Toneel – Loek Zonneveld

Katie Mitchell, Alles weitere kennen sie aus dem Kino - 20 en 21 maart (20.30 uur) en 22 maart (15.00 uur). Stadsschouwburg Amsterdam

Een van de sterkste troeven, zeg maar het kroonstuk van de Britse regisseur Katie Mitchell in het Brandstichter-project van de Amsterdamse Stadsschouwburg, komt er komende week aan: een nieuwe tekst van de evenzeer Engelse auteur Martin Crimp, Alles weitere kennen sie aus dem Kino (‘de rest kennen jullie vast al van de film’), gebaseerd op een (eigenlijk twee) Griekse tragedie(s) en (vandaar die titel) gespeeld door acteurs van het Deutsches Schauspielhaus uit Hamburg (met boventiteling).

In het kort komt de voorstelling hierop neer: een koor van twaalf ijzersterke vrouwen (toneelmeesters, souffleurs, opzichters, regisseurs, verklede robots, alien-onderzoekers, tijdreizigers) gijzelt alle protagonisten van met name het tweede deel van de Oidipous-vertelling. De oude Thebaanse koning heeft de eigen raadsels over zijn afkomst ontsleuteld, zijn vrouw Iocaste leeft nog, zoon Eteocles heeft de absolute macht in Thebe overgenomen, zijn broer Polyneicles is gevlucht en leidt het verzet van buiten de stad. Het koor van vrouwen dwingt in een vervallen villa van de groot-burgerij alle protagonisten tot praten, tot getuigenissen, tot vertellen, tot reflectie – de karakters uit het drama lijken stuk voor stuk doodsbang voor hun ondervragers, voor de feiten uit hun eigen verhaal. Ze zijn er overigens allemaal, naast de al genoemden ook dochter Antigone en haar zus Ismene, hun oom Creon en de oude ziener Teresias. Een Engelse krant schreef: het is een soort verzamelalbum Greek Tragedy’s Greatest Hits.

Wie niet op de speelvloer wordt verhoord, wordt buiten beeld opgeborgen en hoogstwaarschijnlijk gemarteld. En wanneer de getuigenissen het koor niet bevallen of wanneer ze onvolledig worden bevonden, worden ze al acterend nog eens teruggespoeld, wat één van de fysieke en choreografische wonderen en attracties van de voorstelling oplevert, een enscenering die overigens energiek, beeldend en zeer muzikaal is en die in een hoog tempo (binnen twee uur staan we weer buiten) wordt afgewerkt – net als in de film dus, als het ware.

In een van de foyers van de Amsterdamse Stadsschouwburg staat een ander Mitchell-cadeau: de video-installatie Five Truths die Katie Mitchell voor het Victoria & Albert Museum in Londen heeft gemaakt. Als u een kaartje heeft voor een van de Brandstichter-voorstellingen kunt enkele uren vooraf of een klein uur daarna in die installatie rondkijken.

Katie Mitchell heeft vijf versies gefilmd van één scène uit Hamlet, het moment namelijk dat Ophelia iedereen de stuipen op het lijf jaagt met het intense verdriet over haar gedode vader en de verbijstering over de verbannen prins, per slot van rekening haar ex-vriendje – de rouw drijft haar tot een oerschreeuw die aan de waanzin grenst. Iedere versie van deze scène reflecteert de toneelwaarheid van een van de vijf pioniers uit het theater van de twintigste eeuw: de wat-als-ik-dit-meemaakte-psychologie van de Rus Konstantin Stanislawski, de vertellende helderheid van Bertolt Brecht, de in de waanzin springende nachtmerrie van Antonin Artaud, de fysieke gebroken spiegel van Jerzy Grotowski en het intense ritueel van Peter Brook. De films worden almaar herhaald, neem even de tijd en zie er steeds twee in één ‘kijkbeurt’ (door de opstelling kan dat vrij gemakkelijk). Je ziet dan accentverschillen die weliswaar heel boeiend zijn, zeker in het kader van de vraag hoeveel waarheid het toneel verdraagt, maar die zich niet zo gemakkelijk verbaal laten uitleggen. Die accentverschillen worden hier verhelderd in enkele oogopslagen. Intelligent, sterk en slim gemaakt.

Film – Gawie Keyser

Still Alice - vanaf 15 maart in de bioscoop

In films over ziekte is de ziekte in kwestie dikwijls de ‘hoofdrolspeler’. De ziekte waart als een geest door alle scènes heen, zodat de personages nauwelijks de kans krijgen mensen van vlees en bloed te worden. Dat is anders in Still Alice, vanaf deze week te zien, met Julianne Moore in de rol van dr. Alice Howland, hoogleraar linguïstiek aan Columbia University in New York. Ze heeft haar leven prima op orde: getrouwd met John (Alec Baldwin), drie volwassen kinderen die net als hun ouders succesvolle carrières hebben of aan de vooravond ervan staan. Dan krijgt Alice slecht nieuws: ze lijdt aan vroege alzheimer, en dan ook nog de erfelijke variant van de ziekte. Vanaf dat moment is het alsof de ziekte op de achtergrond raakt terwijl de focus op Alice en haar gezin valt, maar vooral op haar en op de vraag: hoe leef je door wanneer je weet dat iedere seconde van iedere dag een stapje dichter bij de fatale aftakeling is?

