In de onbedoeld actuele film Swordfish speelt John Travolta een zeer geheime agent die de American way of life wil beschermen. Hij steelt geld van de overheid om anti-Amerikaanse terroristen te kunnen uitroeien. De diefstal gaat gepaard met vele doden en gewonden. Onschuldige burgers sneuvelen op allerlei manieren, onder meer als lopende landmijnen, volgehangen met springstof en kogellagers. De andere held van de film, een idealistische computerkraker, protesteert tegen die wreedheid. «You don’t get the big picture», stelt Travolta hem gerust. «Nu vallen er een paar doden. Maar we worden omgeven door terroristen, die ik te lijf zal gaan. Ik bescherm straks de vrijheid van jou en je dochter, van ons allemaal.» Beiden overleven alle geweld en aan het einde begint Travolta met het lukraak uit de weg ruimen van Arabische terroristen.
Je komt met gemengde gevoelens naar buiten. En dat is niet alleen omdat de vertoning door zijn traagheid en armetierige plot het genre B-film in een kwaad daglicht zet. De makers laten geen misverstand bestaan over het feit dat ook de redeloze moordenaar Travolta een Amerikaanse held is. Zouden zij verbaasd zijn geweest over de aanslagen in New York en Washington? De schrijver Martin Amis stelt in The Guardian dat de Amerikanen zich nu pas zouden realiseren dat hun land niet alleen aanbeden maar ook gehaat wordt in de wereld. Maar voor een publiek dat Swordfish als zoete koek slikt, bestaat de rouw om die ontdekking uit krokodillentranen. Misschien zit de grootste schok die de Verenigde Staten voelden wel in het cliché dat op 11 september de werkelijkheid net een film leek. Dat zou allicht verklaren waarom de reactie van George W. Bush zo dicht bij de beeldtaal van Hollywood blijft: je bent vóór ons of tegen ons.
Uit zijn plannen lijkt in elk geval op te maken dat hij voor de aankomende strijd tegen het terrorisme het scenario van de «War on Drugs» gebruikt. Steunpilaren van de drugsoorlog zijn een hoop extra kantoren, uitbreiding van het recht privacy van burgers te schenden en militair te interveniëren in andere landen. Het zijn precies de middelen die nu ook voor de «War on Terrorism» worden ingezet. Het succes kun je bij voorbaat betwijfelen de resultaten van de War on Drugs zijn te verwaarlozen. In de drugsoorlog bestaat het doelwit van de strijd niet uit de oorzaken van drugsgebruik of de consequenties, maar uit de verdovende middelen zelf. Met een budget van twintig miljard dollar per jaar worden jaarlijks onder meer 600.000 mensen gearresteerd voor het bezit van marihuana, en plantages platgegooid in Latijns-Amerika. Het percentage Amerikaanse jongeren dat drugs gebruikt, blijft ondertussen stabiel rond de tien procent. Wat aan coca sneuvelt in Bolivia wordt aangeplant in Colombia. Het bevechten van drugs alleen heeft dus geen zin. De idiotie van Bin Laden en de zijnen lijkt de Amerikanen evenmin een verklaring waardig als het drugsgebruik in hun land. Als hij uit zijn tentje is geblazen, zal een neef dus de winkel wel overnemen. Maar met wortel en tak uitroeien, van planten of van terroristen in The big Picture klinkt het zo goed.