EERST WAS ER verbazing. De bisschop van Groningen? Wat moet Groningen met een bisschop? Het is een provincie vol norse, protestantse jeneverdrinkers, zonder de levensvreugde van de hedonisten bezuiden de Nederlandse knoflookgrens. De bisschop van Breda, daar kun je je nog wel iets bij voorstellen. Maar de bisschop van Groningen klinkt even misplaatst als de bisschop van Amsterdam, de zielenherder die slechts een dagdeel per jaar functioneert en niet eens per definitie van rooms-katholieke huize hoeft te zijn.
Het ligt anders. De bisschop van Groningen heeft ook Friesland, Drenthe én, niet te vergeten, de Noord-Oostpolder in zijn portefeuille. Hij heeft daarmee de verantwoordelijkheid voor 125.000 gelovigen. Dat is niet veel, maar het is ook niet niks; het komt, over drieëneenhalve provincie uitgesmeerd, neer op het inwonertal van de gemeente Maastricht. Daarmee is de affaire-Eijk meteen enigszins gerelativeerd. Eijk is ongetwijfeld een hoge katholieke gezagsdrager, maar tegelijkertijd de dreumes onder zijn collega-bisschoppen, die overigens ook al niets meer voorstellen in een kerkprovincie die inmiddels tot sekteformaat is verschrompeld.
OOK DE JODEN zijn kwaad. Zij menen dat de joods-katholieke dialoog op de tocht is gezet. De gesprekken tussen beide geloven verliepen toch al zo moeizaam. ‘Voordat we het weten hebben we het alweer over de holocaust’, klaagde D. Pruiksma, voorzitter van het Overlegorgaan van Joden en Christenen. Heb begrip, christenbroeder! Waar moeten de joden het anders over hebben? Over de kwaliteit van de koffie? Over de Bartholomeusnacht? Over het feit dat een deel van de joodse clerus net zo reactionair is als dr. W.J. Eijk, de nieuwe bisschop van het kleinste bisdom van Nederland?
De felste opponent van dr. Eijk is de priester-politicus Herman Verbeek, een toekomstige stadgenoot. Hij spreekt over ‘aftandse prelaten die hun onverwerkte seksuele frustraties tot goddelijke leer verheffen’. Het interessante is echter dat Eijk helemaal niet als een aftandse prelaat oogt, maar als een frisse, vrolijke jongeman van 46, het tegendeel van de klassieke, getabberde roker van slechte sigaren. Hij is een man van de wetenschap, die gedegen is gepromoveerd, zij het bij de Leidse ethica Heleen Dupuis. Waar is de tijd gebleven dat de katholieken door W.F. Hermans werden getypeerd als ‘het meest schunnige, belazerde, onderkruiperige, besodemieterde deel van ons volk, met puisten op hun wangen en rotte kiezen van het ouwelvreten’? Zij lijken uitgestorven - en voor een deel zíjn zij dat ook.
Hermans moest zich om zijn woorden voor de rechter verantwoorden - en werd vrijgesproken.
Ook Verbeek heeft zich tot de justitie gewend - en lijkt in het traditioneel-liberale Nederland eveneens weinig kans te maken.
Liberaal ondanks dr. W.J. Eijk, die pogingen doet om zelfs de paus rechts te passeren. De samenvatting van zijn collegedictaten oogt als een cabaretnummer waarom nauwelijks te lachen valt. ‘Communicatio in sacris’ tussen katholieken en protestanten is verboden. Dus ook het gemengde huwelijk. ‘Beter is het een partner met hetzelfde geloof te kiezen.’ Kerkelijk antisemitisme? ‘Wat de katholieke kerk de joden zou hebben aangedaan wordt vaak schromelijk overdreven.’ Abortus is moord, net als euthanasie. De doodstraf daarentegen niet. ‘Doordat de delinquent door zijn misdaden een bedreiging voor het algemeen welzijn vormt, verspeelt hij het recht op leven.’ Pil en condoom zijn een inbreuk op de ‘natuurlijke orde’. Homoseksualiteit is een ‘neurotische ontwikkelingsstoornis’ en dient psychiatrisch te worden behandeld. Gemeenschap vóór het huwelijk is niet toegestaan. Van de ongehuwde man of vrouw wordt, hoezeer de hormonen ook opspelen, ‘contentia totalis’ (totale onthouding) geëist. Er mag zelfs niet gezellig worden gemasturbeerd. Dat is namelijk het ‘intrinsiek kwaad’, opgewekt door ‘het wassen van de genitalia, dansen en sommige vormen van sport’.
