In de kleine viereneenhalf jaar dat Jan Peter Balkenende nu het cda leidt, was het om hem heen een politiek slagveld. Toen de huidige premier in oktober 2001 fractievoorzitter en partijleider werd van de grootste oppositiepartij waren Ad Melkert (pvda), Hans Dijkstal (vvd) en Thom de Graaf (d66) zijn tegenspelers.Ad Melkert is nu aan zijn tweede baan in Washington toe en succesvol vervangen door Wouter Bos. Bij de andere twee partijen was het verloop groter. Als gesprekspartners van de vvd heeft Balkenende inmiddels Gerrit Zalm en Jozias van Aartsen versleten. Het ziet er naar uit dat hij nu Mark Rutte als partijleider aan tafel krijgt. Bij veel vvd’ers valt hij goed, ook al bestaat de vrees dat Rutte misschien te veel op Bos lijkt en de rechtervleugel binnen de vvd onvoldoende in het gareel kan houden. Ook bij d66 is de cda-leider, na De Graaf en Boris Dittrich, aan de zoveelste overlegpartner toe, waarbij het in dit geval zelfs nog niet zeker is of Lousewies van der Laan uiteindelijk echt de politiek leider van haar partij wordt. Laat staan dat duidelijk is welke koers die partij gaat varen.Een opsomming van zes mensen die het veld moesten ruimen, en dan is niet eens de ravage bij de lpf meegerekend, in 2002 nog korte tijd coalitiegenoot van het cda in het eerste kabinet-Balkenende.
Deze spelerswisselingen vonden allemaal plaats omdat de andere partijen zochten dan wel zoeken naar nieuwe koersen en mensen die daarbij passen. Daarbij vergeleken lijkt Balkenende het baken waar zijn partij blind op vaart. Bijna vergeten is dat Balkenende zelf ook het product is van zo’n strijd. Hij was in 2001 de voor de buitenwereld verrassende winnaar van een intern cda-gevecht dat de twee hoofdrolspelers de kop kostte, al is de ene, voormalig politiek leider Jaap de Hoop Scheffer, als hoogste baas van de Navo beter terechtgekomen dan de andere, ex-partijvoorzitter Marnix van Rij, die weer een gewoon cda-lid is.
De strijd binnen het cda ging tussen ouder en ervaren en jong en onbelast, tussen platteland en stad, tussen het christelijke van het fatsoen en de ingrijpende plannen voor de verzorgingsstaat en christelijk met een sociaal, wat linkser en in dit geval behoudender gezicht. Aanvankelijk leek het oudere, conservatieve kamp-De Hoop Scheffer gewonnen te hebben. Maar inmiddels komen uit dat kamp geluiden dat ook zij niet onverdeeld gelukkig zijn met Balkenende. Dat is niet verwonderlijk na de nederlaag vorige week bij de gemeenteraadsverkiezingen, waarbij het cda procentueel gezien de meeste stemmen verloor: 3,6 procent, tegenover een winst bij de pvda van ruim zeven procent.Niet dat Balkenendes positie nu meteen op het spel staat. Van alle kanten wordt bezworen dat dit niet het geval is. Logisch. De politiek leider die tevens de minister-president is ter discussie stellen, kan niet zonder kleerscheuren. Bij de vvd kan politiek aanvoerder Van Aartsen terugtreden zonder dat dit consequenties heeft voor het kabinet, zelfs Zalm kon in die functie terugtreden zonder zijn positie als vice-premier en minister van Financiën op te hoeven geven. Het is zelfs zo dat ze binnen het cda hopen dat na al het gedoe bij de vvd deze partij nu onder leiding van de huidige staatssecretaris van Onderwijs een stabielere coalitiepartner wordt. Maar als het cda ook maar met de zaag richting de stoelpoten van Balkenende zou wijzen, dan valt het kabinet al.
Toen Netwerk vorige week bekendmaakte dat menige lokale cda-lijsttrekker de landelijke politiek de schuld geeft van het verlies bij de gemeenteraadsverkiezingen wezen Haagse cda’ers direct naar een vraag die Netwerk ook had gesteld maar niet had uitgezonden: Balkenende noch fractievoorzitter Maxime Verhagen hoeft daarvoor van die door Netwerk geïnterviewde cda’ers af te treden.
Het cda lijkt dus niet in paniek. Maar de christen-democraten zijn zich wel rot geschrokken. Het is alsof de slechte peilingen van de laatste jaren niet tot ze waren doorgedrongen en ze pas wakker zijn geworden nu het om echte verkiezingen ging. Na de protesten tegen de ingrepen in de vut, anderhalf jaar geleden, werd wel gezegd dat de toon anders moest en de uitleg van de boodschap beter, maar het lijkt nu alsof het al die tijd lege woorden zijn geweest. Alsof ook dat frases waren waarvoor cda’ers zelf net zo immuun zijn geworden als de kiezers: immuun voor steeds maar weer dezelfde woorden waarmee Balkenende nu al drie jaar praat over «zuur en zoet», «klip en klaar» en «laat daar geen misverstand over bestaan».Binnen de partij willen ze eerst een grondige analyse van het stemgedrag voordat ze met concrete oplossingen komen die het tij de komende veertien maanden moeten gaan keren. Waarom verliest het cda wél in Eindhoven, maar niet in buurgemeente Helmond? Waaraan is de winst te danken op het Brabantse platteland en het verlies te wijten in bijna alle steden boven de tachtigduizend inwoners? Hoe komt het dat het cda in de stad Utrecht gelijk blijft, maar in de andere drie grote steden verliest?
