Ik vond het mooi in meerdere betekenissen – en was kennelijk niet de enige. Waren destijds Naarden, Steenwijk en Zeist aan de beurt, nu is gefilmd in Amersfoort, Apeldoorn, Groningen en Leeuwarden. Cijfers: het aantal kringloopwinkels is in die twee jaar gestegen van 1700 naar 5000, die gezamenlijk jaarlijks 36.000 ton goederen aan de te verbranden afvalberg onttrekken – de energiebehoefte van een stad als Rotterdam.

Het succes uit de eerste titel is dus alleen maar gegroeid en de kracht sterk toegenomen. Waarbij de laatste niet beperkt blijft tot hergebruik en milieueffect maar minstens zozeer schuilt in moeilijker objectiveerbare terreinen als sociale cohesie, armoede- en eenzaamheidsbestrijding, geestelijke gezondheidszorg en bevorderen van eigenwaarde bij klanten, cliënten (niet hetzelfde), vrijwilligers en betaald personeel. En wie lichte hoon voelt borrelen over die wellicht zweverig overkomende uitspraken, die kijke vooral, want de pretenties worden zicht- en voelbaar waargemaakt. De grootste kracht van kringloopwinkels ligt misschien wel in hun betekenis voor zwakken, in vele betekenissen van het woord. Sterkmakers, al is dat een vreselijk woord.

Eerst een bekentenis: tijdens de tweede aflevering van de nieuwe reeks werd ik kwaad op de maker. Schreef ik destijds al: ‘Wiering is bepaald niet de meest sentimenteel-empathische interviewer en stelt zijn vragen recht voor de raap, soms tegen het botte aan’ – in een gesprek met een vrijwilligster in Leeuwarden maakt hij het me te bont. Zij heeft een lange periode van tegenslag en isolement achter de rug; de stap om zich hier onder de mensen te begeven en zich te wijden aan het kunstnijverheidsbeschilderen van oude kasten ‘is de redding van mijn leven geweest’, maar hij wil weten hoe dat dan precies zit. ‘Hoezo was je somber?’ Haar antwoorden (’de mens is een project’) zijn hem te vaag en ze komt er niet uit. ‘Ik vind dit een beetje te moeilijk’, zegt ze. Hij laat haar bungelen.

Waar heeft een kwetsbare deze ongemakkelijke scène aan verdiend? Bevalt haar jargon hem niet? Ik wilde eigenlijk stoppen met kijken: zoek het maar uit met je kringloopwinkel (interessante documentaires rond Kerst genoeg: In Europa met Geert Mak; Raoul Heertje en Frans Bromet in Israël). Maar dan had ik gemist dat Wiering haar in aflevering drie zijn excuses komt aanbieden (wat harkerig, maar wanneer zie je zo een zelfcorrectie nou op de tv?). En erger: ik had veel prachtigs gemist. De ongewoon ‘gewone mensen’ die die winkels runnen of er bijdragen aan leveren vanuit overtuiging en betrokkenheid bij ‘de ander’: ruggengraat van de kringloop. En anderen, wankeler, voor wie het meedraaien als vrijwilliger therapeutische effecten heeft. Die er weer gevoelens van eigenwaarde aan ontlenen, zingeving, een enkeling zelfs ‘geluk’. Ook had ik mijn eigen verbluffende bekering tot Majesteit Maxima gemist. Stay tuned.

Wiering en zijn researchers zullen lang rondlopen voordat hij zijn hoofdpersonen kiest. En ja, die zijn opvallend door persoonlijkheid, leven en lot, wijsheid of goedheid; vaak in combinatie.

Je hebt de ijzersterken die de zaak runnen – zoals het vrouwenduo Caroline en Daan van De Oude Bieb in de Groningse wijk Lewenborg, met veel haast onzichtbare sociale problematiek. ‘Voor de wijk, door de wijk’ is hun credo, dat wordt waargemaakt in iets dat naast kringloopwinkel vooral een laagdrempelige ontmoetingsplek is voor tallozen die blijkens een enquête aan armoe en vereenzaming, een elkaar versterkende combinatie, lijden.

Of leden. Want het succes is, gezien het aantal bezoekers en deelnemers aan winkel en overwegend gratis activiteiten, gigantisch. Het geld komt deels uit de inkomsten van spullenverkoop, vaak ingebracht door wijkbewoners die het beter hebben (sociale-huurwoningen en koopwoningen staan door elkaar). Er wordt een gigantisch tv-toestel aangeleverd en wegens sterfgeval een duur tweepersoonsbed – ze zijn, tegen redelijke prijzen, weg voor je het weet. Daarvan wordt onder meer dagelijks thee en koffie geschonken; een maandelijkse gratis gezonde maaltijd geserveerd, die ze naar wekelijks willen promoveren want de toeloop is groot; een busreis georganiseerd voor buurtkinderen. Dit is dus winkel, buurthuis en veelvormig social work ineen.

Met als levend bewijs Petra, die na een beschadigde jeugd en ook al tien jaar sociaal isolement vol angstaanvallen, vrijwilligster werd in de Bieb, daar opviel door haar vermogen lotgenoten te adviseren en steunen, op het spoor van een opleiding werd gezet en nu het diploma medewerker maatschappelijke zorg haalt waarmee ze zelfs therapiegesprekken mag voeren. (Met weemoed dacht ik terug aan het tweedekansonderwijs dat we op onze ‘sociale academie’ gaven aan diplomaloze vrijwilligers in het welzijnswerk, die na het toelatingsexamen de opleiding deden en vaak als ervaringsdeskundigen uitgroeiden tot ijzersterke beroepskrachten.) Petra wordt juichend onthaald, onder meer door Daniëlle uit Kameroen, die de gratis broodjes organiseert die ze alvast snijdt voor een halfzijdig verlamde bezoeker. Na Wierings interview heb je Petra in het hart gesloten.