Het waren moraaltheologische traktaten ten behoeve van de studenten aan het grootseminarie Rolduc (Kerkrade) en het St. Janscentrum (‘s-Hertogenbosch). De notities waren niet voor publiek gebruik bestemd. Geheimhouding heeft geen zin. Er zit altijd wel een slimmerik tussen de toeschouwers die het scandaleuze karakter hiervan beseft en naar een dag- of weekblad, in dit geval Hervormd Nederland, stapt. Véél (abortus, euthanasie) wisten wij al. De fragmenten over de joodse jammerklachten en de ongewassen roomse genitaliën hebben een hogere communicatiewaarde. Bovenal interessant (en onthullend) is de tirade tegen 'de biechtvader (die) het sacrament van de biecht gebruikt om de biechteling tot ontucht aan te zetten’.
Het is voor geen tweeërlei uitleg vatbaar. Hier wordt openlijk toegegeven dat meneer pastoor zich in de beslotenheid van de biechtstoel de vieze spelletjes permitteert die hij buiten de biechtstoel geacht wordt met kromstaf, vuur en zwaard te bestrijden.
EIJK DOCEERDE IN Rolduc ethiek en moraaltheologie. Het is hetzelfde onderwijsinstituut dat een paar jaar geleden in ongerede geraakte toen bleek dat de conrector de gewoonte had zijn schaapjes op schoot te nemen en zich ‘papke’ liet noemen, terwijl hij ondertussen teder de schalkse seminaristenbilletjes kneedde.
Het behoort tot ‘de best bewaarde geheimen van de rooms-katholieke kerk’, zegt de homo-pastor Jan van Hooydonk, dat vele priesters, theoretisch en praktisch, homoseksueel zijn.
Ondertussen tracht de kerk de seksualiteit te beperken tot dat ene, de voorplanting dienende genadeschot per jaar, in gehuwde staat afgevuurd in de beslotenheid van de rooms-katholieke slaapkamer.
Het is allemaal vergeefse moeite. Katholieke mannen wapenen zich, alle vermaningen ten spijt, allang met een condoom en katholieke vrouwen nemen de pil, wat de pastoor of kapelaan ook moge zeveren.
Hoe seksbezeten de clerus is valt te lezen in Richard Auwerda’s De kromstaf als wapen, een boek dat In 1988) de bisschopsbenoemingen in Nederland in kaart trachtte te brengen. Ooit was Antoon Ramselaar, president van het kleinseminarie te Apeldoorn, een der kandidaten. Hij kreeg bezoek van de machtige Romeins-Nederlandse jezuïet Sebastiaan Tromp, een ambtenaar van het Heilige Officie. ‘Ze waren oude bekenden, noemden elkaar bij de voornaam en spraken aanvankelijk over kerkelijke koetjes en kalfjes. Tot pater Tromp opeens op drie portretten aan de muur van Ramselaars kamer wees en vroeg: “Wie zijn dat?” In alle onschuld vertelde de kanunnik: “Dat is mijn moeder, dat mijn zuster.” Waarop Tromp rechtop ging staan en plechtig verklaarde: “Monseigneur, het komt mij voor dat voor een toekomstige bisschop het vrouwelijke element in uw kamer wel erg sterk is vertegenwoordigd”, waarop hij de kamer uit beende.’
DAT WAS OVERIGENS zo'n vijftig jaar geleden, toen de katholieke kerk nog een factor van belang was en de gelovigen zich braaf de katholieke zedenleer lieten dicteren. Inmiddels is dr. W.J. (‘ons Wim’) Eijk waarschijnlijk de enige katholiek in den lande die nog met de handen boven de lakens slaapt. Plotseling is hij het middelpunt in een verbazingwekkende affaire met evenveel interessante en dramatische kanten als de zaak rond Philippe Bär, de bisschop die in het roomse fluistercircuit terechtkwam en, verdacht van tegennatuurlijke aandriften, tot aftreden werd gedwongen.
