Maandagochtend zit ik als eerste van de afdeling op mijn werkplek. Als mijn collega binnenkomt, vraag ik hem:
‘Hey Vincent, hoe was je feestje? Was het gezellig?’
Dan pas dringt het tot me door dat ik het woord gezellig heb gebruikt. In mijn onderbuik borrelt de onzekerheid op die ik als leerling voelde vlak voor een slecht voorbereide toets. Gaat dit wel goed? Gelukkig antwoordt Vincent: ‘Ja, het was heel gezellig. Het werd hartstikke laat.’
Volgens Van Dale betekent gezellig ‘aangenaam van sfeer’. Maar in mijn ogen vangt deze definitie in het woordenboek niet de breedte en de subtiliteit van dit begrip. Na al die jaren in Nederland verbaas ik me nog steeds over de onverwachte situaties waarin dit woord opduikt.
Een feest kan gezellig zijn. Een café kan gezellig zijn. Een kamer kan gezellig gemaakt worden door overal van alles op te hangen. Gezellige verlichting is een onontbeerlijk element voor zo’n gezellige kamer. Iemand kan gezellig zijn. Iemand kan gezellig dik zijn. Een hond kan gezellig zijn. Een kopje koffie kan gezellig zijn. En een kachel kan gezellig snorren.
Vincent vertelt over zijn feestje. Ik wil weten wat zijn feest gezellig maakte. Was het een gesprek dat Vincent met een van de gasten voerde? Was het de gastvrijheid van de host? Was het de samenstelling van het gezelschap? Of was het de inrichting van het huis? De verlichting? De muziek? Ik ontleed zijn feestje, maar de neveligheid van ‘het was heel gezellig’ overschaduwt de concrete dingen die hij heeft meegemaakt.
Gezelligheid lijkt in Nederland de allerbelangrijkste norm. Studenten willen een gezellig feest. Managers willen een gezellige sfeer op de werkvloer. En ouderen willen het liefst in een gezellig bejaardenhuis wonen. Er wordt dag en nacht, van Limburg tot Groningen, naar gezelligheid gestreefd. Het niet begrijpen van dit bijzonder gewaardeerd containerbegrip in dit land bezorgt mij een beklemmend gevoel: mijn gezelligheidsangst.
De eerste date met mijn vriendin was zo’n moment van gezelligheidsangst. Bij het afscheid op het station dacht ik: kan ik zeggen ‘Ik vond het gezellig’? Of moet ik juist zeggen ‘Bedankt voor de gezelligheid?’ Past gezellig überhaupt wel in deze situatie? Een date hoort leuk en een beetje romantisch te zijn. Misschien moet ik gewoon op veilig spelen en zeggen ‘Ik vond het erg leuk vandaag en ik hoop dat je het ook leuk vond.’
Overigens geldt mijn gezelligheidsangst niet voor alle buitenlanders. Tijdens de Nuclear Security Summit 2014 was president Obama voor de eerste keer in Nederland. In zijn laatste toespraak dankte hij Rutte, koning Willem-Alexander en het Nederlandse volk voor hun inzet om de bijeenkomst tot een succes te maken. Dan leest hij zijn bewust geplande zin voor: ‘My first visit to the Netherlands has been truly gezellig.’ Ik zie geen angst op zijn gezicht. Het is voor hem nog onbekend wat bij hem onbekend is.