
De Australische Margie Warrell is auteur van succesvolle zelfhulpboeken, waarin ze haar lezers op het hart drukt om moedig te leven. ‘Live Brave’, is haar adagium. Maar te midden van het ongekend felle bosbrandseizoen is Warrell zelf ‘heel, heel, heel bezorgd’. ‘We hebben mijn bejaarde ouders gisteren moeten vertellen dat het voor hen te gevaarlijk is om op hun melkveehouderij te blijven. Mijn familie woont daar al honderdvijftig jaar, mijn bejaarde vader heeft zijn hele leven doorgebracht op onze boerderij. Ze hebben nooit overwogen weg te gaan. Maar het vuur komt te dichtbij. Ze hebben gauw wat foto’s en sieraden meegenomen en zijn vertrokken.’
De familieboerderij van de Warrells staat vlak buiten Bairnsdale, een klein boerendorp in het hart van East Gippsland, een natuurrijk gebied in het zuidoosten van Australië. Door de ongekende bosbranden moest vrijwel het hele gebied evacueren. Warrell: ‘Het is zenuwslopend: je wil het huis beschermen, maar als je het gevaar verkeerd inschat overleef je het niet. Een van mijn broers is achtergebleven om het huis te verdedigen tegen de vlammen, een andere broer moest zijn huis in het bos verlaten. Door zijn handicap is vluchten moeilijk. Toen we wegreden vroeg ik mij af of ik ooit mijn geboortehuis zal terugzien.’
De bosbranden in Australië zijn een ramp van wereldformaat. Meer dan een miljard dieren zijn omgekomen of hun leefgebied kwijtgeraakt, ruim tweeduizend huizen zijn verwoest en 28 mensen zijn door de branden gestorven. Een gebied ruim tweeënhalf maal zo groot als Nederland is verwoest. Intussen woedt het vuur voort: de frontlinie van de branden in de deelstaat New South Wales is met vijftienduizend kilometer net zo lang als de afstand Sydney-Amsterdam. Veel branden zijn te groot om te blussen.
Het vuur is meer dan een Australische ramp alleen, het is de mondiale alarmbel die al maanden rinkelt. De Australische bosbranden zijn een niet te negeren signaal dat klimaatverandering acute gevolgen heeft. Terwijl Sydney wekenlang in rook is gehuld is meer dan ooit duidelijk dat klimaatverandering niet alleen voor volgende generaties een probleem is, maar dat het nu al het dagelijks leven beïnvloedt.
Het vuur legt ook andere onderliggende problemen bloot. In de maatschappelijke discussie die door de bosbranden ontstaat, blijkt opnieuw hoe groot de afkeer is van autoriteit en wetenschap. Desinformatie en nepnieuws ontwrichten de maatschappelijke discussie ook nu weer en eens te meer blijkt hoe moeilijk dat te bestrijden is. De bosbranden laten zien hoe grote bedrijven klimaatmaatregelen weten te vertragen, terwijl politieke leiders er niet in slagen om ideologische verschillen te overbruggen. Intussen groeit de kloof tussen arm en rijk en stadsbewoner en boer.
Het is geen verrassing dat het vuur in Australië zo oplaait. De bosbranden komen na jaren van grote droogte. Aangewakkerd door ongewoon harde wind en hoge temperaturen grijpt het vuur onstuitbaar om zich heen. Al maanden waarschuwen experts voor deze specifieke branden en al jaren kondigen wetenschappers een catastrofaal vuurseizoen aan. Een collectief van Australische rampenbestrijdingscommandanten vroeg de regering al een jaar om maatregelen tegen de op handen zijnde ramp. De waarschuwingen waren aan dovemansoren gericht.
Niet alleen de politieke leiders van het land hadden er weinig boodschap aan, ook de rest van de Australiërs was onvoldoende doordrongen van de ernst. In mei 2019 stemde immers de meerderheid van de Australische kiezers voor de conservatieve premier Scott Morrison, die de economie altijd voorrang geeft op het klimaat.
