Het was te verwachten, zo spraken de commentatoren berustend. Het is alleen nog wat erger dan verwacht. Het Vlaams Blok is over het hoogtepunt heen, probeerde iemand anders nog. Maar of dat goed nieuws is met deze percentages, is nog maar zeer de vraag.
Niet alle stemmers op het Vlaams Blok zijn racisten, zeiden de vertegenwoordigers van de oude partijen. Dat geloof ik graag, maar of er nog kiezers zijn die niet weten dat ze op een racistische partij stemmen als ze het vakje van het Vlaams blok aankruisen, valt te betwijfelen. Het Vlaams Blok heeft er tenslotte alles aan gedaan om daar geen misverstand over te laten bestaan.
De partij van Haider heeft veel meer pogingen ondernomen om een burgerlijk jasje aan te trekken. Haider heeft zich ontdaan van de al te rauwe neonazi’s en neemt zich voor binnen vier jaar een dermate keurig imago te hebben dat hij aan de regeringstafel zal worden genood. Maar ook Haider glijdt om de dag uit richting extreem-rechts.
Als hij dat niet doet en zijn programma in neutrale bewoordingen uitlegt, lijkt hij weggelopen uit leninistische boekwerkjes die de opkomst van het fascisme in de jaren twintig altijd verklaarden uit de frustraties van de kleine burgerij. Haider tegen de sociaal-democratische kanselier Vranitzky: ‘Jullie sociale stelsel bedient maar twee groepen in de samenleving: de onderste vijftien procent en de bovenste tien die met vette salarissen het meeste profijt trekken van het systeem. De groep daartussen werkt hard en mag hoge belastingen betalen.’ Die onderste vijftien procent behoort natuurlijk tot de groep die de sociaal-democratie ook zou moeten beschermen, die bovenste tien procent verwijst naar de corruptie binnen het Oostenrijkse politieke systeem.
>u10<: De meeste Oostenrijkers hebben zich politiek gezien veertig jaar niet durven verroeren omdat de ideologie altijd leerde dat Oostenrijk zich vanwege de Koude Oorlog geen instabiliteit kon veroorloven. Onbeweeglijk en altijd aan de macht hebben de sociaal-democraten en de katholieke OVP in broederlijke samenwerking de banen en het geld volgens patronagesystemen verdeeld. De Oostenrijkse burger werd op zijn zachtst gezegd niet echt lastig gevallen met de politieke besluitvorming en werd ook niet geacht zich ermee te bemoeien. Als hij maar gewoon zijn stem bleef uitbrengen op de partij waar zijn ouders ook al op stemden.
In Belgie is, zoals bekend, iets soortgelijks aan de hand. Politiek als grabbelton voor bestuurders, bestuurderspartijen met lucratieve bijverdiensten, smoezelige besluitvorming, wazige compromissen en een totale minachting voor kiezers behoren al sinds jaar en dag tot de dagelijkse politieke praktijk in Belgie, met als treurig hoogtepunt de handel en wandel van de leden van de Vanden Boeynants-dynastie, waarover een epos te schrijven valt waar The Godfather bij verbleekt.
Dat alles werd vijf jaar geleden ook al onderkend, ook door de betrokken politici en partijen. Het enige wat ze de laatste jaren nog hebben toegevoegd aan de puinhoop die ze veroorzaakten, is de totale onmacht om iets te veranderen aan de situatie en de neiging om het Vlaams Blok de wind uit te zeilen te nemen door zelf net zo erg te worden. Zo kon je de afgelopen maanden socialistische voorlieden horen zeggen dat ‘deportatie van migranten nu eenmaal niet tot de democratische middelen behoort en daarom geen optie is’. Alsof dat de reden is om deportaties af te wijzen.
Er zijn wel uitzonderingen en daar blijken kiezers ook gevoelig voor. Louis Tobback behaalde niet voor niets een verkiezingsoverwinning in Leuven, waar de socialisten veertig procent van de stemmen vergaarden.
Het blijft de vraag waarom de terechte afkeer van de heersende machten in een aantal landen zo eenvoudig richting racistische programma’s kan worden gekanaliseerd. Vanzelfsprekend is dat niet. Engeland kan er tenslotte ook wat van als het gaat om sociale crisis, afbraak van de verzorgingsstaat en het veroorzaken van grote sociale onzekerheid bij de burgers. Toch heeft daar het Nationale Front nooit een substantiele poot aan de grond gekregen.
Dat wil niet zeggen dat Engeland geen racisme kent. Maar er is een belangrijk verschil: de meeste inwoners van buitenlandse afkomst in Engeland lopen met een Engels paspoort op zak. Ze zijn staatsburger van Groot-Brittannie. Er is dus ook geen politiek programma mogelijk dat de verwijdering van die inwoners tot perspectief maakt.
Dat is precies wat het Vlaams Blok en Haider wel doen. Ze schetsen een oplossing die uiteraard geen oplossing is maar die steunt op een merkwaardige mengeling van xenofobie, gekrenkt eergevoel en ahistorisch nationaal bewustzijn. Het kan geen toeval zijn dat juist Belgie en Oostenrijk door deze plaag worden getroffen. De wijze waarop bijvoorbeeld Nederland en Duitsland met het recente verleden omgaan, verdient misschien geen schoonheidsprijs, maar het is een wonder van genuanceerde discussie, van publiek debat en educatief werk vergeleken bij de volkomen ontkennende en leugenachtige wijze van behandeling in Belgie en Oostenrijk.
Belgie, waar nog maar een paar jaar geleden een documentaire over collaboratie en verzet van de beeldbuis werd geweerd. Oostenrijk, waar men nog vrijelijk spreekt over het ‘antigermaans racisme’ dat achter het toelaten van vluchtelingen en migranten zou schuilgaan.
Dat alles gecombineerd met angstige politici van de oude partijen die nooit of te nimmer de moed hebben om tot hun kiezers te zeggen: ‘Dames en heren, of u het leuk vindt of niet, de mensen die hier wonen en leven zullen dat blijven doen.’ Integendeel, ze werpen zichzelf in de publiciteit op als de kampioenen van de beperking van de migratie.
Dat troebele soepje maakt het organiseren van verkiezingen in bepaalde delen van Europa vandaag de dag een tamelijk gevaarlijke onderneming.