Nadat hij een jaar geleden was aangetreden als president ontwikkelde Donald Trump meteen een grote hekel aan de vereiste telefoontjes met buitenlandse regeringsleiders. Aan weinig gesprekspartners had hij zo’n duidelijke hekel als aan Angela Merkel, leider van het grootste land van de Europese Unie, de belangrijkste handelspartner van de Verenigde Staten. In een van hun eerste telefoontjes probeerde Merkel Amerikaanse steun te krijgen voor nieuwe sancties tegen Rusland. Ze vertelde Trump over de recente geschiedenis van Oekraïne, hoe Rusland het land was binnengevallen en destabiliseerde, hoe de VS en de EU al jarenlang tegen Rusland optrokken. Merkels stafleden die meeluisterden waren geschokt over Trumps gebrek aan kennis en dachten dat de Amerikanen zich wel zouden schamen. Dat was niet het geval. Al snel belden stafleden van het Witte Huis de Duitsers boos op met het verwijt dat Merkel ‘neerbuigend’ was geweest.

5 februari in Pakhuis de Zwijger:
De Groene Live #11 Eén jaar Trump

Een paar maanden later ging Merkel in Washington op staatsbezoek. Ze was vastbesloten om Trump cum suis niet opnieuw tegen de haren in te strijken. Ze bleef glimlachen toen Trump haar voor een haag fotografen weigerde een hand te geven. En ook toen Trump haar vertelde dat hij een ‘nieuwe handelsdeal’ met Duitsland wilde – de bestaande was slecht. Het probleem was: zo’n bilateraal verdrag bestond niet. De VS hebben een verdrag met de EU als geheel, niet met Duitsland afzonderlijk. Om Trump niet op zijn onbenulligheid te wijzen, zei Merkel maar dat dit kon, maar dan via Brussel, dat zou spreken namens alle landen van de EU. ‘Dus het kan bilateraal?’ vroeg Trump. Merkel, ongetwijfeld hevig opgelaten, knikte. ‘That’s great’, zei Trump. De Duitse delegatie verliet het Witte Huis opgelucht; Merkel had Trump niet hoeven corrigeren of de les te lezen. Helaas bleek het Witte Huis wederom verbolgen. Medewerkers van Trump vonden het gesprek ‘vernederend’.

Washington DC, 2017 © Christopher Anderson / Magnum / HH

Het is een willekeurige anekdote uit 2017 die iets van de vervreemding weergeeft die het onwaarschijnlijke presidentschap bij veel andere landen teweegbrengt. Tot een jaar geleden werden de VS geleid door een man die toegewijd was aan de wereldorde die zijn eigen land zeventig jaar lang had gevormd en geleid. Dat betekende: politiek leiderschap, dus vorm proberen te geven aan vraagstukken en crises. Economisch leiderschap: vorm en regels van internationale handel proberen te bepalen. Organisatorisch leiderschap: van internationale organisaties tot de aanleg van internetinfrastructuur over de aardbol. Moreel leiderschap: via de claim op een speciale roeping. Van de ene op de andere dag was dat voorbij en zetelde in het Witte Huis een man die stelde dat die wereldorde ‘totaal niet werkte’. Dat een wereld die ingericht was om de belangen van alle landen tegelijk te dienen een illusie was. Een progressieve leugen.

Sommige landen zagen dit met vreugde tegemoet. De heersende families in de rijke Arabische Golfstaten herkenden veel in Trump: het ‘dictator-chique’ van zijn glimmende paleizen, het dienen van het eigen belang en misschien en passant die van het land, de hoge baantjes voor de eigen familie. De ‘morele afstand’ tussen de Arabische heersers en de VS zou krimpen, zei een hoge functionaris uit een van die Golfstaten tegen The Guardian. De decennia waarin de VS – wat zij zelf ook uitspookten – anderen doorzaagden over mensenrechten, rechtsstaat en democratie zouden eindelijk ten einde komen. Ook in Rusland en sommige andere landen blikten elites en media met vreugde vooruit. Bij de traditioneel nauwste bondgenoten van de VS was er vooral argwaan.

Hoe dit presidentschap tot nu toe vorm kreeg, verschilde enorm per terrein, zowel in binnen- als buitenland. Op sommige gebieden zocht de nieuwe regering luidruchtig de confrontatie, andere zaken werden totaal genegeerd en weer ander beleid werd in stilte getransformeerd tot iets totaal anders. Hoe dit in de praktijk uitpakte was – en is – totaal onvoorspelbaar.

