
In Theater Frascati vond mini-festival Collectief Nu plaats, waarin de collectieve werkwijze centraal stond. Maatschappij Discordia, sinds 1981 oer-ouder van deze vorm, speelde er hun Weiblicher Akt 12: Brief aan Freud. Verder werden jonge en iets minder jonge collectieven geprogrammeerd, Dood Paard, Compagnie Lenz, alle rustend op de schouders van hun voorouders.
Brief aan Freud gaat in zichzelf óók over het staan op schouders. En doet onderzoek naar de wortels van het vrouwbeeld van Sigmund Freud ( 1856-1939). Binnen de Weiblicher Akt, een expliciet feministische reeks, werd eerder ingezoomd op werk van Susan Sontag en Elfriede Jelinek. In Brief aan Freud centraal: hoe werkt het denken van Freud door in onze tijd en specifiek in een huidig vrouwbeeld. Miranda Prein en Maureen Teeuwen hanteren een aantrekkelijk open denken en bevragen met bakken spelplezier. Een veelheid van ideeën verschijnt, die gaandeweg organisch vervlochten raken en betekenis krijgen ten opzichte van elkaar. Hier dubbelt de vorm van de voorstelling mooi het psychoanalytisch gesprek. Op het zijtoneel leest Jan Joris Lamers zo nu en dan uit brieven en primair werk van Freud. Stem gevend aan het soms schokkende denken van Freud, dat zijdelings oprijst, over ‘de vrouw’.
Teeuwen speelt alsof ze iedere zin opnieuw geboren wordt, zó beweeglijk en levend maakt ze het gezamenlijk denken. Prein hanteert een vasthoudender stijl, halsstarriger, de chemie tussen beiden is heerlijk. Een gietijzeren teil wordt het onderbewuste, ze pluizen de wezenlijke aard van een goed gesprek uit en hervertellen de mythe van Daphne en de laurierboom met een mee-echoënd bewustzijn van de erfenis van Harvey Weinstein.
Prein schokt met de analyse dat Freud geweten heeft hoezeer de autonomie van de vrouw leed onder de sociale structuur van het patriarchaat, maar dat hij deze kennis heeft weggemaakt, het inzicht hierin niet kón verdragen. Iets wat, begreep ik na afloop, naar voren komt in de bewust weggemaakte brieven die Freud aan zijn omstreden collega Wilhelm Fliess schreef. Door Marie Bonaparte opgevist en gered van de gekozen vergetelheid. De flinterdunne lijn tussen geneesheer en charlatan wordt hier kort aangeraakt.
Met name hoe relationeel we zijn stijgt op uit de scènes. En de opgave om door te gaan waar Freud is opgehouden, zijn methode hanterend om hem te overvleugelen, alsmaar voortschrijdend inzicht toepassend.
In de haarvaten van de werkwijze van Discordia ligt het verlangen besloten de grenzen tussen toneel en wereld, tussen denken op scène en leven te doen vervagen. Bij aanvang staat het zaallicht aan, het gaat gaandeweg de voorstellingen uit en na afloop is er de mogelijkheid tot uitwisseling op toneel, met door de spelers uitgeschonken wijn en water voor wie wil. Het belichaamde, kwetsbare denken dat toneelspelen (en leven) is openend voor iedereen die zich er door aangesproken voelt, een weldadig bolwerk, laverend tussen bekendheid en vergetelheid. Het pleidooi: schuif aan, denk mee.
Weiblicher Akt 12: Brief aan Freud, Maatschappij Discordia, t/m 7 mei