Hoera! De klimaatcrisis valt reuze mee. Dat is de boodschap die je tegenkomt in economische studies. ‘Een mondiale temperatuurstijging van 2,5 graad Celsius voelt voor de gemiddelde persoon als een verlies van 1,3 procent van het inkomen’, las ik in een studie uit 2019. De vlag kan uit. 1,3 procent minder, dat was ons inkomen een paar maanden geleden. Waar hebben we het over?

Contrasteer dat even met wat de wetenschappers denken van een mondiale temperatuurstijging van 2,5 graad Celsius. De inzichten hieromtrent ontwikkelen zich in razend tempo. Om de vergelijking eerlijk te houden, pak ik een Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)-rapport erbij dat ook in 2019 uitkwam. De schrijvers hebben het liever niet over 2,5 graad opwarming – te erg. Ze onderzoeken hoeveel meer er misgaat bij 2 graden opwarming vergeleken bij het ‘Parijs’-doel van 1,5 graad. Er zijn dan ernstige droogte en watertekorten in Zuid-Europa, Noord-Afrika, zuidelijk Afrika, het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Australië. Te veel regen, overstromingen en wegspoelende grond in Noord-Europa, Alaska, Canada, Groenland, IJsland en Noord-Azië. Bijna een vijfde van de insecten krijgt te maken met halvering van hun leefgebied. Datzelfde geldt voor zestien procent van de plantensoorten en één op de twaalf gewervelde soorten. Een derde van de wereldbevolking maakt iedere vijf jaar een extreme hittegolf mee. In India en Pakistan gebeurt dat elk jaar. En dat bij twee graden extra. Het zal in Pakistan bij 2,5 graad extra opwarming niet ‘voelen alsof het inkomen 1,3 procent lager is’. Het zal er vooral dodelijk heet voelen.

Dat laatste illustreert precies het verschil in perspectief tussen de wetenschappers en de economen. Die laatsten kijken naar de ‘social cost of carbon’ (SCC): alle effecten op onze consumptiemogelijkheden die een extra ton CO2-uitstoot veroorzaakt. De productiviteit van landbouw, gezondheidskosten, schade door overstromingen en energiekosten worden in ‘integrated assessment models’ gesimuleerd, en de uitkomst is de SCC. Dat is niet het bbp, maar het lijkt er heel erg op. In het SCC wordt alles in geld berekend en uitgedrukt in misgelopen consumptie, wat weer makkelijk om te rekenen is naar inkomen – vandaar dat je bij uitspraken over 1,3 procent inkomensverlies uit kunt komen. Wat geen invloed heeft op onze consumptiemogelijkheden zit niet in de berekening.

Zelfs als de modellen kloppen, hebben ze een zeer schadelijk effect

Zijn zulke minuscule effecten van klimaatverandering dus gewoon wat ze zijn? Ja en nee. Ja, want je zou kunnen zeggen: neem het de economen niet kwalijk. Ze hebben gelijk, maar het is een vrij beperkt gelijk. Ze doen hun best, maar kunnen nu eenmaal niet alles meten. Je mag van economen niet vragen dat ze oversterfte door hitte, minder bijen, het onderlopen van Barbados of het uitsterven van de Siberische tijger in hun modellen meenemen. Het heeft allemaal verwaarloosbare effecten op het mondiale inkomen, en dat is alles wat economen ervan kunnen zeggen. Dat betekent niet dat het daarom acceptabel is, maar het gesprek daarover kunnen we niet op basis van economische modellen alleen voeren.

Helaas: in het beleidsdebat werkt het zo niet. Daar heerst de economisering. Inkomensgroei is er nog steeds de allesoverheersende maatstaf die politici wel of niet in beweging zet. Ik moet de politicus nog tegenkomen die zegt: goed, het bbp stijgt vrolijk door, maar de biodiversiteit niet en in Pakistan sterft men van de hitte, dus nu moet echt de rem erop. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, maar niet in het economisch beleid. Daar telt een bbp-procent zwaarder dan duizend beelden. Toon de G8-politici afbrekende ijskappen, brandende toendra’s en verkoolde koala’s, en als het meezit gaan ze er een conferentie over beleggen. Vertel ze dat klimaatverandering hun economie zal doen instorten, en morgen is er een wet die CO2-beprijzing regelt. Raar maar waar, nog steeds. Wat is in zo’n omgeving het effect van de boodschap dat klimaatverandering 1,3 procent inkomen kost als we niets doen? Een vrijbrief voor achterover leunen.

Dus zelfs als de modellen kloppen, hebben ze een zeer schadelijk effect. Dat is het slechte nieuws. Het nog slechtere nieuws: de modellen kloppen niet. Vandaar dat je op het gebied van klimaateffecten inderdaad van economen en wetenschappers kunt spreken – dat is niet hetzelfde.