Het begon in ieder geval met een waarschuwing aan de wereld dat Donald Trump als president niet verschilde van de kandidaat. ‘We hebben andere landen rijk gemaakt terwijl de welvaart, de kracht en het zelfvertrouwen van ons land over de horizon zijn verdwenen’, zei Trump tijdens zijn bittere inauguratierede. ‘Maar dat was het verleden. We zijn hier vandaag om een nieuw decreet uit te laten gaan dat in elke stad moet worden gehoord, in elke buitenlandse hoofdstad, elke hal van de macht. Een nieuwe visie regeert ons land. Vanaf nu wordt het America first.’

Snel werd duidelijk wat Trump daaronder verstond. Drie dagen na zijn aantreden tekende hij een decreet waarmee hij de VS terugtrok uit het Trans-Pacific Partnership, een handelsverdag dat Barack Obama had opgezet om de groeiende invloed van China in Azië tegen te gaan. Twee dagen later volgde een decreet voor de bouw van een grensmuur langs Mexico. Weer twee dagen later de beruchte ‘moslimban’ die burgers van zeven islamitische landen de toegang tot de VS ontzegde. Een dag daarop een memorandum om Obama’s offensief tegen Islamitische Staat te versnellen. En zo ging het in hoog tempo door: sancties tegen Iran en Noord-Korea, decreten om ‘handelsmisbruik’ te bestuderen in de handelsverdragen met Mexico, Canada, Zuid-Korea en de Wereldhandelsorganisatie.

Maar zo’n overzicht van officieel beleid geeft de impact van Trumps presidentschap maar beperkt weer. Belangrijker is de combinatie van Trumps grenzeloze strijdvaardigheid die iedere dag een nieuw mikpunt zoekt, zijn bewuste en onbewuste schofferingen van gevestigde normen in de internationale politiek, zijn persoonlijke voorkeuren en temperament die hij dagelijks toont in tweets en interviews. Het gemak waarmee hij van standpunt wisselt, zijn desinteresse in kennis en waarheid, zijn onvermogen om zich genuanceerd uit te drukken en zijn behoefte aan aandacht. Zijn voorkeur voor radicale uitlatingen en oplossingen, de maling die hij heeft aan de verplichtingen die de VS in verdragen hebben vastgelegd. En nog een hele reeks eigenschappen die voor iemand in zijn positie onvoorstelbaar zijn.

Hij noemde Najib Razak, die wordt verdacht van het graaien van miljarden dollars uit de staatskas, ‘mijn favoriete premier’

Trumps primaire motivatie lijkt soms om alles precies tegengesteld te doen aan hoe Obama het deed, of aan hoe een president het volgens de Amerikaanse traditie behoort te doen. Zo heeft hij een onbegrijpelijke voorkeur voor het schofferen van de trouwste vrienden en het prijzen van de grootste vijanden. De Australiërs vochten de afgelopen eeuw mee met letterlijk elke Amerikaanse oorlog, zelfs die in Vietnam. Maar aan de telefoon poeierde Trump de Australische premier af, en hij gooide de hoorn op de haak. ‘De Duitsers zijn slecht, heel slecht’, zei hij bij zijn eerste bezoek aan Europa. Maar het hele jaar door prees hij de Russische president Vladimir Poetin om zijn verstandigheid, de Chinese president Xi en de Saoedische koning Salman om hun succesvolle zuiveringen onder rivalen, roemde hij het ‘ongelooflijke werk tegen drugs’ van de Filippijnse president Rodrigo Duterte, die duizenden verslaafden op straat liet doodschieten, en noemde hij zijn Maleisische evenknie Najib Razak, die wordt verdacht van het graaien van miljarden dollars uit de staatskas, ‘mijn favoriete premier’.

Tegen die achtergrond keren verschillende bondgenoten zich af van het Amerikaanse leiderschap. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken stelde dat ‘de relatie met de VS nooit meer hetzelfde zal zijn’. Zijn Canadese collega sprak over ‘de noodzaak dat de rest van ons onze eigen onafhankelijke koers zet’ nu ‘onze vriend en bondgenoot zelf de waarde van zijn mondiaal leiderschap in twijfel is gaan trekken’. Dramatische woorden, maar wel alleen woorden. Welk effect heeft dit daadwerkelijk op de wereldpolitiek?