Herman Verbeek, de grote tegenspeler in de zaak-Eijk en zelf openlijk homoseksueel, voelt zich door zijn aanstaande stadgenoot op zijn pastorale pik getrapt. Een homoseksuele priester, dat moet een masochist in de ergste graad zijn, vergelijkbaar met een vos die de passie preekt, een slager die het vegetarisme belijdt of een prins van Oranje die toetreedt tot het Republikeins Genootschap. De kerk maakt zich belachelijk, klagen de gelovigen. Maar de kerk ís belachelijk, mede dankzij wijwaterverslaafde typen als deze Verbeek, die geen afstand kan nemen van een instituut dat er alles aan doet hem het leven zuur te maken. Trek eindelijk die jurk uit, man, en kies voor een net kerkgenootschap, dat geen homo’s negeert, nooit joden heeft vervolgd en nimmer protestanten naar de brandstapel heeft gezonden.
De klacht die Verbeek tegen Eijk heeft ingediend wordt ongetwijfeld geseponeerd. Zo hoort het ook. Slechte argumenten moeten met goede argumenten worden bestreden, niet met processen-verbaal. De opvattingen van de bisschop van Groningen zijn terecht aan de kaak gesteld. Maar erger dan de bisschop van Groningen zijn de zeloten van het zedelijk-correcte denken die om elk wissewasje naar de rechter hollen. Hun enige antwoord op het intolerante gedrag waar zij zich aan storen, is hun eigen intolerantie, zich kenmerkend door een volkomen onverschilligheid voor ver worvenheden als godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
Juridisch gezien heeft Eijk trouwens niets miszegd. Het staat in Herman Verbeeks eigen bijbel. Leest hij dat boek wel eens? Daar staat het allemaal al in. Als hij zich daaraan stoort moet hij het initiatief nemen de bijbel in beslag te laten nemen en zijn eigen rooms-katholieke kerk tot verboden vereniging te laten verklaren, maatregelen waartegen juist het verlichte deel der natie zich, in de beste voltairiaanse traditie, het heftigst zou verzetten.
ONDERTUSSEN ZOU je die arme katholieken in Groningen en ommelanden graag het pastoraat van hun nieuwe herder willen besparen. Het schijnt me daar een bende te zijn aan de voet van de Martinitoren: protestants-katholieke diensten, pastoraal werkers die de mis opdragen, priesters met een vriendin en alles wat God nog meer verboden heeft. Dat is straks, op 6 november, als Eijk wordt gewijd, allemaal uit, net als het oecumenische gemasturbeer en interkerkelijk gehoereer.
Die wijding moet worden voorkomen, zeggen de tegenstanders van bisschop Eijk. Het zal niets helpen. Het is duidelijk dat kardinaal Simonis, die precies dezelfde opvattingen heeft, de omstreden pastor dekt. Dus je krijgt straks vrome praatjes over de ‘dialoog’ die moet worden aangegaan, waarna alles bij het oude blijft, behalve dat Eijk in het vervolg wat beter op zijn woorden zal letten.
Zou hij het bijvoorbeeld aandurven om commentaar te hebben op de mogelijke echtverbintenis tussen Willem-Alexander van Oranje (prot.) en Maxima Zorreguieta (r.k.)? Daarvan is hij ongetwijfeld een geharnast tegenstander, gezien zijn opvattingen over de onverenigbaarheid van protestantisme en katholicisme. Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen. Maar eigenlijk kunnen ons de opvattingen van dr. W.J. Eijk, bisschop van Groningen, niet schelen. God is dood, de duivel is een bedenksel en de tijd dat de roomsen in Nederland de dienst uitmaakten is voorgoed voorbij.
Gods dreumes
Hij tracht de paus rechts te passeren. Maar juridisch heeft hij niets miszegd. En kardinaal Simonis dekt hem. Dus wordt hij gewoon de nieuwe bisschop van het kleinste bisdom van Nederland. Alleen zal dr. W.J. Eijk in het vervolg wat beter op zijn woorden letten.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1999/36
www.groene.nl/1999/36