
Een vrouwensilhouet voor groot filmdoek, waarop beelden van massa’s geüniformeerde mannen, slow-motion. Plots, gigantisch, Stalin die een waterglas pakt, drinkt en bijschenkt. Dan bijna identieke beelden van Hitler. Haar stem: ‘Vampiers drinken soms ook water.’ Het geluid gaat door merg en been. Filmmuziek vol dissonanten ook. Het zou dik hout zijn, als de film deze, dan nog cryptische, nadrukkelijkheid, niet waar zou maken. Maar dat doet hij volledig. Verpletterend. Vertelling over één man, vermalen tussen twee monsters, en daarmee het verhaal van miljoenen: sovjetsoldaten in Duits krijgsgevangenschap. Wat door Stalin al in 1941 streng verboden was, want of dood of landverrader.
Die man is de vader van de vrouw voor het doek – Sana Valiulina, bekend Nederlands schrijfster, die met zus Dinar het spoor terug volgt naar het Goelagkamp waarnaar de vader in 1945 verbannen werd. We vinden hem uiteraard niet tussen die tachtig jaar geleden gefilmde massa’s. We leren hem kennen door foto’s en brieven die hij aan hun aanstaande moeder schreef. En door herinneringen van de dochters die hun ontoegankelijke vader alsnog proberen te doorgronden. Ze komen dichterbij, zoals ook bij ons kijkers, mede door regisseur Aliona van der Horst en specialisten in verschillende filmdisciplines. Met aparte lof voor de drie beeldresearchers wier found footage van de periode 1941-’45 verbluffend is en dito wordt ingezet. Een Gesamtkunstwerk over een onderwerp waarover weinigen weten. Hier niet, maar ook niet in Rusland waar Bewältigung van het stalinisme nooit van de grond kwam en nu zelfs streng verboden is. De film is net op tijd gemaakt want sinds februari onmogelijk. Terwijl de beelden van oorlog en vernietiging, in de Sovjet-Unie door nazi-Duitsland aangericht, de kijker van nu schokkend bekend voorkomen: voorecho van de ‘speciale militaire operatie’.
Verhaal van een ‘gewone’ ongewone man (weinig opleiding maar belezen, selfmade intellectueel en verdienstelijk tekenaar) die moest kiezen tussen hongerdood en dienstbaarheid aan het Duitse leger (archiefbeelden maken die onmogelijke keus invoelbaar); die de invasie in Normandië meemaakte, deserteerde, tolkte voor Amerikanen, om vanuit Engels krijgsgevangenschap uitgeleverd te worden aan ‘kannibaal’ Stalin – wat de westerse geallieerden in Jalta geheim hielden omdat ze wisten welk lot die ontelbare Russen te wachten stond: miljoenen zouden sterven. Russischtaligen is correcter, want Sandar Valiulin was Tataar. De nazi’s formeerden vooral bataljons van etnische sovjetminderheden, verwachtend dat die het centrale gezag haatten. ‘Ben ik landverrader of heeft het vaderland mij verraden?’ vraagt Sandar.
Sana kiest expliciet voor solidariteit met haar vader, hoe complex dat ook is. Die door oorlog en kamp beschadigde vader die niet kon praten over de gruwel, zoals veel getraumatiseerden (lees vooral Kolyma van Sjalamov). Sana besluit ook dat zij, in het Nederlands denkend, in de film Russisch moet spreken: hij, lang dood, moet haar kunnen verstaan. Dus horen we die prachtige, bezoedelde taal. En een verbluffende liefdesgeschiedenis, uitmondend in Sana en Dinar.
Aliona van der Horst, Wend je lichaam naar de zon, NTR Het uur van de wolf, woensdag 21 september, 22.50 uur