In 2008 had ze een solo in het Kröller-Müller en plaatste ze een gotisch aandoend bouwsel van langgerekte panelen in Park Sonsbeek, ter gelegenheid van de tentoonstelling Grandeur. In 2009 won ze de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs. Maar sindsdien is het relatief stil rond de kunstenaar (ze deed in 2011 wel mee aan de Biënnale van Istanbul).

Aladogan is geen kunstenaar die uit is op kortetermijnsucces. Ze werkt traag, onderzoekend en bijna ouderwets gedegen. Aan een tekening kan ze gerust een jaar werken. Maar het zijn vooral haar grote installaties van klei, hout en andere weerbarstige materialen waarin veel uren gaan zitten. Daarmee gaat ze steeds in op actuele ontwikkelingen, vooral op het gebied van de natuur- en technische wetenschap. Kracht, wilskracht, en het controleren van het oncontroleerbare zijn thema’s die haar bezighouden. Centraal in haar tentoonstelling Army of Me (2004) in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam stond bijvoorbeeld een gestileerde versie van een B-2 Stealth-bommenwerper. De dreiging die van dit gevaarte uitging, viel op een curieuze manier samen met zijn sierlijke boemerangvorm en de spookachtige eigenschap dat het zich onttrekt aan de waarneming door een radar.

Vanaf eind januari is er eindelijk weer nieuw werk van Aladogan te bewonderen in Museum De Pont in Tilburg, iets om naar uit te zien. Begin september opent datzelfde museum ook een nieuwe vleugel, een zogeheten black cube, een ruimte van zeshonderd vierkante meter speciaal toegerust op het presenteren van videokunst. De eerste tentoonstelling hier is van de Belgische David Claerbout, wiens werk het midden houdt tussen bewegend beeld en videostill en, aldus The New Yorker, tussen ironisch banaal en gewoon saai.


Eylem Aladogan, 21 januari t/m 26 maart, Museum De Pont, Tilburg. depont.nl

Beeld: Eylem Aladogan, The Disbeliever and the magic point where every idea and its opposite are equally true, 2016 (Eylem Aladogan / Museum de Pont, Tilburg)