Morrison vertolkt de opvatting van een flink deel van de Australiërs dat klimaatverandering weliswaar bestaat, maar dat de rol van de mens beperkt is en dat het met de gevolgen wel zal meevallen. De statistiek dat Australië slechts verantwoordelijk is voor 1,3 procent van de mondiale CO2-uitstoot wordt in Australië veelvuldig herhaald. Wetenschappers menen dat het in werkelijkheid zo’n vijf procent is, omdat Australië na Rusland en Saoedi-Arabië de grootste exporteur is van fossiele brandstoffen.
Feit is dat de Australische economie zeer afhankelijk is van de grondstoffenexport. Jaarlijks verdient het land vele tientallen miljarden met de export van ijzererts en steenkool. Daar kan geen politicus omheen. Het maakt het voor Australische politici lastig om effectieve klimaatmaatregelen in te voeren. De steenrijke mijnbedrijven die de grondstoffen uit de Australische bodem halen zijn via lobbygroepen zeer invloedrijk. Klimaatmaatregelen worden al gauw afgeschilderd als een manier om de gewone, hardwerkende Australiër dwars te zitten. Wie sterke taal bezigt over het klimaat is in de Australische politiek veroordeeld tot een rol aan de zijlijn.
De Australische samenleving is verdeeld over klimaatverandering. Ruim de helft van de Australiërs vindt dat het eigen land niet het voortouw hoeft te nemen bij het aanpakken ervan. Laat eerst grote vervuilers als de Verenigde Staten en China hun beleid maar eens aanpassen, is de gedachte. Nog altijd denken vier op de tien Australiërs dat de mens geen invloed heeft op klimaatverandering, in weerwil van de consensus die daarover bij wetenschappers bestaat. Tien procent denkt dat het überhaupt een fabel is. Intussen maken veel jonge Australiërs zich grote zorgen over het klimaat. Ruim tachtig procent van de jongeren vreest voor de gevolgen van klimaatverandering, tegenover zes op de tien ouderen.
Intussen verdiept ook de kloof tussen stedelingen en dorpsbewoners. De nationale economie van Australië mag dan al 27 jaar onafgebroken groeien, dat is niet de realiteit op het platteland van de staten Victoria en New South Wales. Mede door de droogte heerst op het boerenland sinds vorig jaar een recessie. De bosbranden zullen de economische malaise versterken, denken analisten. Uit onderzoek blijkt dat met name kleine gemeenschappen hard worden getroffen door een dergelijke ramp. Veel slachtoffers van bosbranden trekken weg uit het getroffen gebied. Dorpsbewoners verliezen na bosbranden vaak langdurig een derde van hun inkomsten.
De kracht van een bosbrand is onwerkelijk. In het gehucht Wingello in New South Wales smeult de grond nog na, een dag nadat een verwoestende bosbrand van achter de heuvel over het dorp raasde. De inwoners die achterbleven om hun huizen te beschermen, omschrijven het als het geluid van een denderende vrachttrein. De dorpswinkel van Wingello is als door een wonder gespaard, maar in dezelfde straat brandden meerdere huizen tot de grond toe af. De bewoners zoeken troost bij elkaar, terwijl de rook op de keel slaat. De pijnbomen aan de bosrand zijn geknakt.
Een hooggeplaatste brandweerman uit Sydney is vanuit de stad naar het dorp gereden waar zijn familie woont. Hij kijkt met professionele berusting naar de schade, terwijl hij de laatste vlammetjes in de berm uittrapt. ‘Wat deze branden zo gevaarlijk maakt, zijn de gloeiende sintels die door de harde wind kilometers ver voor het vuur worden uitgeblazen. Dat maakt blussen voor de vrijwillige brandweer levensgevaarlijk: terwijl zij blussen kan er achter hen een nieuwe brand ontstaan, waardoor ze ingesloten raken.’
De brandweercommandant concentreert zich doorgaans op zijn werk en houdt zich met politiek niet bezig. Toch is hij uitgesproken. ‘Ik doe dit werk nu veertig jaar en ik heb zoiets als dit nog nooit meegemaakt. Als mensen zeggen dat het geen klimaatverandering is stel ik altijd een wedervraag: wat is het dan in hemelsnaam wél?’
