Europa is in de ban van het verlangen naar ‘gezond verstand’. Wie zich op een geloofwaardige manier ‘gezond verstand’ weet aan te meten, die wint verkiezingen. En zoals zo vaak met Europese politieke trends loopt Italië voorop. Haar ‘buon senso’ heeft Giorgia Meloni het premierschap gebracht. Overal in Europa steken haar leerlingen intussen de neus aan het politieke venster.

Meloni leidt een openlijk fascistische partij en een extreem-rechtse regering. In de binnenlandse politiek doet Meloni wat bij haar profiel past. Haar regering vaart een ultra-conservatieve koers, bijvoorbeeld met betrekking tot lhbt-rechten. Ook creëert zij relletjes door de rol van de fascisten in de Tweede Wereldoorlog te normaliseren. In Europa is er echter niet veel oog voor deze binnenlandse dimensie. In de Europese machtscentra haalt men vooral opgelucht adem. De pers doet mee.

Want opmerkelijk genoeg presenteert Meloni zich tot nu toe erg gematigd naar buiten toe. Zij lijkt zelfs constructief. Bijvoorbeeld in de EU, die zij nog niet zo lang geleden kenschetste als ‘een club van loonhaaien’ waar ze misschien wel wat uit wilde manoeuvreren. Bovendien: ze is pro-westers als het gaat om de Russische aanvalsoorlog, geharnast pro-Oekraïne en staat achter de Navo-koers. Als dit ‘politiek met gezond verstand’ is, dan valt het wel mee, zo lijkt de conclusie. Is dat zo?

Om greep te krijgen op wat ‘gezond verstand’ nu precies behelst, ging de Duitse filosoof Hans-Georg Gadamer (1900-2002) te rade in het werk van de Napolitaanse filosoof Giambattista Vico (1688-1744). Gadamer concludeerde dat het bij ‘gezond verstand’ ging om ‘phronesis’, een ‘praktisch weten’, een moreel geladen bedachtzaamheid. Vernuft dekt de lading niet. Gezond verstand is een ‘andere vorm van weten’.

Dit weten ontwikkelt zich op basis van de praktijk, een incident, en kent zodoende een ‘eigen waarheid’. Gadamer wijst erop dat die waarheid niet meer of minder waard is dan de inzichten op basis van de ‘moderne’ of Verlichte wetenschap. Zij staat ernaast en is fundamenteel anders. En daarom is zij ook niet toegankelijk voor de moderne wetenschap, die altijd uitgaat van ‘het waarschijnlijke’ (op basis van rationeel gedreven onderzoek). Dat doet het gezonde verstand juist niet.

Gezond verstand verwerft men niet door studie, maar door ervaring en verinnerlijking van een goed en een kwaad dat men herkent. Hoe? Doordat dat goed en kwaad er eerder ook eens was. Die overtuiging wortelt in tradities, volkswijsheden, en het collectieve geheugen. Gezond verstand is, kortom, de kracht om te oordelen. Het belangrijkste kenmerk ervan: het is ‘niet rationeel’.

‘Buon senso’ bracht Giorgia Meloni het premierschap

Het is ook daarom dat het, als enige wellicht, de moderne wetenschap kan confronteren met haar grenzen. En zelfs, met brede instemming, over die grenzen heen kan gaan. Want het gezonde verstand, door Gadamer en Vico ‘sensus communis’ genoemd, ‘sticht een gemeenschap’. In een samenleving die zich geheel laat leiden door de moderne wetenschap raakt dit deel van de werkelijkheid én het verlangen ernaar buiten beeld. Verstopt in de honderden pagina’s die hij schreef waarschuwde Gadamer voor deze blikvernauwing. Die waarschuwing droeg niet ver.

Daarmee zijn we bij de Europese politiek van vandaag. Politici die het lukt om de kroon van ‘gezond verstand’ te verwerven, kunnen een belofte verkopen die onweerstaanbaar is: hereniging rond een sensus communis, wat die ook is. De overtuiging dat die er ooit was is bewijs genoeg. Dit is niet zonder risico’s.

In een vlammend stuk in Haaretz vorige week schreef Ariel David over Meloni. Hij wees erop dat haar internationale positionering gematigd mag lijken, maar ook gekenmerkt wordt door een zwijgen over de zeer omstreden ‘juridische coup’ waar de Israëlische premier Benjamin Netanyahu mee bezig is. Dat zwijgen is vanwege hun gedeelde, en intussen wijdvertakte, ‘illiberale agenda’, aldus Ariel. Dat zou kunnen.

Want wanneer ‘gezond verstand’ een politiek kompas wordt, is het fascisme, en zijn hang naar ontmanteling van het rationele en diens orde, zoals de trias politica, niet ver weg. In het essay met de titel Ur-Fascism dat hij schreef in 1995 – kort na het aantreden van Silvio Berlusconi als premier – somt Umberto Eco een aantal kenmerken op die schuilgaan achter het ‘catchword’ fascisme. Drie daarvan: ‘cult van traditie’, ‘irrationalisme’ en verabsolutering van de ‘volkswil’ ten koste van individuele rechten, de rechterlijke macht en uiteindelijk de democratie.

Lees ook