Dat is trouwens toch een kern van de serie: zoveel gewone bijzondere mensen die ontroeren. Blijven we in Groningen (maar in de andere plaatsen werken ook helden en gebeuren wonderen). We zien twee ouderen op de knieën onkruid wieden bij de Bieb. Later blijken ze ongeveer de hele groenvoorziening in de wijk te doen voor wie dat niet meer zelf kan en ze ruimen ook nog het zwerfvuil op.

Als ze met elkaar praten is hun Gronings voor een randstedeling slecht te verstaan. Het lijken twee mannenstemmen, maar de een heet Riemer, de ander Bertina. Bertina heette tot zijn transitie, tien jaar geleden, Berend maar werd meestal Bert genoemd: voilà. Haar haar is wat langer dan dat van Riemer en haar kleding valt rond de borst wat ruimer, maar desgevraagd verklaart Riemer dat het hem niks uitmaakt of Bertina nou vriend of vriendin is. En, zegt Bertina, als anderen daar anders over denken is dat hún probleem, niet het hare. Beiden komen ze uit de bouw, beiden raakten ze in psychische nood en isolement. Tot Caroline en Daan hen eruit haalden. Het zal wel ouderdom en/of sentimentaliteit wezen, maar ik krijg een dikke keel als ik ze in hun vrije tijd, fraai gefilmd, op hun brommers door het Groninger land zie rijden. Meestal op weg naar Zoutkamp om daar een visje te eten. Twee bonkige mensen, Buurman en Buurman, die door De Oude Bieb zin en elkaar, niet als levenspartner maar wel als vriend/vriendin, hebben gevonden.

Even indrukwekkend als Caroline en Daan (die nota bene zelf in de bijstand zitten en ‘iets’ willen terugdoen) is Sally die in het Amersfoortse Eksternest een naaiatelier runt waar vrouwen en een enkele man verbluffende nieuwe kleding, tassen etc. maken uit oude. Ze is naast textieldeskundige ook moederkloek en maatschappelijk werkster voor haar collegae. Haar vaardigste medewerker is Mohamed, die op de naaimachine kan wat niemand kan. Alleen, als de draad uit de naald is moet iemand hem er voor hem in doen, want deze Syrische kleermaker is door de oorlog nagenoeg blind geworden. Hij verwordt niet tot personage, want geen interview, maar zie hem soms lopen met zijn hand op de schouder van steeds weer andere collega’s die begeleiden, en je hebt het even te kwaad. De creativiteit van Sally en haar pupillen bij het vermaken en combineren van gedragen en soms zelfs nieuwe kleding reikt soms naar het stempel design. Of je ervan houdt of niet. Daar gaat recycle over in ‘upcycle’. Precies dat wat ontwerper Louise Cohen samen met academiestudenten in Leeuwarden doet. Zij toveren onder veel meer een rij deprimerend vijftig-tinten-donkerbruine meubelen via vindingrijke assemblage en lichte verftinten in een verbluffend complet dat wordt aangekocht door de plaatselijke bibliotheekvestiging van de Groninger universiteit. Hier is dus echt sprake van een nieuw soort industrie. Het mes snijdt bij de kringloop echt aan vele kanten.

Ach, ik doe zo veel mensen tekort door ze hier niet te noemen. Maar kijk zelf, en heb soms even geduld, want als je denkt het wel te weten volgt steeds een nieuwe situatie met nieuwe tijdelijke hoofdpersonen en nieuwe vertedering, ontroering. Die je het inzicht geven in hoe vertekend de wereld ons mede door sociale media bereikt. De zogenaamd ‘ongehoorden’ overschreeuwen deze ontelbare zachte krachten. De rechtvaardigen zijn onder ons, het goede verliest niet altijd. Sprak deze dominee/pastoor rond Kerst.

En Maxima dan? Sally en haar team hadden originele tassen gemaakt voor de vrouwelijke leden van het koningshuis, die Koningsdag daar kwamen vieren. Ze waren streng geïnstrueerd: niet aanbieden of aanspreken. Pas als Oranje bij hun stalletje zou stoppen en vragen zou stellen, dan mochten ze reageren. Ze waren volledig voorbereid op teleurstelling. En wat gebeurde? Willem stiefelde inderdaad in noodvaart zwaaiend voorbij. Maar twee van zijn dochters en vooral hun moeder keken niet alleen, maar bleven en vroegen. En prezen. Nog niet eens zozeer de producten maar het hele concept van recycling en upcycling. Dat zit ook in Maxima’s pakket natuurlijk, en haar enthousiasme is professioneel. Maar volledig overtuigend. Op dat moment besef je hoe geweldig die erkenning en aandacht, die je zelf als republikein flauwekul vindt, voor direct betrokkenen moet betekenen. Ze namen zowaar de kringlooptassen mee. Al lijkt het me stug dat de dames die ooit zullen gebruiken.

PS De Oude Bieb moet plaatsmaken voor nieuwbouw. Ook belangrijk, maar wat een verlies! Ze hebben geld nodig om elders te kunnen doorgaan. Kijk eerst naar de serie, ga dan naar hun site en doe uw Goede Kerstdaad.

Frank Wiering, De kracht van de kringloopwinkel, VPRO, vijf delen, dagelijks van maandag 23 tot en met vrijdag 27 december, NPO 2, 21.10 uur. De eerste serie is hier nog te zien.