naar de rechtbank. Tussen alle retoriek door wat praktische wijsheid over bijvoorbeeld de ervaringen in Engeland terughoren, zou daarom aardig zijn.