Het cda denkt nog zeker een week voor zo’n grondige analyse nodig te hebben. Toch staat één ding als een paal boven water: aan het beleid van dit kabinet zal inhoudelijk niets veranderen. In Balkenendes eigen woorden van afgelopen vrijdag heet het dat «dit kabinet geen knip voor de neus waard zou zijn als het nu het beleid omgooit, zelfs Wouter Bos wil dit beleid niet terugdraaien». Partijgenoten geven aan dat een koerswijziging slechts tot hoongelach van de pvda zou leiden, omdat het dan lijkt alsof het kabinet achteraf bekent toch fout gezeten te hebben. Ook vertellen cda’ers dat ze bij hun rondgang tijdens de verkiezingscampagne niemand om beleidswijzigingen hebben horen vragen. Daar trekken ze zich aan op.
Daarom zullen ze weer uitkomen op die toon, het gebrek aan warmte dat de cda-voormannen uitstralen, het pessimistische dat behalve aan Balkenende en Verhagen ook aan de ministers Piet Hein Donner en Aart Jan de Geus kleeft. Kijk naar Utrecht, zeggen sommigen nu al. Waarschijnlijk is het cda daar in zetels niet achteruit gegaan omdat minister Karla Peijs er lijstduwer was: dat is een echte optimist, een warm mens.Meer optimisten in het kabinet halen door nu nog poppetjes te wisselen, is echter geen optie. cda’ers hopen dan ook dat Balkenende zich meer gaat gedragen zoals op de laatste avond voor de verkiezingen, toen hij op televisie ineens heel ontspannen overkwam. Zo kan Balkenende inderdaad zijn. Iedereen die die kant te zien krijgt, zegt verbaasd: in het echt is hij veel leuker. De premier moet zich daarom realiseren, vinden partijgenoten, dat er de komende veertien maanden voor het cda in de Nederlandse zaaltjes een wereld te winnen is, en niet daarbuiten bij Bush, Blair of Berlusconi. Balkenende mag de pvda hekelen door Bos voor de voeten te werpen het kabinetsbeleid eigenlijk over te nemen, de christen-democraten willen feitelijk de pvda-oplossing en het sp-recept overnemen: meer de wijken in, de straten op, bij de mensen binnen.
Balkenendes positie staat dan wel niet openlijk ter discussie, intern speelt zijn opvolging wel degelijk. Het is voor cda’ers even logisch dat er nu niet aan zijn stoelpoten gezaagd kan worden als het voor hen vanzelf spreekt dat de huidige leider opstapt als zijn partij na mei volgend jaar de kleine coalitiepartner van de pvda wordt. Dus moet er een opvolger in de coulissen klaar staan zonder dat het lijkt alsof er sprake is van het ondermijnen van het gezag van de huidige leider. Dat is des te ingewikkelder omdat daaruit blijkt dat de interne strijd uit 2001 niet geheel is uitgevochten. Die richtingenstrijd is feitelijk onbeslist geëindigd, maar louter door enkele verkiezingsoverwinningen van het cda naar de achtergrond verdwenen.
Het verlies van vorige week – gekoppeld aan de winst voor de pvda maar zeker ook die van de ChristenUnie – is in de ogen van sommigen het bewijs dat de koers weer linkser en socialer moet worden, meer richting de vroegere Antirevolutionairen. De uitkomst van het aanstaande Voorjaarsoverleg zou daarvan wel een signaal kunnen zijn. Hoewel katholiek staat ook voormalig minister-president Ruud Lubbers voor die Antirevolutionairen-koers. Degenen die daar niet voor voelen zien diens optreden in de afgelopen campagne als een teken aan de wand. Het feit dat Lubbers, samen met bisschop Bär, dit jaar de Schmelzer-lezing voor de eigen partij houdt, leggen zij ook in dat licht uit. Deze tegenstanders van die wat linksere koers vinden dat het cda zich moet bekommeren om de kiezer in de kleinere gemeentes en niet om de doelgroepen in de grote steden waarop de pvda zich richt.In de coulissen vallen zelfs al namen. De meest openlijk genoemden zijn die van Joop Wijn – staatssecretaris van Financiën, 36 jaar, vlot, katholiek, niet zo tobberig en met ervaring in Kamer én kabinet – en van Camiel Eurlings – pas 32, een zuidelijke katholiek met ervaring in de Kamer en sinds 2004 aanvoerder van de cda’ers in het europarlement. Wil die laatste de partij gaan leiden na een terugtreden van Balkenende, dan zal hij weer op de lijst moeten voor de Tweede Kamer.Verrassender is dat ook de naam valt van Sybrand van Haersma Buma, geboren in 1965, van protestantse huize, woordvoerder in de Tweede Kamer voor justitie en tot nu toe meer op de achtergrond opererend dan de andere twee en met een op het oog ook wat zorgelijker karakter.Ondanks de dreun van de gemeenteraadsverkiezingen gaan die gesprekken over personen en koers heel voorzichtig en omfloerst. Zoals de landelijke pvda op het moment de gevangene is van de virtuele winst en daardoor van interne kritiek verschoond blijft, zo is het cda de gevangene van het premierschap. Pas als het die functie verliest, barst het gevecht over richting en partijleider weer in alle openheid los.