Met het boek van Ewoud Kieft over Mein Kampf is iets raars aan de hand: het gaat niet of nauwelijks over het onderwerp dat in het tweede deel van de ondertitel aangekondigd wordt, de aantrekkingskracht van het nazisme. Daarentegen gaat het bijna uitsluitend over het boek dat in de titel en in het eerste deel van de ondertitel genoemd wordt en dus over de periode waarin Mein Kampf ontstond, het midden van de jaren twintig van de vorige eeuw. Anders gezegd, deze studie naar Mein Kampf gaat over een periode waarin het nazisme niet meer dan een van de krachten was in het politieke spectrum, niet over de periode waarin het door een meerderheid van de Duitsers aantrekkelijker werd gevonden dan andere ideologieën.

Voor een concentratie op de ontstaans- en niet receptiegeschiedenis van Mein Kampf is minstens één goed argument: er bestaat een overdosis aan materiaal over, terwijl dat voor een receptiegeschiedenis slechts mondjesmaat te vinden is. Kieft bespreekt die recensies terloops. Daarbij schrijft hij naar aanleiding van die van deel 1 dat ‘de besprekingen een vrij goed beeld [geven] van het Duitse politieke landschap in 1925: verdeeldheid in de volksnationalistische beweging door de tijdelijke afwezigheid van Hitler, en optimisme, vaak ook zelfgenoegzaamheid, bij de sociaal-democraten en de liberalen.’ Aan deze constatering gaat een navenante opmerking over de (liberale) Frankfurter Zeitung vooraf: dat de krant er volledig van uitging dat het nazisme een tijdelijke opwelling was.

Zoals wij nu weten was dat niet het geval smaar moet de verklaring daarvoor niet gezocht worden in de jaren 1920 maar in het daaropvolgend decennium. Althans, dat zou mijn stelling zijn, en ik denk ook die van de meeste historici: dat het succes van het nazisme ondenkbaar is zonder de economische crisis van 1929. Hierdoor kreeg Mein Kampf een betekenis die het boek op zich niet heeft en als zodanig ook niet verdient. Want zo bijzonder is het echt niet. De ook door Kieft vermelde druk- en verkoopcijfers illustreren dit eveneens. Pas vanaf 1930 werd Mein Kampf een bestseller en met elk politiek succes van de nazi’s werd het succes van Hitlers boek groter. In 1945 waren er 12,4 miljoen exemplaren van Mein Kampf gedrukt, meldt Kieft.

Wie de ideologie van het nazisme wil begrijpen hoeft Mein Kampf niet te raadplegen

Helaas weten we, zeker in vergelijking met de ontstaansgeschiedenis, weinig van de ontvangstgeschiedenis. Een van de weinige cijfers die we hebben komt uit de zogenoemde OMGUS Surveys, Amerikaans onderzoek naar de Duitse publieke opinie in de jaren 1945-1949 – Kieft vermeldt het niet. In het hoofdstukje ‘Who in Germany Has Read “Mein Kampf”?’ staat dat van de 954 ondervraagde personen ‘slechts’ 23 procent stukken van het boek gelezen had en 7 procent het volledige boek. Je zou dat als veel kunnen kwalificeren, je zou ook kunnen zeggen dat het weinig is. Persoonlijk heb ik de neiging te denken dat het er niet zo veel toe doet, oftewel dat de betekenis van Mein Kampf voor goed begrip van het nazisme beperkt is en voor het succes van het nazisme nihil. Het boek was een handige bijkomstigheid bij een politieke ontwikkeling die ook zonder dat boek plaatsgevonden zou hebben. Woede en wanhoop, de persoon Hitler, propaganda, de dynamiek van de ontwikkeling, imitatiegedrag en andere factoren zijn oneindig veel belangrijker geweest dan Mein Kampf. Het is een fenomeen dat Hitler zelf goed in de gaten had en in zijn boek ook herhaaldelijk opmerkt – Kieft in zijn voetspoor: dat de ‘intellectuele’ belangstelling van de meeste mensen gering tot zeer gering is; mensen horen wat ze willen horen, lezen wat ze willen lezen; emoties geven de doorslag, overwegingen zijn bijkomstig.

Rechtszaak tegen Hitler na een mislukte poging van de nazi’s om de macht over te nemen in München, 1924 © World History Archive / HH

Waarom dan een studie over de aantrekkingskracht van het nazisme volledig richten op de achtergrond- en ontstaansgeschiedenis van Mein Kampf – op de jaren na de Eerste Wereldoorlog, het proces na de Putsch van 1923, de politieke strijd in de Weimarer Republik, een analyse van Hitlers antisemitisme? Kieft zegt het nergens met zoveel woorden maar de suggestie is onmiskenbaar: omdat in de kiem de uitkomst besloten ligt. Ik begrijp de redenering maar ben het er dus niet mee eens. Volgens mij werkt het andersom, het succesvolle nazisme ‘zocht’ een kiem en vond die om vanzelfsprekende redenen in Mein Kampf zoals wij dat nu opnieuw doen. Daardoor werd het boek populair en veelzeggend. Maar wie de ideologie van het nazisme wil begrijpen, kan net zo goed en wellicht zelfs beter andere boeken raadplegen – boeken die men niet kocht, schonk of kreeg omdat het sociaal gewenst was maar boeken die men écht wilde lezen, zoals de Blut und Boden-romans van Hans Grimm en Hanns Johst, het volstrekt vergeten werk van de nog meer vergeten arts Karl Aloys Schenzinger of de intellectuele bespiegelingen van Alfred Rosenberg.

Het meest verrassende hoofdstuk van dit boek is het laatste, ‘Weerwoord’ getiteld. Hierin gaat Kieft de confrontatie aan met Hitlers boek en trekt de lijn door naar het heden. Zoals heel dit boek heeft ook dit hoofdstuk, conform de huidige mode alles op de eigen persoon te betrekken, iets egotistisch, maar vervelend is dat niet. De belangrijkste uitkomst van dit weerwoord is de erkenning dat de teneur van Mein Kampf ook op dit moment overal waarneembaar is en om een reactie schreeuwt van iedereen die de complexe modern-democratische samenleving lief is. Alleen al om die reden is een heruitgave van en debat over Mein Kampf nuttig en nodig, stelt Kieft. Daar ben ik het dan weer volledig mee eens.