Anjerrevolutie: Vreemdzaam verlopen revolutie in Portugal op 25 april 1974 na dertig jaar fascistische dictatuur onder leiding van dictator Salazar en de zijnen. Initiatief van hoge militairen, die zelf stante pede communist werden. Portugal werd zo het ultieme vakantieland voor iedere zichzelf respecterende linkse Nederlander die het Spanje van Franco mijdde als de pest.
Apple: Tot halverwege de jaren zeventig het platenlabel van de Beatles. De firma ging aan een permanente diefstalgolf ten onder. Vanaf 1975 naam van een computertype dat door de Amerikaanse wizzkids Steve Jobs en Steve Wozniak in hun garage in elkaar was geknutseld.
BAADER-MEINHOFGROEP: Legendarisch terroristisch collectief in West- Duitsland, aanvankelijk gericht tegen de consumptiemaatschappij (zie aldaar). Roerganger Andreas Baader maakte naam door brandstichting in een warenhuis en polariseerde alras tot staatsvijand nummer een, daarbij gesteund door de verbitterd geraakte linkse schrijfster Ulrike Meinhof. Eenmaal gezelfmoord groeiden zij uit tot de pilaarheiligen van de kraakbeweging (zie aldaar).
Beursberichten: Onder die naam legendarisch geworden rubriek van Koos Zwart in het Vara-radioprogramma In de Rooie Haan (zie aldaar). Zwart, de archetypische hippiezoon van staatssecretaris van Volksgezondheid Irene Vorrink van het eerste kabinet-Den Uyl (zie aldaar) las de weekprijzen van hasj en weed voor. Geldt nog steeds als het meest gezagsondermijnende staaltje van de socialistische omroep.
Bewust(wording): De ultieme staat van zijn in de jaren zeventig. Bewustwording geschiedde op vele manieren, van deelname aan praatgroepen (zie aldaar) tot het lezen van het oeuvre van Oek de Jong. Jeugdige studenten uit kringen van de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland/ marxisten-leninisten (KEN-ml), zoals Paul Rosenmoller, togen naar de Rotterdamse haven om de arbeiders bewust te maken. Werd later alleen nog in reclameteksten voor waterige margarine gebruikt.
Biefstuksocialisme: Begrip geintroduceerd door PvdA-econoom Hans van den Doel ter afkeuring van het welvaartsoffensief van het eerste kabinet-Den Uyl. Markeert intocht van het ‘grenzen aan de groei’-denken, ofte wel het crisisfetisjisme van de jaren tachtig. Werd later geuzennaam voor de ware uylianen.
Bonte Was: Uitgeverette opererend vanuit het Vrouwenhuis te Amsterdam. Waren voor de afschaffing van mannen en moederschap, en werden dan ook met groten vreze gevreesd, ook door medezusters.
CARAVAN: Het meest begeerde bezit voor de kleine man en vrouw in de jaren zeventig. Residuen zijn nog steeds te bezichtigen in de spelonken van de Pyreneeen, waar zij in groten getale in stortten bij gebrek aan stuurkunst. Werd in de loop van de jaren zeventig in veel gevallen ingeruild voor een stacaravan.
Co-counselen: Doe-het-zelftherapie ter herwaardering van de vrouw, de man, de zwarte, de blanke, de hetero, de homo, de dader en het slachtoffer in jezelf. Klassieker: ‘Dat is jouw probleem, niet het mijne.’ Hele andragologiestudies en woongroepen zijn er op uit elkaar geklapt.
Consumptiemaatschappij: Ook wel: ‘konsumptiemaatschappij’. Zeer verwerpelijk fenomeen in de jaren zeventig, met als dieptepunt de slogan ‘Iedere arbeider een auto’ (Den Uyl). Wie tegen de consumptiemaatschappij was, bewoog zich voort in aftandse deux-chevauxtjes of op teenslippers. Het feestelijke karakter van de consumptiemaatschappij kwam tot uiting in fenomenen als de glitterrock (zie aldaar) en de jaarlijkse exodus vanuit Nederland richting de Spaanse costa’s.
