Het paringsgedrag van de dolfijn is een zorgvuldig vermeden onderwerp tijdens de eerste ‘dolfijnenmiddag’ voor ‘dolfijnenvrienden’, vorige week zondag in Vianen. In een zaaltje zitten ongeveer zestig vrouwen van rond de dertig. De paar aanwezige mannen zien er volstrekt ongevaarlijk uit. Allen hebben een etherische blik in de ogen. De middag wordt dan ook beheerst door de gedachte dat dolfijnen door God gezonden zijn om de aarde van de ondergang te redden. Hun uit sonarstralen en klikgeluiden bestaande boodschap laat autisten praten en depressieven lachen, verlicht kinderen al in de baarmoeder en doet zwemmers in extase geraken.
Stewardes Asra behoort tot deze gelukkigen. ‘Als ik eraan terugdenk, word ik weer helemaal warm van binnen. Alles in deze wereld trilt, maar dolfijnen hebben wel de allerhoogste vibraties. Dat valt niet logisch te beredeneren, maar waarom zou je ook? Aan logica gaat de wereld ten gronde. Dolfijnenenergie gaat de wereld veranderen. De hele KLM gonst ervan: zeker de helft van de stewardessen is al dolfijnengek. Dit gaat heel groot worden!’
Zwemmen met dolfijnen is een rage in de naar spiritualiteit hunkerende buitenwijken van Nederland. Het past goed binnen de avontuurlijke trend in de New Age-wereld, waarvan de toon wordt gezet door de esoterische avonturenroman De Celestijnse belofte van James Redfield. Dit boek is sinds een half jaar niet meer in de Ako’s en Bruna’s aan te slepen, en het steekt in de handtasjes van veel dolfijnenvriendinnen. Sommigen van hen geloven zelfs dat Redfield een verbond heeft gesloten met de dolfijnen om het door hem nagestreefde ‘koninkrijk op aarde’ te vestigen. Dolfijnen werken overigens ook goed als amulet: de door een vrouw verkochte dolfijnenarmbanden, -kettingen en -hangers hebben een helende werking, zeker als ze van een edelmetaal zijn gemaakt.
DE BIJEENKOMST is georganiseerd door Ada Voordewind. Tot voor kort verdiende zij haar brood met aura-chakra-workshops en regressietherapieen, maar deze produkten raakten de afgelopen tijd nogal in het slop. Zodoende besloot ze drie maanden geleden om dolfijnenreisleidster te worden. Voordewind zorgt voor publiciteit door zich op te werpen als dolfijnenbevrijdster, met als boodschap: Harderwijk moet dicht. De dieren zitten daar niet alleen gevangen, zo houdt ze het publiek voor, ze worden er ook langzaam krankzinnig doordat hun sonarstralen te veel weerkaatst worden in de te kleine bassins. Soms plegen ze zelfs zelfmoord door hun snuiten tegen de wanden kapot te beuken. Een kreet van afgrijzen trekt door het zaaltje heen. Maar er is hoop, aldus Voordewind. De bekende Amerikaanse dolphin liberator Rick O'Berry - de vroegere trainer van Flipper - wil de dieren vrijkopen en hen leren om in het wild te overleven. Hiervoor is natuurlijk veel geld nodig en nu wil het toeval dat Rick haar laatst een intekenlijst voor donaties heeft doen toekomen.
Een vrouw uit het publiek merkt op dat het bedrijf van Rick O'Berry onlangs failliet is gegaan, waarbij al het ingezamelde geld op mysterieuze wijze is verdwenen. Voordewind praat er snel overheen en verzoekt het publiek de ogen te sluiten: het is tijd voor een spiritueel gebed. ‘Wij voelen ons lichtmensen’, klinkt het. ‘Wij weten dat er andere werelden zijn. Vanuit een stukje ontspanning in onszelf gaan wij elkaar nu ontlasten. Red de dolfijnen, de wezens van God! Wij openen onze harten voor de dolfijnen. Remember the shaman when he said: man is the dream of the dolphin.’
De laatste zin herhaalt ze nog een paar keer. Ondertussen kijkt ze iedereen doordringend aan. Dan stuurt ze een rieten mandje langs. ‘We gaan op zoek naar een dolfijnenbevrijdingsfonds dat echt goed voelt. Je bent vrij om te geven wat je wilt.’ Het mandje is binnen vijf minuten overladen met bankbiljetten. Tot slot deelt Voordewind inschrijvingsformulieren uit voor een volgend jaar te houden dolfijnenreis. Enthousiast juicht ze de zaal toe: ‘Mensen, we beseffen het allemaal: de tijd is rijp!’
