Paul Gascoigne

Tijdens de wereldkampioenschappen voetbal van 1990 ontstond het Britse fenomeen «Gazzamania». Met de kop, het hart en het temperament van een hooligan was Paul Gascoigne de ster van het Engelse elftal dat doordrong tot de halve finales. Daarin sneuvelde het tegen Duitsland, en de tranen stroomden de jonge voetballer over de rode, enigszins pafferige wangen. Hij was de held van de natie en gedurende de gehele jaren negentig niet uit de dagbladen en tabloids te slaan. Zelfs Granta en de London Review of Books wijdden speciale nummers aan het fenomeen.
Eigenlijk ging het een jaar later al mis. Tijdens de finale van de FA Cup vernielde Gascoigne zijn eigen knie bij misschien wel de lompste tackle uit de geschiedenis van het voetbal. Overvoerd door adrenaline en met een volstrekt gebrek aan zelfdiscipline vloog hij in op Gary Charles van Nottingham Forest. Na lange tijd te zijn uitgeschakeld speelde hij met tanende grootsheid bij Lazio Roma, Glasgow Rangers, Middelsborough en Everton. In de tussentijd vergaarde hij een recordaantal gele en rode kaarten, en sloeg hij fotografen, cafébezoekers en zijn vrouw het ziekenhuis in.
Op een ochtend vond de politie hem op een bankje bij het treinstation, zo dronken dat hij zich niet direct zijn eigen naam en adres kon herinneren.
Maar zijn geniale invallen op het veld bleven fans en trainers hoop geven. Nog in 1997 verklaarde de toenmalige Engelse bondscoach Glenn Hoddle dat hij het nationale voetbalteam om hem heen wilde bouwen. «Voor de komende zes jaar is hij onze belangrijkste schakel.» Een jaar later zette hij de alcoholist buiten de ploeg. Hij was te langzaam, te dom, te gek, te agressief en vooral te dorstig.
Onlangs zag de wereld hoe de beste voetballer aller tijden, Diego Armando Maradona, als een dik opgepoft mannetje nog één keer ronddrentelde op een voetbalveld. Vooral veel Noord-Europeanen — nooit hartstochtelijke fans geweest van het Argentijnse genie — vonden het een gênante vertoning.
Gascoigne bood in de afgelopen vijf jaar hetzelfde schouwspel, in de periodes dat hij niet in een ontwenningskliniek verbleef. Hij verliet soms wedstrijden lang de middencirkel niet, met een hoofd als een boei en een kegel bijna even krachtig als zijn oude tackle. (Pieter van Os)

Ina Brouwer

Het was onvermijdelijk dat na de val van de Muur de politieke carrière van Ina Brouwer zou sneuvelen. Aanvankelijk herrees ze uit het graf van de ten grave gedragen CPN door zich met «nieuw elan» voor de in 1989 opgerichte fusiepartij GroenLinks in te zetten. Ze zei de partijpolitiek definitief vaarwel na haar mislukte duo-lijsttrekkerschap met Mohamed Rabbae bij de landelijke verkiezingen in 1994. Jarenlang had ze zich kunnen handhaven in het communistische klimaat van voortdurende ruzie, achterdocht en verraad. Met het verdampen van de rode utopie leek ze de weg te zijn kwijtgeraakt.
Brouwer kreeg opnieuw een kans: als directeur Directie Coördinatie Emancipatiebeleid (DCE). Al gauw kwam er kritiek vanuit de vrouwenbeweging. Niet alleen sneed ze fors in de subsidieregelingen, erger was dat ze een belabberde manager bleek te zijn. Leiding gaf ze per decreet. Bovendien kon ze de weelde niet dragen van de macht over potjes geld, dat werd besteed aan allerlei yuppenuitstapjes met twijfelachtige doeleinden en het «op kosten van de zaak» volboeken van de concertagenda van onder meer de bevriende pianist Van Rooyen.
Ondertussen ging de omstreden Ina Brouwer in debat met VVD’er Frits Bolkestein over diens stelling dat zij vanwege haar verleden geen publieke functie mocht vervullen. Oud-CPN’ers moesten eerst maar eens boete doen voor de steun aan het stalinistische regime in de Sovjet-Unie en rekenschap afleggen van het feit dat er binnen de eigen gestaalde kaders een klimaat had geheerst waarin tegengeluiden niet werden geduld of onwelgevallige praktijken verdonkeremaand werden. Ina Brouwer begaf zich op glad ijs: uit een proefschrift kwam naar voren dat zij persoonlijk ervoor had gezorgd dat de oud-communistes binnen «Vrouwen van Ravensbrück» de mond dicht moesten houden over verkrachtingen van het Rode Leger omdat «dit opgevat kon worden als een directe aanval op het communisme».
In 2000 moest de emancipatiedirectrice opstappen, hoewel ze zelf in managertaal zei dat ze «toe was aan een nieuwe uitdaging». Als antwoord op het verwijt van belangenverstrengeling durfde ze nog te beweren dat ze slachtoffer was geworden van «de moed om als vrouw in een toppositie nieuwe vormen te proberen. Wij vrouwen nemen meer risico’s. Ik hou van muziek en ben spontaan. Ik verbind emancipatie met muziek.» Voorwaarts ging Ina Brouwer vanaf 2000 op Sociale Zaken, onder meer met het schrijven van rapporten en het voorbereiden van Europese toppen. (Margreet Fogteloo)