DAELE-SYNDROOM, JOOP VAN: Vernoemd naar Joop van Daele, maker van het beslissende doelpunt in de finale om de wereldbeker tussen Feyenoord en het Argentijnse Estudiantes de la Plata op 9 september 1970. Van Daele, loketbeambte van de PTT in Rotterdam-Zuid, werd de beroemdste brildragende voetballer uit de wereldgeschiedenis, maar wist de belofte niet waar te maken. Feyenoord-trainer Ernst ‘Kein Keloel’ Happel verbande hem naar de reservebank. Van Daele, wiens schot de abolute bloei van het Nederlandse voetbal inleidde, eindigde zijn carriere diep in het amateurwezen. Het Joop van Daele-syndroom staat voor het niet beantwoorden van te hoge verwachtingen.
Damslapen: Hippiegewoonte uit de jaren zestig die in 1970 verboden werd, waarop hevige rellen uitbraken. Mariniers werden ingezet bij het verjagen van langharig werkschuw tuig dat in slaapzakken rond het Nationaal Monument verbleef.
Democratisering: Ook wel: ‘demokratisering’. Egalitaire maatschapijvisie die in de jaren zestig werd bedacht en in de jaren zeventig uitgevoerd. Vond zijn grootste bestrijder in W. F. Hermans en wat later in degenen die ermee waren begonnen
Dennendal: Waterloo van de ‘anti-psychiatrie’ (doelstelling: gekken en debielen mixen met gewone mensen). Carel Mullers vrijstaat-paviljoen werd op 3 juli 1974 overrompeld door een politie-overmacht.
Disco: Hevig populaire vorm van dansmuziek, geent op klassieke soul uit Amerika, maar verpakt in plompere ritmes. De film Saturday Night Fever van John Travolta markeerde het begin van de hausse. Werd vaak gezien als een conservatieve tegenstroming in de jeugdcultuur, geneigd tot aanpassing aan de maatschappelijke orde.
DS ‘70: Politieke splinter in de sociaal- democratische beweging onder leiding van Willem Drees sr en jr, Arnold Heertje en andere aanhangers van de schraaplijn in het economische beleid. Beleefde korte maar heftige bloeiperiode. Veel later, onder leiding van ex-vakbondsman Wim Kok, werd heel de PvdA bekeerd tot het DS'70-gedachtengoed.
EERSTE KABINET-DEN UYL: Gangbare naam in PvdA-kring voor het enige kabinet-Den Uyl (1973-1977).
Eurocommunisme: Hoogst populaire politieke stroming, met name in Italie, gericht op communisme met een menselijk gezicht. Werd in Nederland vooral beleden door splijtzwammen in de CPN-biotoop.
FemQ: Eiland bij Denemarken waar feministen vakantie hielden en aan hun bewustwording werkten. Nederlandse enclave te Foudgum (Frl).
GEDOOGBELEID: Tolereren van drugsverkoop en -consumptie door politie en justitie, geintroduceerd door Irene Vorrink, staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl en wethoudster te Amsterdam. Met haar pleidooi voor een menswaardige behandeling van drugsgebruikers, verkondigd tijdens een desastreus verlopen voorlichtingstournee door de Amsterdamse volksbuurten, schreef Vorrink wereldgeschiedenis.
Glitterrock: Androgyn getoonzette rockstroming, waarbij popmusici zich voortbewogen op torenhoge plateauzolen en in glimmende kostuums, en hun gezichten zwaar met mascara en make-up bewerkten. Als oervaders van de stroming worden zowel Lou Reed, David Bowie als de New York Dolls aangewezen, maar kampioen was de Britse ex-kapper Gary Glitter.
HENNA: Groen-bruine modder waarmee het haar op een natuurlijke manier roodachtig werd geverfd. In tegenstelling tot blonderen of anderszins chemisch verven wel toegestaan in het vrouwenhuis.
Intiemspray: In onbruik geraakt geparfumeerd drijfgas uit spuitbus ter bestrijding van onwelriekende geuren uit 'derde oksel’.
JEZUS: Deze Israelitische godsdienstgeleerde werd in de jaren zeventig herontdekt als hippie en revolutionair avant la lettre. Stond in het middelpunt van de Britse rock- opera Jesus Christ Superstar.