Hierna dirigeert ze het wat confuse publiek naar een naburig lokaaltje. Daar wachten een kop koffie en een schare voetzoolreflexologen, Inner Light Consciousness-therapeuten en Reiki-handopleggers. Allemaal hebben ze hun foldertjes opgeluisterd met een plaatje van een blij lachende dolfijn. Ook een geheel in het blauw geklede medewerkster van de Neuro-Emotionele-Integratie-goeroe Roy Martina waart er rond, op zoek naar mensen waarmee ze - ‘Zal ik de methode even voordoen?’ - handtastelijk kan worden.
Ondertussen laat spiritueel werkster Rene trots haar baby zien. Toen ze een jaar geleden in de Rode Zee rondzwom tussen dolfijnen, zat hij nog in haar buik. ‘Terwijl ik het zelf nog niet wist, hadden de dolfijnen het al door. Ze kwamen direct op me af en eentje drukte zijn snuit tegen mijn buik aan. Een stroom van energie explodeerde toen in mij en, ongelooflijk!, ik werd me bewust van mijn kind. Je zou haast kunnen zeggen dat het een dolfijnenbaby is.’
Een valse noot klinkt als iemand vertelt dat de reeds bestaande, tussen de zes- en de vijftienduizend gulden kostende dolfijnenreizen geen enkele garantie bieden op daadwerkelijk contact met dolfijnen. Het zijn grillige beesten die, als de makrelen ergens anders naar toe trekken, opeens verdwenen zijn. ‘Maar ja, dat is het risico, je wilt het toch meemaken’, vervolgt ze met een verlangende blik in de ogen.
HET BRANDENDE verlangen om met dolfijnen te zwemmen bevat een onmiskenbaar seksuele ondertoon. Ook het recent verschenen boekje Dialoog met de natuur, waarin prinses Irene verslag doet van haar spirituele zoektocht, klinkt als een keukenmeidenroman wanneer het om dolfijnen gaat: ‘Grenzeloze, eindeloze liefde dringt langzaam tot mij door. Ik neem het op en zwem met die prachtig gave en krachtige lijven en geniet van het spel en de vreugde… Ik voel me boordevol energie en blijdschap, alsof alles gehuld is in een stralend licht.’ Ook Irene gelooft dat dolfijnen niets liever willen dan de nood van de mensheid lenigen. Als ze aan een ‘grote manlijke dolfijn’ vraagt hoe ze haar scheiding moet verwerken, antwoordt deze: ‘Je krijgt alles’, en stuurt hij haar een baan van energie. Hierna voelt ze zich ‘sensueel en behagelijk als in een warm bad. Tot slot kreeg ik een douche van bubbels toegestuurd als heling.’ Irene’s dolfijnenromance bestaat overigens niet alleen uit rozengeur en manenschijn. Op een dag ‘zeggen de dolfijnen: “Shit it out!” en doen het mij voor door uitbundig in mijn gezicht te poepen en te plassen’.
Hoogtepunt van de middag is een filmpje van een dolfijn die in een eindeloze slow motion uit de zee oprijst en er weer in neerdaalt. Een paar vrouwen beginnen zacht te snikken. Als de dolfijn voor de laatste keer in zee is verdwenen, weerklinkt een diepe, door honderd longen versterkte zucht. Dan wil de esoterische schrijfster Irma Ruha haar telepathisch ontvangen ‘boodschap van de serijnen van de grote oceaan’ met ons ‘sharen’. Te meten aan het applaus dat ze na afloop ontvangt, vertolkt ze de gevoelens van veel aanwezigen.
Irma Ruha: ‘Dolfijnen zijn diepgaand, vriendelijk en soms verdrietig om de weeklank van deze gekwelde planeet. In hun sterke, maar gevoelige kracht en in hun doortastende beweging zijn zij als een speer in Gods hand. Trouw en onthecht tegelijk, glijden dolfijnen soepel door het water. Zij hebben de oceaan des levens lief. Je kunt een dolfijn echter niet bezitten. De engte van het bassin vernauwt zijn ziel. Laat hem dus vrij, zodat hij kan afdalen tot de grote diepten der wateren, laat hem zijn hoge sprongen maken, zich in glanzende kracht verheffend boven het gewoel der volkeren. En laat hem zingen, zijn zieleklanken uitstortend in de stromingen van de zee.’
Volgens Bachbloesem-therapeute Rita Bermon zijn er deze middag haast geen mannen omdat die zo'n armetierig gevoelsleven hebben. ‘Veel mannen denken maar aan een ding: werken. ’s Avonds zitten ze dan uitgeput voor de televisie en komt er geen stom woord meer uit. Gevoelens zijn taboe omdat hun vroeger is verboden om te huilen. Hierdoor hebben ze nooit geleerd om zich te richten op aandacht en spiritualiteit. Vrouwen en dolfijnen hebben dat van nature wel. Misschien willen we daarom wel zo graag zwemmen met dolfijnen: omdat we dan eindelijk thuiskomen.’