Slachtoffers van de bosbranden zoeken de schuldige opvallend vaak in onverwachte hoek: de Australische milieupartij The Greens. Die partij wijst al langer op het gevaar van catastrofale bosbranden door klimaatverandering, maar toch is ze in de ogen van conservatieve Australiërs schuldig aan de branden. De klacht is dat door de milieupartij de regels voor het preventief wegbranden van droog bos te streng zijn geworden. Hazard reduction burning heet deze methode. Dat werd vroeger veel gedaan om bosbranden te beperken. De milieupartij zou het preventief branden aan banden hebben gelegd om bedreigde dieren te beschermen.
Het is een emotioneel onderwerp voor veel Australiërs, die zich ten diepste gekrenkt voelen dat milieufanatici hun de bescherming tegen brand ontzeggen. Het filmpje waarop een man in mouwloos hemd en met vet Australisch accent The Greens en de regering de huid vol scheldt is ongekend populair.
De werkelijkheid is echter radicaal anders. Want The Greens zijn niet ‘schuldig’ aan de verminderde effectiviteit van het preventief wegbranden. Er zijn de afgelopen jaren namelijk meer vierkante kilometers bos dan ooit tevoren preventief verbrand, maar het is een druppel op de gloeiende plaat. Door de aanhoudende droogte is er zó veel droog hout dat wegbranden minder effectief is. In dichtbevolkte gebieden is de methode bovendien te risicovol, want door de droogte is het vuur niet te controleren, waardoor de kans groot is dat huizen in vlammen opgaan. Dát is de reden dat in bewoonde gebieden preventief branden moeilijker is geworden.
De Australische brandweercommandant Shane Fitzsimmons is eindverantwoordelijk voor de bestrijding van de bosbranden in New South Wales. Zijn wallen zijn de afgelopen weken steeds donkerder geworden. Hij legde het deze week nog maar eens uit: ‘Preventief branden is niet de panacee die het lijkt. Doordat het vuurseizoen steeds langer wordt, kunnen we steeds minder effectief preventief wegbranden.’ Om de onvermijdelijke beschuldigingen uit conservatieve hoek voor te zijn, voegde Fitzsimmons eraan toe dat het onjuist is dat preventief branden vanwege milieuregels niet doorgaat. ‘Wij zijn geen milieufanatiekelingen. Onze prioriteiten zijn helder: het redden van levens en gebouwen en pas daarna komt het milieu.’

De discussie over het preventief branden is aangewakkerd door de misinformatie in de Australische media. Het verhaal dat de milieupartij preventief branden onmogelijk maakt, is de afgelopen maanden voortdurend herhaald in de conservatieve Australische kranten. Door een niet-aflatende stroom van boze columns, eenzijdige opiniestukken en verontrustende voorpagina’s is de Australische nieuwsconsument overtuigd geraakt van de schuld van The Greens.
Met name het mediaconglomeraat van magnaat Rupert Murdoch verzet zich met hand en tand tegen klimaatmaatregelen en voert campagne tegen de partij. Murdochs kranten en televisiestations bestoken Australiërs met een enorme hoeveelheid aantoonbare onzin over het klimaat en de bosbranden. Zo wordt gesteld dat het merendeel van de branden door pyromanen is aangestoken, al is daar geen enkel bewijs voor. Eerder beweerden de landelijke kranten dat de huidige branden niet erger zijn dan tijdens eerdere vuurseizoenen. Ook dat is niet waar.
Een medewerkster van News Corp stuurde deze week haar collega’s een afscheidsmail waarin zij meedeelde dat ze niet langer wilde meewerken aan ‘de onverantwoorde, gevaarlijke misinformatiecampagne’ die de Murdochmedia voeren. ‘De campagne is bedoeld om af te leiden van de werkelijke oorzaak, klimaatverandering. Het is gewetenloos en schadelijk voor onze prachtige aarde.’
Ook The New York Times schreef een kritische analyse over de opmerkelijke rol van News Corp. Daarin wees Australië-correspondent Damien Cave op de echo tussen de News Corp-media en de regerende Liberal Party: telkens steunen de kranten de conservatieve leiders, die op hun beurt berichtgeving uit de Murdoch-media aangrijpen om hun matige aanpak van de bosbranden te verdedigen. News Corp ontkent een campagne te voeren en stelt slechts alle kanten van het onderwerp te willen belichten.
