Wraak is een fijn uitgangspunt in literatuur. Het stuurt een personage, het is een concreet beginsel dat de lezer houvast geeft en hem doet blijven lezen. Om dezelfde redenen is het een perfect startpunt voor een debuterende schrijver, zoals Jeroen van Baaren (1963) lijkt te laten zien met zijn roman Vijf wraken.
De wraken in kwestie worden ondernomen door een geslaagde televisieproducent die bijkomstig een aperte eikel is, zoals alle fictieve televisieproducenten in literatuur en film aperte eikels zijn. Hoe kan het ook anders, en zo beschrijft Van Baaren het ook, als je je als nuchter denkende commerciële jongen moet zien te verhouden tot al die aandachtsgeile leeghoofdige acteurs en presentatrices. Zijn hoofdpersonage besluit dat hij genoeg van die wereld heeft, verkoopt zijn productiebedrijf en neemt zich voor op de vijf grootste rotzakken uit zijn carrière, en vooral zijn promiscue ex-vrouw, een BN’er, wraak te nemen.
Wellicht dient hier vermeld te worden dat Van Baaren zelf tv-producent is en gescheiden is van een bekende presentatrice (Anita Witzier), waardoor dit werk in bepaalde kringen als sleutelroman zou kunnen worden gelezen. Het is mij onduidelijk.
Van Baaren probeert op twee manieren grappig te zijn. Allereerst met het verhaal. De wraken die worden bekokstoofd, zijn vergezocht en ontsporen steeds totaal. Een C-artiest, een Rex Gildo-imitator, die ooit de fout maakte zich arrogant te gedragen, wordt ingehuurd om in een mosselkostuum op een mosselkwekerij te komen zingen. Het gênante moment wordt vastgelegd en direct doorgespeeld naar De Telegraaf, die het op de voorpagina zet. Daarnaast is de tekst gelardeerd met Giphart-achtige grapjes en observaties die nooit echt leuk worden en soms ronduit infantiel overkomen uit de mond van een veertiger. Zo berekent de ik-persoon tijdens seks met zijn vriendin het aantal penetraties per seconde, maal de tijd van de seks, maal de grootte van zijn geslacht: ‘Dat betekent dat ik zojuist in een uitputtende vijfenveertig minuten één komma zes kilometer in haar heb afgelegd. Ergo: je kunt beter fietsen dan neuken.’
Dat is heel erg Giphart. Misschien niet zo verwonderlijk, want Van Baaren heeft onlangs samen met hem de televisiebewerking geschreven van Anne Hermans’ De co-assistent. Hoe het ook zij, liever had Van Baaren zich louter aan zijn uitgangspunt gehouden: de vijf wraken. Waarom en hoe wordt er wraak genomen? Hij dwaalt af, verzandt in de obsessies van zijn hoofdpersoon. Het concrete wordt abstract.