Jonestown: Naam van de nederzetting in Frans-Guyana van de Peoples’ Temple onder leiding van de Amerikaanse profeet Jim Jones. In november 1978 pleegde de sekte - vierhonderd mannen, vrouwen en kinderen - zelfmoord. De gebeurtenis wierp een spookachtig licht op het bloeiende sektewezen van de jaren zeventig. Jonestown wordt in de huidige New Age-lectuur beschreven als een uit de hand gelopen gedragsbeinvloedingsexperiment van de CIA.
KAJAL (KOHL): Oogpotloodje waarvan het zwart, in tegenstelling tot de eye liner uit de jaren zestig, niet op het ooglid, maar in het oog werd aangebracht. Was, anders dan lippenstift en oogschaduw, toegestaan in het vrouwenhuis.
Kalkar: Populairste niet-werkende kerncentrale in West-Duitsland, bijna wekelijks het middelpunt van demonstraties tegen kernenergie, ook vanuit Nederland. Talloze huwelijken en anderssoortige relaties tussen actievoerdersters ontstonden in Kalkar. De fabriek wordt binnenkort definitief gesloten en krijgt naar verluidt een bestemming als alternatief pretpark.
Kraakbeweging: Anarcho-politieke stroming die eind jaren zeventig ontstond. Aanvankelijk gericht tegen speculatie met leegstaande panden, later een totale levensstijl. Zou enige jaren later aan interne machtsstrijd ten onder gaan. Sommige pioniers van de kraakbeweging doen tegenwoordig zelf goede zaken als huisjesmelkers.
Knuffel: Loos compliment, meestal als inleiding op een ‘wrevel’ (ergernis) of ‘spinsel’ (paranoide fantasie).
LOCKHEED-SCHANDAAL: Omkopingsaffaire met Amerikaanse vliegtuigfabriek en prins Bernhard als middelpunt. Een van de meest dramatische gebeurtenissen tijdens het kabinet-Den Uyl. Kostte de prins tijdelijk zijn uniform en leidde zelfs tot speculaties over de aanstaande val van de monarchie in Nederland. Tegenwoordig eist de Rijksvoorlichtingsdienst met succes rectificaties in kranten die wagen te schrijven dat de prins indertijd steekpennigen had aangenomen.
METRORELLEN _ Ongekende opstanden tegen het Amsterdamse gemeentebestuur, in het bijzonder wethouder Han Lammers. Het protest richtte zich tegen de sloop van de Nieuwmarktbuurt ten behoeve van de metro. De rellen leven nu nog voort als fotografische wanddecoratie van de metrohallen bij station Nieuwmarkt (zie ook: repressieve tolerantie).
Molukkers: Volk uit Indische archipel dat door (post)koloniale verwikkelingen direct na de oorlog voor groot deel in Nederland terecht kwam, verblijvend in geisoleerde kampementen. Liet in 1975 en in 1977 plots luidruchtig van zich horen door middel van twee treinkapingen en een gijzelingsactie. Bij de ontknoping van het gijzeldrama bij Glimmen op 11 juni 1977 kwamen zes kapers en twee gegijzelden om het leven. De overlevende Molukse activisten maken tegenwoordig vooral naam als propagandisten tegen een al te radicale koers onder de Molukse jeugd.
OOR: Poging tot continuering van succesvolle bladen uit de jaren zestig als Hitweek/Aloha. Wil echter maar niet lukken.{ vPraatgroep _ Ongekend populaire communicatievorm, voor vrouwen en later mannen. Onderscheidde zich van het gangbare gesprek tussen meerdere personen door het hoge herkennende en steunende gehalte.
Punk: Oorspronkelijk Britse muzieksoort die eind jaren zeventig snel opgang maakte, zeer tegengesteld aan de tot dan toe heersende hippiecultuur. Kenmerken: zelfmutilatie door middel van veiligheidsspelden, lijmsnuiven en hanekammen, hippie- en discohaat, basale akkoordenschema’s. Muzikaal een succesvolle manier van verzet tegen het fenomeen van de vsupergroep (zie aldaar). Werd langs de weg van de repressieve tolerantie al snel ingekapseld.
REPRESSIEVE TOLERANTIE: Verwijt aan het adres van autoriteiten die niet langs hardvochtige weg wilden onderdrukken. Juist door recalcitrante ideeen en daden een plaats te gunnen, holden deze autoriteiten het maatschappelijk verzet uit.{ vRock-opera _ Poging tot het opwaarderen van popmuziek tot de ‘hoge cultuur’. Verantwoordelijk voor een hele rits muzikale draken. Aanpalend aan het fenomeen van de symfonische rock. Genre stierf met het uitbreken van de punk een zachte dood.