De regisseurs van Still Alice, Richard Glatzer en Wash Westmoreland, benaderen het materiaal zonder opsmuk. Op subtiele wijze, dus zonder melodrama, creëren ze identificatie tussen Alice en de toeschouwer. Tijdens een medisch onderzoek ondergaat Alice bijvoorbeeld een aantal tests. Zo krijgt ze een naam en een adres te horen die ze later in het gesprek moet herhalen. De kijker gaat hier instinctmatig in mee: weten wij vijf minuten later nog wat die naam en dat adres was? Min of meer wel. Maar Alice kan zich die dingen helemaal niet meer herinneren. De impact van de ziekte op haar en vooral de implicaties van haar mentale achteruitgang zijn onmiddellijk invoelbaar.

Meer dan over ziekte gaat Still Alice over identiteit en herinnering. Het leven van alle personages verandert ogenschijnlijk ingrijpend als gevolg van de ziekte van hun moeder en echtgenote. Maar of deze verandering werkelijk zo volledig is, is maar de vraag. Een paradox ontstaat: alzheimer vernietigt de hersenen, maar deze lichamelijke transformatie hoeft niet bepalend te zijn voor wie Alice werkelijk is. Ze verdwijnt, letterlijk. Naarmate ze zieker wordt, ligt ze steeds vaker te slapen of in het niets te staren terwijl John en de kinderen gewoon naast haar in de woonkamer zitten. Waar de echte Alice is, weten zij niet. Het mooie is dat wij dat wel weten, want de film laat dat zien.

Loin des hommes - nu in de bioscoop

Loin des hommes, te zien vanaf deze week, is gebaseerd op L’Hôte (De gast) van Albert Camus. In het verhaal, dat zich afspeelt midden jaren vijftig tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, krijgt de Franse leraar Daru (Viggo Mortensen) opdracht de gevangene Mohamed (Reda Kadep) te escorteren voor berechting in een nabijgelegen stad. Mohamed wordt ervan beschuldigd zijn neef te hebben vermoord.

In het verleden werd Camus redelijk vaak en tamelijk goed verfilmd, door onder anderen Luchino Visconti met Lo straniero (1967), naar L’Étranger, met Marcello Mastroianni als Meursault. Loin des hommes heb ik nog niet kunnen zien, maar deze film is zeker een tip waard. Want Mortensen en Camus en de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd.

Televisie – Walter van der Kooi

Schaep Ahoy - KRO, zaterdags vanaf 14 maart, 8 delen, NPO 1, 21.10 uur

Kootje heeft een enorme verrassing voor Door: eindelijk gaan ze een keer op vakantie. Geblinddoekt moet ze raden waarheen. Schiphol denkt ze te horen, en dus: Indonesië, New York? Nee, zegt Ko, een cruise. Dus noemt Door verrukkelijke subtropische bestemmingen. ‘Nou Door, we blijven vrij noordelijk’, zegt Ko. ‘Ach’, zegt Door, ‘zolang we maar met z’n tweeën zijn.’ Want ze wil even los van die eeuwige kroeg en de vaste clientèle. Volgt een kort overzicht van de hinderlijke eigenschappen van elk van de afzonderlijke medewerkers en stamgasten die haar eeuwig op de lip zitten en die een buffer vormen tussen haar en Ko. Ach, de liefhebber van ’t Schaep begrijpt het al. Van Doors dromen zal weinig uitkomen. Het wordt een stukje moeizaam tuffen in Holland op een vervallen cruiseschuit, soms in pokkenweer. En wie staan daar klaar als medepassagiers? Surprise: de vaste ploeg met zijn vaste eigenaardigheden. En daar moet Door dan blij mee zijn. Wat nauwelijks lukt, zeker niet als ze hoort dat Ko het reisje niet betaald maar gewonnen heeft en ziet dat ze in een kajuit met stapelbed belandt. Begonnen met een geweldige remake van Eli Assers ’t Schaep met de 5 pooten zijn meesterauteur Frank Houtappels en zijn topregisseurs in een vijfde serie beland: Schaep Ahoy. Na elk seizoen dachten ze dat de koek op was en elke keer weer werd besloten er (mede door grandioos kijksucces – 1,8 miljoen gemiddeld) toch nog een te proberen.

Soms dacht ik bij de eerste afleveringen: jullie hadden inderdaad beter kunnen stoppen, al blijft de formule van toepasselijke teksten op liederen die een ganse epoque terugroepen ijzersterk, net zoals de cast dat is. Maar ook elke keer gebeurde het ergens onderweg toch weer: weerloos makende gein en soms even heuse ontroering. En ondanks alle geëmmer en geëtter van kleine zielen toch altijd weer feelgood-televisie van hoog niveau.

