LONDEN – De National Gallery heeft het zekere voor het onzekere genomen. Bij de entree van de fototentoonstelling Living in Hell and Other Stories over het menselijke lot in de Londense wijk Hackney hangt een bordje met de tekst: «Some visitors may find some of the issues confronted in this exhibition disturbing.» Hackney staat immers bekend als het afvoerputje van Londen. Jarenlang verzeilden mensen voor wie elders in de Britse hoofdstad geen plaats was in deze aan de noordoostzijde van de City grenzende wijk. Van onbemiddelde immigranten tot krijtwitte Tokkies, van krakers tot criminelen. Veel criminelen. Waar gewone ge meenten bij toegangswegen tot hun grond gebied plachten te melden met welke plaats ze een stedenband hebben, daar zou bij Hackney het bordje «Betreden op eigen risico» niet mis staan.

De fototentoonstelling van de lokale kunstenaar Tom Hunter (1965) is dan ook een catalogus van misère: criminele afrekeningen, doodslag, verkrachting en vechtpartijen. Op een zwaan na wordt de fauna vertegenwoordigd door kakkerlakken, ratten en een hongerige vos. Het bijzondere van de foto’s is dat ze allemaal refereren aan schilderijen uit de Romantiek, de Barok en Victoriaans Engeland.

Voornaamste inspirator van Hunter is Johannes Vermeer. Hij houdt van Vermeers composities, diens liefde voor licht, diens camera obscura, maar vooral diens ob sessie met zijn eigen omgeving. Wat Delft was voor Vermeer is Hackney voor Hunter. Het startschot van de tentoonstelling in het museum aan Trafalgar Square is Woman Reading a Possession Order, een eigentijdse kopie van Vermeers A Girl Reading a Letter by an Open Window, waarmee Hunter een prijs won en enkele jaren geleden de aandacht trok op een tentoonstelling in de Haarlemse Hallen. Waar de jonge vrouw van Vermeer een brief leest – wat voor een brief, dat wordt aan de verbeelding van de kijker overgelaten – daar neemt haar verre nichtje uit Hackney een uitzettingsbevel door. Om het sociale drama te vergroten staat er naast de kraakster geen fruitmand, maar ligt er een baby.

Het hart van Hunter ligt bij de Geuzen van de moderne tijd. In de pub Ye Olde Axe, gelegen naast een begraafplaats, fotografeerde hij een vrijwel naakte striptease dan se res die met haar rug naar de camera ligt, kijkend in een spiegel, en bekeken door een voyeur: een eigentijdse versie van Diego Velázquez’ The Rokeby Venus. Se reen is de foto van twee punkmeisjes bij een kampvuur op een verlaten, door de flora heroverd fa brieksterrein, een knipoog naar de twee gesluierde dames die een graf graven op The Vale of Rest van Sir John Everett Millais.

Behalve door de Oude Meesters werd Hunter ook geïnspireerd door The Hackney Gazette, een lokale krant die de faam van de wijk instant waarmaakt met alarmerende koppen over dood en verderf. Een bericht over een trouwpartij, begeleid met de kop «For Batter or Worse», associeerde Hunter met The Fights between the Lapiths and the Centaurs van Piero di Cosimo. De fotograaf ensceneerde op basis hier van een vechtpartij tussen Ieren en Vietnamezen op de trappen van het gemeentehuis, aangevend dat het multiculturele drama Hackney niet heeft overgeslagen.

De expositie heeft iets weg van een postmoderne pubquiz, waarbij de bezoeker moet raden welke foto bij welke artistieke klassieker hoort. Al spelende dringt het besef door dat initiatieven om tot een betere wereld te komen niet altijd even glansrijk zijn verlopen. De originele bewijsstukken hangen elders in het museum. Zonder waarschuwingsbordje.

Living in Hell and Other Stories

National Gallery, Londen

Tot 12 maart; toegang gratis