Tupac Shakur

Vijfentwintig jaar oud en doodbloeden met vier kogels in het lijf. Het zou een line kunnen zijn van een doorsnee gangstarap. Het overkwam de uiterst succesvolle rapper Tupac Shakur, alias 2Pac — the biggest gangsta of them all.
Hij stierf in stijl. In gangstaraps vallen de doorzeefde niggaz doorgaans als vliegen; er worden politieagenten neergemaaid, roofovervallen gepleegd, en bitches en whoes (slang voor «hoeren») verkracht.
Het genre werd razend populair in het begin van de jaren negentig en groeide uit tot een miljoenenindustrie. Met idealistische toekomstvisies hielden de zelfbenoemde «gangsters» zich niet bezig. Het door hen bezongen leven in het getto kon immers van de ene op de andere dag gesmoord worden in bloed. Leef er dus maar op los, was de boodschap. Wees crimineel en meedogenloos en smijt je rijkdom over de balk. Vermaak op het scherpst van de snede, want rappers en publiek hadden moeite rhymes en reality van elkaar te scheiden.
Zo ook 2Pac. Bij een verkeersruzie schoot hij twee agenten in burger neer, en hij zou ten gerieve van drie van zijn roadies een jongedame gedwongen hebben tot orale seks. In 1994 overleefde hij een mislukte roofoverval waarbij hij vijfmaal werd getroffen. Hij werd op slag beroemd en verdiende miljoenen met zijn platen. 2Pac voelde zich onkwetsbaar, pochte met de littekens van zijn schotwonden en gedroeg zich meer dan ooit als de gangster uit zijn eigen repertoire.
Maar op 13 september 1996 werd zijn hoogmoed hem fataal. Geen roofoverval ditmaal, maar een koele afrekening. 2Pac speelde een hoofdrol in de hiphopoorlog van de West Coast-rapclans met hun East Coast-collega’s. Een oorlog die om niets anders ging dan «respect», en die aanvankelijk slechts in rijmvorm werd uitgevochten.
Meteen na de aanslag begonnen op internet geruchten te circuleren over de betrokkenheid van de New Yorkse rapper Notorious B.I.G., die wraak zou hebben willen nemen op zijn vijanden aan de Westkust. Bijna tot op de minuut af een jaar na de dood van 2Pac werd B.I.G. op vrijwel identieke wijze overhoop geschoten. De dader: Marion «Suge» Knight, hoofd van 2Pacs platenmaatschappij Death Row Records.
Wat bezorgde burgers reeds vreesden, bleek waar: de scheiding tussen rhymes en reality van de gangstarap was definitief weggevallen. (Joeri Boom)