Eerst nog iets over die woorden zelf: die hebben ook gevolgen. Kenneth Roth, directeur van Human Rights Watch, zei dat ‘de grootste schade die Trump aanricht aan mensenrechten niet eens zijn verzotheid is op sterke mannen die de mensenrechten schenden, maar het ondergraven van het op feiten gebaseerde discours dat essentieel is om hen te beteugelen’. En inderdaad is Trumps lijfspreuk ‘fake news’ ook die van dictators over de hele wereld geworden. De Syrische dictator wuifde er een Amnesty-rapport mee weg, de regeringen van Turkije, Somalië, Rusland en China gebruikten de term om media onder druk te zetten. Daarnaast inspireert Trumps voorbeeld rechtse nationalisten in vele landen – een ‘nationalistische Internationale’ met Trump aan het hoofd.

Directe politieke kosten voor de VS zijn er ook. Een paar voorbeelden geven een algemene indruk. Direct nadat Donald Trump de stekker uit handelsblok tpphad getrokken, onderhandelden Japan en de EU in recordtempo een onderling handelsakkoord uit. In december werden de handtekeningen gezet. De EU pakte meteen door met onderhandelingen met Mercosur, het handelsblok in Latijns-Amerika. tpp-vervanger rcep, die draait om China en India, staat ook in de hoogste versnelling.

Of neem de precaire relatie tussen de VS en Pakistan, cruciaal voor de oorlog in Afghanistan. Trump noemde de Pakistaanse premier Nawaz Sharif een ‘geweldige kerel’ en Pakistan een ‘fantastisch land met fantastische mensen’. Maar twee weken geleden, op Nieuwjaarsdag, werd Trump bevangen door Twitter-razernij. Hij tweette dat Pakistan ‘een veilige haven biedt aan de terroristen op wie we jagen’ en dat de VS ‘niets dan leugens en bedrog’ terugkregen voor de ‘meer dan 33 miljard dollar aan hulp’. Diezelfde dag nog prees China Pakistans ‘inspanningen tegen terrorisme’, nog geen 24 uur later accepteerde Pakistan de Chinese yuan als officieel betaalmiddel tussen de landen, een opsteker voor China’s strategische ambities.

Een derde voorbeeld: Trumps erkenning van Jeruzalem als Israëls hoofdstad. Trump leek serieus te geloven dat dit zou leiden tot een grandioze peace deal die hij, na zeventig jaar vruchteloze pogingen, in het Midden-Oosten zou sluiten. Het liep uit op een ongekende vernedering in de Verenigde Naties. Zowel de lidstaten van de Veiligheidsraad als de Algemene Vergadering veroordeelden de VS in een verhouding van veertien tegen één, iets wat normaal gesproken alleen is weggelegd voor marteldictaturen. In de VN is als reactie op Trump nu ‘sinofilie’ uitgebroken, rapporteerde Politico.

‘Ik denk dat de schade in Azië onomkeerbaar is’, zegt Hal Brands telefonisch vanuit Baltimore. Brands is hoogleraar politicologie aan Johns Hopkins University en auteur van American Grand Strategy in the Age of Trump, dat deze maand verscheen. ‘Dat Trump tppopgaf zonder er iets voor in de plaats te stellen, zal de VS lang achtervolgen in Azië. Lokale elites daar zien de VS als een neergaande macht, die kennelijk ook onberekenbaar is. Dat valt denk ik niet meer te repareren.’

Trump lijkt totaal niet geïnteresseerd in dat verlies van invloed. ‘Het is een van de terreinen waar er een kloof ligt tussen hem en zijn team’, zegt Brands. ‘Als je de Nationale Veiligheidsstrategie leest, die is opgesteld door Trumps veiligheidsadviseur McMaster, dan lees je dat China een belangrijke economische én strategische rivaal is van de VS. Trump gelooft wel in dat eerste. Maar het lijkt alsof dat tweede wordt weggestreept vanwege Trumps persoonlijke bewondering voor Xi. Het lijkt alsof hij gelooft dat Xi hem gaat helpen om plotseling een konijn uit de hoge hoed te trekken wat Noord-Korea betreft. Zijn team staat daar heel anders in.’

