Een echte popster treedt ook op. In Appelterp, Wognum, Vries en Steenwijk (meisje met spandoek: ‘Steenwijk = Jan Rot City’). En ‘s(ochtends vroeg bij een bezetting voor dertig krakers met een ochtendhumeur, ’s(middags op een demonstratie van de FNV of bij de opening van de eerste biobak in Geuzenveld.
God straft wie rocker in Holland wil zijn.
Twintig jaar vechten voor een nummer-éénhit. Dat is óók een carrière. Het kleinste rotzaaltje, de lulligste feesttent, Jan Rot trad op in elk gat van Nederland. Voor een paar honderd piek en wat gratis consumptiebonnen. Nóg geen nummer-éénhit. Maar Rot blijft bewegen, desnoods achteruit.
Rot is liefde is de titel van zijn memoires. Een jongensboek om van te schaterlachen.
In zijn jonge jaren te Indonesië slaapt de popster met een potloodje horizontaal in de mond. Lippen als Mick Jagger zullen later goed van pas komen. Meisjes zijn stom, ze weten nooit wat op de b-kant van een single staat. Met jongens in een band, muziek maken en af en toe wat friemelen in elkaars broek, dát is pas lachen.
De jaren van opstand: 'Maar mam, hippies willen vrede, dat is toch goed?’ De nieuwe bijbel heet Radio Veronica. Jan Rot wordt Drent en leert de blues kennen ‘zoals geen neger hem ooit heeft gevoeld’. Dan gaat zijn moeder dood. ‘Dit is meer dan een mens kan verdragen…’, mompelt vader met de krant onder zijn neus; ‘Hij is er ook al niet meer.’ Elvis Presley blijkt gestorven in dezelfde nacht als moeder Rot.
Rot slaat als een bezetene aan het zingen en componeren. Twintig jaar later heeft hij nog geen nummer-éénhit bij Veronica. Wel heeft hij vol zelfspot een goed boek geschreven. Over de reis naar Londen als zestienjarige. Ene John vraagt om een vuurtje en stelt zich voor. Jan Rot wordt John Rotten in het Engels. ‘Interesting name. Fucking great’, mompelt John Lydon twee jaar voor hij als Johnny Rotten, zanger van de Sex Pistols beroemd wordt. Over het artiestencircuit met Jules Deelder, Hans Dulfer, Herman Brood en de tientallen andere Hollandse sterren.
De moderne Kees de Jongen heeft wel heel veel tegenslag. Mag hij eindelijk in Avro’s Toppop. (‘Toppop! Ad Visser!’), staken die dag de NOS-technici. Een plugger blijkt zijn plaat te promoten met de woorden: ‘Het is van Jan Rot, dus het wordt niks, maar als je ergens drie minuutjes overhebt, zou dat leuk zijn voor die jongen.’ Dan maar een single met twee a-kanten. Lukt ook niet. Of voortaan in het Nederlands: ‘Hij heette Henk, zij heette Riet/ Zij wou graag trouwen, hij wilde dat ook.’
De rol van bekende Nederlander speelt hij slecht. Belt Story, vragen ze hem voor een artikel over erotische jeugdherinneringen van bekende Nederlanders. Rot begint enthousiast over orale zelfbevrediging en het ‘steek-er-maar-innen’ dat hij op achtjarige leeftijd met eigen en andermans zusjes speelde. Dat blijkt niet zo geschikt. Vráág het dan ook niet. Hij ìs toch de man die de jongens in de sauna benadert met de oneliner: ‘De artiesteningang is achterom, neem ik aan?’
Dan maar het theater. Sex & drugs & cabaret. ‘Och’, zegt de nieuwe manager tegen de rocker, ‘noem je het kleinkunst.’ Voordeel: niemand die er doorheen lult of wegloopt om een biertje te halen. En ook al is het in de schouwburg, popster Jan Rot houdt vol. Want: Jan Rot gaat nooit uit elkaar.

  • Morcheeba - Big Calm. Tweede cd gaat ver voorbij triphop. Tussen gesmoorde hiphopbeats, violen, trombones en af en toe een harde scratch duiken lievige liedjes op. Echt een cd voor het hele gezin.
  • Therapy? - Semi Detached. Therapy? gaat onverstoorbaar voort met het eenvoudige en keiharde gitaarbeukwerk voor depressieve pubers. De vraag is wel wie de echte doelgroep is. Het zestienjarige Weltschmerz-slachtoffer of de melancholieke dertiger.