Allan Boesak

Farewell to Innocence was de titel van het proefschrift waarop anti-apartheidsactivist en dominee Allan Boesak in 1976 in Kampen promoveerde. Zijn eigen onschuld duurde tot 1990, het jaar waarin het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime strandde. De onbesproken Boesak werd door het Afrikaner dagblad Die Burger de ene na de andere buitenechtelijke affaire toegedicht, waarvan die met de lelieblanke televisieproducente Elna Botha, een nichtje van de oud-minister, nog het meest in het oog sprong. Hij zette na 21 jaar zijn vrouw Dorothy aan de dijk, werd gesommeerd zijn functie van predikant in de Nederduits Gereformeerde Sendingskerk neer te leggen en af te treden als voorzitter van de Wereldbond van Hervormde en Gereformeerde kerken.
De onschuld voorbij permitteerde Boesak zich een glimmende Ferrari en een miljoenenvilla in de luxueuze Kaapse buitenwijk Constantia. Ook in menig ander opzicht hield hij er een uitbundige levensstijl op na. De toch nooit onbedeeld gebleven Elna, inmiddels Boesaks echtgenote, liet in de lokale media doorschemeren het soms wel wat moeilijk te hebben met dat forse uitgavenpatroon. Het belette haar evenwel niet deelgenoot te worden van een financieel schandaal, waarvoor de voormalige dominee in 1999 drie jaar cel aan de broek kreeg. Van donaties die waren ingezameld door onder anderen zanger Paul Simon stak Boesak bijna tweehonderdduizend euro in eigen zak. Vrouw Elna investeerde een flink bedrag uit Zweden dat bedoeld was voor voorlichtingsvideo’s in een filmstudio, maar werd hiervoor niet veroordeeld. Wel leefde ze volop mee met haar man, van wie ze onafscheidelijk leek: gedurende zijn eenzame opsluiting kleedde zij zich nog slechts in het zwart.
Na een jaar kwam Boesak onder grote belangstelling van trouwe fans wegens goed gedrag voorwaardelijk vrij. En afgelopen maandag 15 juli moest hij zich voor het laatst melden bij het politiebureau van Stellenbosch.
Het ANC is altijd in Boesaks onschuld blijven geloven. Dat een blanke rechter hem veroordeelde, was voor de gestaalde kaders van de regeringspartij een teken dat zwarten en kleurlingen nog altijd gediscrimineerd worden. Boesak zelf houdt het erop dat hij «gruwelik deur ’n klomp demokratiese instellings in die steek gelaat is». Hij verwacht zowel vanaf de kansel als in de Kaapse politiek weer een rol van betekenis te kunnen gaan spelen. (Peter Vermaas)

Boris Jeltsin

Opeens stond hij daar, boven op tank nummer 101, in het centrum van Moskou. Boris Jeltsin, redder van Rusland. In juni 1991 kwam hij plots bovendrijven als de eerste democratisch gekozen president van Rusland. Maar pas in augustus van dat jaar toonde hij zich een ware leider. In de beste revolutionaire traditie dirigeerde hij volk en troepen vanaf een geschutskoepel.
Een dag eerder hadden putschisten Michael Gorbatsjov, de hervormingsgezinde president van de Sovjet-Unie, gevangen laten zetten in zijn zomerresidentie. Heel gezagdragend Rusland verkeerde in de buitenverblijven. Zo niet Jeltsin. Toen hij het nieuws vernam, haastte hij zich naar het Witte Huis, het centrum van de Russische macht. Troepen van de coupplegers bereidden zich reeds voor om het gebouw te bestormen. In zijn revolutionaire vervoering praatte hij enkele elite-eenheden om. CNN legde vast hoe hij op de tank klauterde en zich rechtstreeks richtte tot de menigte. De coupplegers aarzelden en Jeltsins troepen kregen de overhand. Boris Jeltsin had, naar eigen zeggen, Rusland gered van een hernieuwde communistische dictatuur.
Als kampioen der democratie leek geen berg hem te hoog. Hij beloofde Rusland glorieus binnen te leiden in de gezegende wereld van het economische kapitalisme. Maar al snel ontpopte hij zich als een autocratisch heerser. Onder zijn leiding verarmde Rusland met de dag. In 1993 ontbond hij het parlement, en grepen putschisten opnieuw naar de wapens. De president leefde op en overwon opnieuw: in crisissituaties was hij op zijn best. Exact een jaar later creëerde hij er daarom zelf een: de rampzalige veldtocht tegen moslimseparatisten in Tsjetsjenië.
Het doek viel op de drempel van het nieuwe millennium. Jeltsin, kapotgemaakt door twee hart infarcten en draconisch alcoholgebruik, kon niet meer verhullen dat hij en zijn naaste familie zich grandioos hadden verrijkt. Op 31 januari stelde hij in ruil voor een juridisch vrijgeleide per decreet zijn vertrouweling Vladimir Poetin aan als president van Rusland. Jeltsin verdween van het toneel. Zielig, opgebrand en betrapt als een ordinaire dief.