Brands verwacht dat 2018 een instabiel en gevaarlijk jaar wordt. Ten eerste het hoofdpijndossier Noord-Korea. Trump leek dat te willen afhandelen met ferme tweets, maar dat bleek onvoldoende. ‘Ik denk dat de kans op oorlog daar groter is dan in tientallen jaren’, zegt Brands. ‘Trump heeft geen zin om in conflict met Noord-Korea te komen, maar hij en een significant deel van zijn regering lijken ervan overtuigd dat een Noord-Korea met intercontinentale raketten en kernwapens onacceptabel is. Noord-Korea heeft in 2017 grote stappen in die richting gezet. In 2018 volgt wellicht het moment van de waarheid.’

‘Ik zie de haat en grofheid waar hij voor staat niet aanzwellen. En ik denk dat het democratische systeem het houdt’

Dat geldt ook voor minder explosieve terreinen, verwacht Brands. ‘Trump heeft een aantal zaken zo ver voor zich uit geschoven als maar kan. Hij zal in 2018 waarschijnlijk moeten beslissen of hij Obama’s nucleaire akkoord met Iran blijft steunen. En hij heeft gezegd dat hij van de handelsakkoorden met Mexico en Canada, met Zuid-Korea en met de Wereldhandelsorganisatie af wil. Trump zal een beslissing daarover niet veel langer kunnen uitstellen. Hij is duidelijk een man die de aandrang heeft om dramatische dingen te doen. Ik denk dat er een grote kans is dat hij dat op dit terrein zal doen. Mijn advies? Houd je maar vast voor 2018.’

Elke internationale kwestie leidt in het Witte Huis tot een kampenstrijd van ‘nationalisten’ tegenover ‘globalisten’. In het eerste kamp hoorden Trumps gevallen rechterhand Steve Bannon, zijn adviseur Stephen Miller en meestal Trump zelf. De ‘globalisten’ zijn onder anderen de bungelende minister van Buitenlandse Zaken Tillerson, minister van Financiën Mnuchin en de ex-generaals Mattis (Defensie), McMaster en Kelly (stafchef). Dat zorgt voor een constante machtsstrijd in het Witte Huis.

De dominante groep ‘globalisten’ heeft vaak de overhand en weet regelmatig de indruk van normaliteit te wekken. Ze krijgt soms zelfs beleid op de rails dat rechtstreeks tegen de wensen van Trump in gaat (zoals anti-Russische maatregelen). Maar Trump stapt via interviews en zijn Twitter-account steeds over de begrenzingen die anderen rond hem heen leggen. De nationalistische, radicaal-rechtse koers die hij daarbij aanhoudt lijkt niet zozeer het gevolg van een coherente overtuiging, als wel van zijn behoefte aan goedkeuring in media die hij graag volgt, en van een voorkeur voor symbolische daden die deel zijn van wat Steve Bannon ‘een strijd om de ziel van de natie’ noemde.

Dit maakt dat zijn buitenlands beleid altijd in dienst lijkt te staan van zijn binnenlandse publiek, en dat de binnenlandse agenda altijd het primaat heeft. Ook hier ging Donald Trump vliegend uit de startblokken. Nog op de dag van zijn inauguratie tekende hij een decreet dat de basis legde voor afschaffing van de onder Obama aangenomen ziektewet. (Later zou de Republikeinse poging de wet te vervangen roemloos falen.) Binnen twee weken volgden de moslimban en de grensmuur, een vergeldingsmaatregel tegen staten en steden die zich tegen die decreten verzetten, en decreten voor snellere uitzetting van illegalen, meer speculatievrijheid voor banken en minder milieuregels bij bouwprojecten.

Ook hier verklaren de decreten maar een deel van Trumps impact en ligt de grotere betekenis in zijn opzettelijk botte manier van politiek bedrijven: zijn grove taalgebruik, zijn ongeremde aanvallen op tegenstanders, het openlijk disrespecteren van iedereen die niet doet wat hij wil (inclusief eigen ministers en partijleden) en talloze hoofdknikjes richting extreem-rechts en racistisch gedachtegoed. Het beruchtst was zijn opzichtige weigering om een gewelddadige nazistische mars in Charlottesville te veroordelen, zelfs nadat een nazi een tegendemonstrant had gedood.

Trumps woorden vertalen zich zelden in beleid. De enige belangrijke wet van 2017 was de belastingwet van december. Trump eist wel voortdurend dat onmiddellijk gebeurt wat hij wil, ongeacht wat de wet daarover zegt, maar sticht vervolgens meestal snel een nieuwe brand.

