
Sindsdien is het op grote schaal vernietigen van Amerikaanse steden hét verhaal geworden in het belangrijkste filmgenre van deze tijd, de superheldenfilm. Zo zijn de aanslagen op de Twin Towers toch nog omgebogen tot ‘kunst’ en zijn de gekostumeerde helden ter plekke om de wereld te redden.
Dat laatste heeft wel een prijs. Dat blijkt in Zack Snyders Man of Steel waarin Superman in zijn gevecht tegen Zod vele wolkenkrabbers met de grond gelijk maakt. Honderden burgerslachtoffers vallen. Toen de film in 2013 uitkwam raakten deze apocalyptische scènes een zenuw, vooral in Amerika waar men het ethisch onverantwoord en verhaaltechnisch ongeloofwaardig vond dat een superheld, zelfs in zijn strijd tegen het kwaad, een halve stad vernietigt.
Op deze kritiek speelt Snyder slim in doordat de onwettige immigrant uit Krypton in het nieuwe epos Batman v Superman opeens zwaar onder vuur komt te liggen, omdat hij geen gevoel voor het menselijk leven zou hebben. Vooral Batman (Ben Affleck) ziet de bovennatuurlijke held als een gevaar voor de democratische samenleving. Bijval krijgt Batman van de psychopathische grootindustrieel Lex Luthor (Jesse Eisenberg), die de tamelijk nuchtere vraag stelt of de mens niet eens in opstand moet komen tegen zoveel ‘goddelijkheid’. Luthor: ‘Jullie zijn allemaal hetzelfde: Jezus, Apollo, Jahweh.’ Luthor manipuleert het verhaal zo dat Superman inderdaad een blinde fascist lijkt, zodat Batman de strijd met hem wel moet aanknopen. Wanneer Luthor vervolgens een kryptonitisch wezen genaamd Doomsday tot leven wekt, gaan Superman en Batman en ook nog Wonder Woman los in downtown Gotham, nu wel in de avonduren waardoor burgerslachtoffers tot een minimum worden beperkt.
Dit zijn spannende scènes, vooral wanneer de helden elkaar treffen in een vervallen, neoclassicistisch gebouw. Het vechten gaat eindeloos door, en net als bij Homeros wordt de strijd minutieus geschetst: dit is Superman en Batman, dit is Hector en Achilles, en wanneer de speerpunt het lichaam binnendringt wordt uitgebreid de tijd genomen om te beschrijven wat precies de effecten ervan zijn.
De toon is bloedserieus. Hier hebben buitenlandse critici die de film negatief hebben beoordeeld – en dat is vrijwel iedereen – grote moeite mee. Dat is begrijpelijk – ik heb precies nul momenten van humor of zelfs van frivoliteit in deze film geteld. Dat was ook al het geval in Watchmen, Snyders verfilming van Alan Moore’s postmodernistische superheldencomics uit de jaren tachtig. In zijn nieuwe film probeert Snyder de zelfbewuste worsteling van de helden met hun lot, een preoccupatie bij Moore, te transplanteren naar de huidige tijd. Hierbij vermengt hij Moore’s visie met nóg een comicsmeesterwerk van de 1980’s: Frank Millers The Dark Knight Returns en The Dark Knight Strikes Again. Het resultaat: Snyders Batman is een man met ernstige mentale problemen, ingegeven door het onverwerkte trauma vanwege de dood van zijn ouders. Deze Batman wil stoppen. Zijn visie is nihilistisch: de maatschappij is verrot, de mens gelooft in niets meer. Net als Millers Dark Knight en Moore’s gekostumeerde crimefighters is Snyders Batman even gevaarlijk als de criminelen. Wanneer Batman tegen Superman vecht, vecht hij dus tegen zichzelf.
De geest van Moore en Miller is zo nadrukkelijk aanwezig dat de film obscuur overkomt. Het probleem is, vermoed ik, dat voorkennis van comics, zowel Watchmen als The Dark Knight (een nieuwe serie geschreven door Miller ligt nu in de schappen), eigenlijk cruciaal is voor wie Batman v Superman goed wil bekijken. Wie Miller leest begrijpt veel beter waarom Afflecks Batman levensmoe is, en waarom hij zo serieus kijkt en praat. Wie Miller niet kent ziet, vermoed ik, een bespottelijke vertoning door een Hollywood-filmster.
Natuurlijk, met Batman v Superman bereidt Snyder de weg voor een serie films, waarmee de analogie met comics, waarin een titel vele spin-offs kan hebben, compleet is. Het vervolg op deze film zal Justice League heten, over een team helden, noem ze gerust goden, die de wereld veilig moeten maken, aangezien er duistere krachten op komst zijn.
Kritiek op dit soort films is makkelijk, omdat het zo voor de hand ligt. Maar het blijft fascineren dat ze volmaakt en misschien geheel onbedoeld voortvloeien uit de realiteit waarin we leven. Misschien zijn ze zelfs een collectieve, artistieke verwerking van het trauma van 11 september; van wat ons daarna aan calamiteiten in westerse steden is overkomen (de film kwam uit op dezelfde dag als de recente aanslagen in Brussel), en van de angst die steeds meer voelbaar is in veel steden in West-Europa.
Dat verklaart de ernst in Batman v Superman. Snyders film biedt een ruimte waarin het echte en het onmogelijke elkaar ontmoeten. Wanneer de Amazone-godin Diana Prince aan het einde van de film aan de gedeeltelijk gerehabiliteerde Batman vraagt waarom hij dan de helden bijeen wil roepen, en zijn antwoord luidt dat hij aanvoelt dat het nodig zal zijn, weten we precies wat hij bedoelt.
Batman v Superman: Dawn of Justice is nu te zien