De voormalige juniorpremier van Rusland ontkent het. Maar vijf Republikeinse leden van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden hebben er minister Colin Powell van Buitenlandse Zaken op aangesproken. Sergej Kirijenko zes jaar geleden als «kindersurprise» een half jaartje premier onder Boris Jeltsin en sinds 2000 «gevolmachtigd vertegenwoordiger» van president Poetin langs de Volga zou opteren voor een permanente verblijfsvergunning in de Verenigde Staten. Kirijenko, aldus de vijf in hun brief aan Powell, heeft in Illinois bij Chicago onroerend goed gekocht voor ruim één miljoen dollar. Dit bedrag is goed voor een green card in de VS. Ze baseren zich op West-Europese «bronnen» die de gangen van Kirijenko volgen. De onafhankelijke Novaja Gazeta heeft de brief van de Amerikaanse politici deze week afgedrukt. De leden van het Congres vrezen namelijk dat er fraude in het spel is.
Een botte «leugen», aldus Kirijenko (nu 41 jaar oud), althans «een misverstand dat zal worden opgehelderd».
Maar het kwaad is reeds geschied.
Ten eerste omdat Kirijenko louter een excuusbestuurder is. Toen president Poetin na zijn verkiezing in 2000 Rusland opdeelde in zes superdistricten en daar zes «gevolmachtigde gezanten» (polpred in het jargon) benoemde de grenzen kwamen niet toevallig overeen met de militaire zones waarin het land is verdeeld was Kirijenko de enige burger die namens de president de lakens mocht uitdelen. De andere vijf kwamen uit de geheime dienst of de krijgsmacht.
Ten tweede omdat de vraag is hoe Kirijenko aan een miljoen komt. In 1998 was Kirijenko minister-president van een kabinet waarmee Jeltsin al zijn tegenstanders op het verkeerde been wilde zetten. In die tijd kreeg Rusland van het IMF een lening ter waarde van 4,8 miljard dollar om de roebel te stutten. De Russische munt stond onder druk omdat de regering haar begrotingstekort had gefinancierd met een soort obligatiepiramide die op lucht was gebouwd.
Wat er met dit geld van het IMF is gebeurd, is duister. Volgens de vijf bezorgde Amerikaanse afgevaardigden is het nooit in Moskou ter bestemde plekke gearriveerd. Helder is hoe dan ook dat Rusland in 1998 feitelijk failliet ging. Omdat de regering haar schulden niet meer kon betalen, werd ze op 19 augustus 1998 gedwongen een moratorium op afbetaling af te kondigen en de roebel zodanig los te laten dat de koers ervan in een paar dagen met een factor vier naar beneden kelderde. Kirijenko was van A tot Z betrokken bij deze default die veel Russen, die geen «voorkennis» hadden, heeft getraumatiseerd en later in de handen dreef van de sterke man die uiteindelijk Poetin bleek te heten.
President Poetin maakt sindsdien een halszaak van corruptie. Veel heeft hij nog niet bereikt. Maar in eigen kring is hij desondanks behoorlijk meedogenloos. Onlangs heeft Poetin zijn lijfarts Rem Petrov een immunoloog die zelfs tijdens vakanties op de datsja in de buurt blijft en tevens chef van het staatscomité dat licenties verstrekt voor medicijnen ontslagen omdat hij het niet zo nauw zou hebben genomen met het onderzoek naar nieuwe preparaten van de farmaceutische industrie in binnen- en buitenland. De onderminister van volksgezondheid, een leerling van de lijfarts die op het departement de dekking verschafte, is eveneens de laan uitgestuurd.
Kirijenko ziet desondanks nog kansen. Hij heeft Novaja Gazeta voor de rechter gedaagd. «Ik heb altijd sympathie gehad voor de persvrijheid, maar mijn geduld is nu op», aldus de polpred.
Zijn dagen lijken niettemin geteld. Kirijenko heeft vijf jaar mogen fungeren als schaamlap voor het machtsapparaat. De president heeft hem niet meer nodig in zijn voortdurende streven om Rusland aan één touwtje te leggen dat vanuit het Kremlin wordt aangetrokken. In zijn jaarlijkse toespraak tot de Senaat eind mei heeft hij zelfs de non-gouvernementele organisaties de wacht aangezegd. Sommige zijn alleen maar bezig met «buitenlandse fondsen» te werven of zich dienstbaar te maken aan «twijfelachtige commerciële belangen», aldus de president.
Het is Poetin meer dan menens. Iedereen die de «hand bijt die hem voedert» moet aan de kant.