Een zeer zorgwekkend geheel, vindt David Cole, hoogleraar rechten aan Yale en juridisch directeur van aclu, de grootste burgerrechtenorganisatie van de VS. ‘Donald Trump is de gevaarlijkste president die de Verenigde Staten ooit hebben gehad’, zegt hij in een telefonisch gesprek. ‘De belangrijkste reden daarvoor is zijn minachting voor de grondwet. Hij heeft beleid uitgeschreven dat mensen met een bepaalde religie aanvalt, hij heeft politiemannen aangemoedigd geweld te gebruiken bij arrestaties, hij heeft strijd gevoerd tegen staten die zijn wil niet uitvoeren, al zijn ze daar niet toe verplicht, en hij lijkt alles te hebben gedaan om een onderzoek te verhinderen naar Russische inmenging in ons verkiezingsproces. Elke president die geeft om onze democratie zou het grondigste onderzoek willen naar aanwijzingen dat een buitenlandse macht in onze verkiezingen heeft geïntervenieerd. Hij verkoos dat onderzoek te kleineren en te onderdrukken. Dat zijn indicaties dat deze man geen respect heeft voor de rechtsstaat. Toen Trump de verkiezingen won, zeiden wij als aclu: als je als president wil doen wat je als kandidaat hebt beloofd, dan zien we je in de rechtszaal. Dat hebben we ook gedaan. We hebben zijn moslim-reisverbod juridisch aangevochten, zijn ban op militaire dienst door transgenders, zijn verbod op abortus bij jonge immigranten in hechtenis en andere zaken. Allemaal tot nu toe succesvol.’

Die tegendruk maakt Trump volgens Cole ook de ‘meest gefrustreerde president’ die de VS hebben gehad: ‘Hij heeft tegenslag na tegenslag gehad. Hij heeft geen enkel resultaat geboekt naast de belastingwet, hoewel zijn partij een meerderheid heeft in het Huis van Afgevaardigden, in de Senaat, in twee derde van de staatsparlementen, en hij de meeste rechters heeft benoemd in het Hooggerechtshof.’

De schade van Trumps presidentschap zal uiteindelijk meevallen, hoopt Cole. ‘Als we terugkijken, zullen we de golf van burgerparticipatie voor het beschermen van onze rechten en vrijheden zien. Trump is namelijk niet de voorman van een massieve beweging. Hij kreeg evenveel stemmen als Mitt Romney en John McCain, de presidentskandidaten vóór hem. Hillary Clinton, zijn tegenstander, kreeg er alleen minder dan Obama. Trump begon met de laagste waarderingsgraad voor een president in de geschiedenis, en dat is laag gebleven. Ik zie de haat en grofheid waar hij voor staat niet aanzwellen. En ik denk dat het democratische systeem het houdt.’

Op verschillende terreinen vindt echter een stille uitholling van de Amerikaanse overheid en het publieke belang plaats. Bijvoorbeeld bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat is leeggelopen en waar de aanvoer van landenkennis van beneden naar boven is doorgesneden. Sommige departementen worden geleid door mensen die openlijk vijandig staan tegenover hun eigen departement. Het ministerie van Landbouw bijvoorbeeld. Dat besteedt normaliter het grootste deel van zijn budget aan voedselsubsidies voor armen, schoollunches en infrastructuur op het platteland, zoals waterleidingen en elektriciteit. De mensen die Trump op het ministerie heeft gezet, blijken al die programma’s te willen afschaffen, in ruil voor frisdrankautomaten in scholen en een zuivering binnen het departement van iedereen die in klimaatverandering gelooft.

Milieu-agentschap epa is ondertussen verworden tot een vehikel voor het terugdraaien van alles wat naar milieubescherming riekt. Niet alleen in taal – websites en folders worden geschoond van verwijzingen naar klimaatverandering – maar ook in regels tegen lucht- en watervervuiling of drijfgassen, ter bescherming tegen overstromingen, en zelfs regels die moeten voorkomen dat walvissen verstrikt raken in netten.

Dit alles maakt dat veel tegenstanders van Trump geloven dat de schade van zijn presidentschap vooral wordt bepaald door de lengte ervan: door de tijd die zijn regering krijgt om de overheid uit te hollen en hijzelf om acceptabel politiek verkeer te ondergraven. De tekenen zijn er niet naar dat dit in 2018 gaat veranderen. Het wordt pas het tweede jaar in een lange rit.