De misinformatie wordt versterkt doordat nepaccounts op sociale media valse informatie verspreiden. Zij promoten het idee dat de ramp is veroorzaakt door brandstichters, niet door klimaatverandering. Die verhalen blijken zeer hardnekkig en ze verspreiden zich snel. Zelfs op Nederlandse sociale media wordt die misinformatie veel gedeeld.
Deskundigen, zoals wetenschappers en brandweercommandanten, proberen telkens met onderzoek en argumenten de wijdverspreide misvattingen te weerleggen, maar de boodschap komt niet aan. Australische politici versterken het probleem door de onwaarheden niet recht te zetten, maar te gebruiken voor electoraal gewin.
De bosbranden in Australië tonen aan dat misinformatie en campagnejournalistiek niet beperkt blijven tot politieke onderwerpen als de verkiezing van Trump en de Brexit. De gevolgen zijn voelbaar in Australië. Doordat over de onderliggende feiten zoveel discussie bestaat, is klimaatverandering in Australië een zeer emotioneel onderwerp geworden. Wie ruzie wil voorkomen kan het onderwerp klimaatverandering maar beter helemaal mijden.
Het is begrijpelijk dat de Australische premier Scott Morrison nu de kop van Jut is. Afgelopen weekend gingen tienduizenden Australiërs de straat op om zijn vertrek te eisen, krap een half jaar na zijn verkiezing tot premier. Morrison staat onder druk vanwege zijn onbegrijpelijke vakantie naar Hawaï op het hoogtepunt van de branden, maar vooral omdat hij en zijn partij al jaren de ogen sluiten voor klimaatverandering. In 2017 pronkte Morrison nog met een stuk steenkool in het Australische parlement. ‘Wees niet bang, dit stuk steenkool zal niemand kwaad doen’, sprak hij grijnzend.
Ook internationaal frustreert Australië al jaren klimaatafspraken. Dankzij slimme administratieve trucs voldoet Australië aan het akkoord van Parijs, maar dat is een papieren werkelijkheid. De architect van dat akkoord, de Franse voormalig milieuminister Laurence Tubiana, was tegen de Financial Times onomwonden over de administratieve kunstgrepen van Australië. ‘Het is gewoonweg valsspelen.’
De leiders van eilandstaatjes in de Stille Oceaan die door een stijgende zeespiegel in hun voortbestaan worden bedreigd, vroegen premier Morrison vorig jaar om meer te doen voor het klimaat. Pas dit weekend zette hij de deur voor verdergaande beperking van de uitstoot voorzichtig op een kier, maar concrete beloften deed hij niet.
Het voelt voor sommigen als gerechtigheid dat Morrison de rekening krijgt gepresenteerd voor zijn achterhaalde standpunten. Dat is een begrijpelijke reflex, maar de bosbranden zijn niet een ramp voor Australië alleen. Het is een catastrofe voor de wereld. Het vuur is niet louter het gevolg van het beleid van Scott Morrison, maar van de onmacht van álle wereldleiders om tot een oplossing voor klimaatverandering te komen. Australië onder Scott Morrison is bij uitstek een van de landen die zand in de motor blijft strooien, maar ook andere naties tonen onvoldoende daadkracht.
Als in maart en april de Australische herfst aanbreekt zullen de bosbranden uitdoven. Dan zal het land op adem komen en reflecteren op een rampjaar. Australiërs moeten er rekening mee houden dat de vuurseizoenen voortaan altijd zo vernietigend zullen zijn. Een pessimist zal zeggen dat de bosbranden het onvermijdelijke gevolg zijn van de problemen die de wereld maar niet kan oplossen. Een ramp waarvan er nog veel meer zullen volgen. Maar misschien is de toekomst hoopvoller. Overal ter wereld zijn mensen doordrongen van de ernst van de situatie, zoals blijkt uit de hulpacties voor de Australische mensen en dieren.
In het beste geval ziet de wereld de Australische bosbranden als een oproep tot een zoektocht naar oplossingen. Een zoektocht gebaseerd op feiten en wetenschap, waarin voor de ontwrichtende kracht van misinformatie minder ruimte is. Dan zijn de bosbranden een uitnodiging tot een mondiale discussie over hoe de wereld omgaat met het veranderende klimaat. De aanzet tot een dialoog waarin wereldleiders partijpolitiek overstijgen om compromissen te sluiten. De natuur laat zien dat zij aan ideologie geen boodschap heeft.