
Het ontbreekt in het cultuurlandschap in toenemende mate aan ruimtes tussen het servet van de galerie en het tafellaken van het museum, en ja, het is dus extra pijnlijk te weten dat de vorige directeur zó slordig met die prachtinstelling en haar belangen is omgegaan dat het voortbestaan nu aan een zijden draadje hangt.
Gabriel Lester wordt hier door zichzelf opgevoerd als kunstenaar/curator, een gelukkige combinatie waarin hij zich voor de strubbelingen kennelijk doof heeft kunnen houden. Hij heeft de zalen gevuld met eigen werken, werk in samenwerking ontstaan, en werk van anderen, maar het onderscheid is niet zo makkelijk te maken, want Lester houdt van prettige verwarring; zijn curatorschap is dat van de spreekstalmeester in een goochelcircus: now you see me, now you don’t.
Een van de kunstenaars die in zijn Extravaganza zijn opwachting maakt is de legendarische John Fare, een kunstenaar van wie het feitelijk bestaan onzeker is, die zijn werk en zijn leven zou hebben beëindigd door een daad van zelf-onthoofding. Een andere vaagheid is Tony Clifton, een personage van Andy Kaufman, van wie het zijden showcolbertje tentoongesteld is. Weer een andere is het gemaskerde personage Amorales, onder wiens mom dezelfde Lester af en toe schuilgaat.
Zo heeft elk van de achttien projectjes fantastische, humoristische, aanstekelijke kantjes. Er is een gedicht van Maria Barnas over Borges, in braille, en een ander vers, op de ramen aangebracht met yoghurt. Een groot flatgebouw op schaal als woning voor wandelende takken. Zeven hopen zand, aangebracht door Valentina Desideri, die moeten verwijzen naar de zeven heuvels van Rome, de zeven chakra’s, de zeven continenten, maar ook naar de Lotto Super 7. Het is vaak geestig, maar niet ironisch; het verraadt een vriendelijke, welgemeend jongensachtige speelse attitude.
Dat wil zeker niet zeggen dat die werken triviaal of frivool zijn, of hapsnap vervaardigd. Lester is een buitengewoon vaardige vakman, in staat tot het maken van grote, elegante films, drukke installaties, kleine geserreerde beeldhouwwerkjes, hoorspelen, pakkende tekstjes op de wand, wat niet al. De film Murmur, in de eerste zaal, laat een absurd concert zien van een Russisch strijkkwartet, dat met enkele ledematen en strijkstokken door een witte muur steekt. Voor de wand staat een aandachtig kunstpubliek, achter de wand ontwikkelt zich een gesprek tussen de muzikanten over ware vrijheid, de positie van de kunstenaar, de commodificatie van kunst, enzovoort.
Het pièce de resistance is Bermuda, een hoorspel met lichtbeelden als een zaalvullende installatie, een grote glazen uitstalkast waarin raadselachtige beeldhouwwerkjes – van de al even geestige Litouwer Robertas Narkus – oplichten op het ritme van een tekst waar ik maar de helft van kon verstaan, en toch naar bleef staan luisteren. Zitten kon niet: de stoelen daar zijn doorgezaagd.
Gabriel Lesters Unresolved Extravaganza. De Appel, Amsterdam, t/m 2 oktober; deappel.nl
Beeld: Carlos Amorales, Gabriel Lester, Amorales vs Amorales in De Appel, Amsterdam (Cassander Eeftinck Schattenkerk)