Rooie Haan: Roemrucht politiek radioprogramma van de Vara. Onderscheidde zich met name door de opstelling van het publiek, dat in koor ‘boe’ begon te roepen zodra de naam van een VVD'er viel. Geestelijk vader Jan Nagel ging later in de Gooise dorpspolitiek.
SOFT: Meest gebruikte kwalificatie voor de jaren zeventig. Werd voor het eerst gebruikt door ARP-godfather De Gaay Fortman (‘We hebben een “soft society” gemaakt’). Sindsdien voortlevend als verwijt aan alles wat niet wordt ingegeven door marktgestuurde sentimenten.
Softies: Aanhangers van de mannenbeweging. Wensten hun ‘mannenrolpatroon’ af te werpen en huilden veel.
Soul-broek: Onhandig broekmodel, gekenmerkt door nauwzittend kruis en olifantspijpen, die altijd tussen je fietsketting kwamen. Gedragen door discogangers en Rijksgenoten. Het kledingstuk moest het vooral ontgelden door persiflerende act van Freek de Jonge. Maakt momenteel een come-back op MTV.
Supergroep: Collectief van muzikanten waarbij elke deelnemer een goddelijke status werd toebedeeld, steevast met het uiteenvallen van de groep als resultaat. Kenmerkend voor de supergroep waren de eindeloze solo’s.
TUINBROEK: Verplicht tenue in de vrouwenbeweging. In beginsel wit, later door was of politiek bewustzijn verkleurd tot roze of paars.
Unisex: Androgyne mode, identiek voor beiderlei kunne.
Vrouwenkruisje: Kettinkje met vrouwentekentje als bedeltje, soms met vuistje erin, soms twee aan elkaar. Historisch bewuste types droegen een ‘matriarchaatsbijltje’: een dubbelzijdig bijltje dat naar verluidt door de Amazones werd gebruikt.
WELVAART: Bereikte ultieme top in het begin van jaren zeventig. Sindsdien alleen maar bergafwaarts gegaan. Werd in radicaal-progressieve kring vooral geassocieerd als gevaarlijke kracht tegen welzijn (zie aldaar)
Welzijn: Niet nader te definieren bestaanstoestand die vanuit de sociale academies en andere instituten werd gepropageerd. Hield verband met niet-materiele factoren. Welzijnswerkers hielden de kwaliteit van het welzijn in de gaten door middel van permanente vergaderingen in zogeheten samenlevingsopbouwcentra.
Woongroep: Populaire samenleefvorm, bedoeld als alternatief voor het traditionele gezin. Gingen ten onder aan knetterende conflicten over het verdelen van verantwoordelijkheid, evenals vele gezinnen.
Wounded Knee: Wederopstanding van de Noordamerikaanse Indianen in 1973. In het dorpje Wounded Knee in het Pine Ridge-reservaat, ooit de plek waar generaal Custer werd verslagen door Sitting Bull, proclameerde de American Indian Movement (AIM) onder leiding van Russell Means een onafhankelijke staat der Sioux- Indianen. Betekende een definitieve omslag in het denken over inheemse volkeren.
ZITKUIL: Populair onderdeel in binnenhuisarchitectuur, ook wel leefkuil genoemd. De bedoeling was de creatie van een soort bassin in de woonkamer, alwaar naar hartelust kon worden gerelaxed. Raakte begin jaren tachtig geheel in onbruik.
Glossarium van de jaren zeventig
ANDRAGOGIE: Afgeschafte menswetenschap waarvan niemand precies wist waar ze over ging. Vierde vooral eind jaren zeventig hoogtij. Na de opheffing der academische studierichting vonden veel andragogen hun weg naar het bedrijfsleven, alwaar zij als ‘victimologen’ werden ingezet bij reorganisaties en daaraan gepaarde massa-ontslagen. Emile ‘Tsjakkaa!’ Ratelband is nu Neerlands beroemdste andragoog, toentertijd was dat Anja Meulenbelt.
www.groene.nl/1995/43