Deze aflevering 1 wijkt niet af: weer is het soms raak, soms minder. Maar mijn vertrouwen is inmiddels absoluut. En voor de kijker die niet tegen al te veel spanning kan: Lena heeft de boot gemist, maar ’t Schaep kan helemaal niet zonder Georgina Verbaan, zoals het ook niet zou kunnen zonder Loes, Pierre, Marc-Marie, Jenny, Ton, Bianca en Laus. En die weer niet zonder elkaar (ze schijnen zich ook in het echt steeds enorm te verheugen op de reünie die elke nieuwe serie óók voor hen is). Dus dat komt wel goed. Dat de kapitein al voor vertrek moet worden vervangen door Arie Balk die niet kan zwemmen maar ooit een vaarbewijs zou hebben gehaald, dat is wat minder garantie voor goede afloop. Het lied Ik wil terug naar de kust is een goed voorbeeld van de tijdmachine die ’t Schaep, naast goede comedy, ook is.

Vroege vogels - dinsdags, NPO 2, 19.20 uur; zondags, Radio 1, 07.00 tot 10.00 uur

Voorjaar is vanouds bij uitstek het seizoen voor Vara’s onvolprezen Vroege vogels. Al was het maar vanwege de camera in de nestkast van de kerkuilen. Hij brengt een vette muis binnen en zij gaat, muis in snavel, prompt klaarstaan: zijn pleziertje heeft de kostwinner wel verdiend. Weinig weet ik van natuur, maar als VV me laat zien hoe de paarse strandloper zijn kostje op de basaltblokken bij de Hoogovens na elke golf bij elkaar scharrelt (ze noemen de locatie trouwens Tata Steel – mag zulke reclame?) en dat vlakbij datzelfde bedrijf de enige Nederlandse vindplaats van schaduwdubbeltandmos te vinden is, dan springt het hart op.

Trouwens, sinds jaar en dag kijk ik tijdens vakanties uit op het Vijlener Bos. Laat daar nou vorig jaar een Europese wilde kat door een camera zijn betrapt. En laat daar nou inmiddels een populatie van rond de tien rondbanjeren, inclusief een of meer kleintjes. Een Limburgse bioloog lokt ze met zakjes valeriaanpoeder om ze te zenderen en noemt zich ‘drugsdealer van wilde katten’ – volgens hem de enige manier ze in de val te krijgen. Net huiskatten maar een stuk robuuster.

En dan die mammoetmoeder met baby in het Noord-Hollands duin. Meesterlijk nagemaakt door kunstenaar Remie Bakker, mede op gegevens van paleontoloog Dick Mol. Bakker, die ook uitgestorven dieren als bijlvis en sabeltandtijger reconstrueert met fikse minachting voor flauwekulbeesten die voorheen onder die naam zijn nagemaakt. En ja, ook grotschilderingen helpen om vast te stellen dat de mammoet vachtvrije stroken in de liezen had om af te kunnen koelen. Want niks ijsvlakten als habitat van de mammoet: grazers op vlakland, dat waren ze.

Popmuziek – Leon Verdonschot

Roger Hodgson - Carré Amsterdam, 18 april 2016 (voorverkoop nu begonnen)

Supertramp, de legendarische band van onder meer The Logical Song, School, Breakfast in America en Give a Little Bit, komt naar Amsterdam, naar het Ziggo Dome. Dat concert kunt u met een gerust hart overslaan, want de ziel van Supertramp heet Roger Hodgson en die zit niet meer in de band. Hij is vervangen door iemand die hem nadoet, en dat is voor niemand fijn. Maar! Ook Roger Hodgson zelf komt naar Amsterdam. Hij speelt live een gering aantal nummer van zijn soloalbums (In the Eye of the Storm is geniaal, de rest allerminst) en een groot aantal van Supertramp. Het eerste concert was binnen een paar minuten uitverkocht, maar voor het tweede zijn (nu) nog kaarten. Het is pas in april 2016, maar lange voorpret is ook wat waard.

En ja, die hoge uithalen haalt hij nog steeds. Luister maar:

Royal Blood - Paradiso, Amsterdam, 16 maart, 20.30 uur

Dat rockbands hard kunnen rocken zonder bassist, weten we al sinds onder meer The Black Keys en White Stripes. Dat het ook kan zonder gítarist, leerden we van Royal Blood. Onstuimig en energiek, dat zijn de twee jonge honden uit Brighton. Zeker live, zo leerde vorig jaar hun optreden op Lowlands. Een dik half uur duurt hun titelloze, in Engeland op 1 in de hitparade binnengekomen debuutalbum. Het onmisbare naslagwerk www.setlist.fm meldt setlisten van dertien nummers bij de Britse concerten. Dat wordt drie kwartier zweten en dan nastomend weer naar buiten.

Dat het duo zelfs op een groot festivalpodium moeiteloos overeind blijft, bewijst deze opname:


Beeld: (1) ‘t Schaep Ahoy! (2) Katie Mitchell, Alles weitere kennen Sie aus dem Kino (Stephen Cummiskey 2013); (3) Viggo Mortensen en Reda Kadep (beide links) in Loin des Hommes (4) Brits rockduo Royal Blood.