
De grens tussen Amerika en Mexico is behalve een grens tussen twee landen vooral een grens tussen twee werelden. Sterker nog, zegt de architect Teddy Cruz, de grens is een wereld op zichzelf. En die wereld beperkt zich niet tot de zone of conflict tussen Amerika en Mexico: als je die lijn over de aardbol doortrekt, heb je de nieuwe politieke evenaar die in de visie van het Pentagon sinds 9/11 de verdeling van de macht in de wereld aangeeft. Een soms onzichtbare, maar niet minder reële grens tussen rijkdom en armoede, tussen overdaad en schaarste, tussen het formele en het informele.
De van oorsprong Guatemalteekse architect en visionair Teddy Cruz denkt op superlokale schaal en extrapoleert dat naar het mondiale. Gebouwen spelen een ondergeschikte rol in dat denken – hij is meer activist en analist dan ontwerper van de zoveelste dure stadsicoon. ‘De toekomst van steden hangt minder van gebouwen af’, heeft hij gezegd, ‘en meer van de fundamentele reorganisatie van de sociaal-economische verhoudingen.’ De vernieuwing zal niet komen uit de enclaves van macht en overvloed, zoals San Diego aan de Amerikaanse kant van de grens, maar uit gebieden waar conflict en schaarste heersen, zoals in Tijuana, de Mexicaanse stad net aan de andere kant van de grens. De twee landen, en werelden, worden behalve door taal en cultuur en economie ook door een reusachtige muur gescheiden.
De crisis in de wereldsteden die uit hun vel barsten nu meer dan de helft van de mensheid in een stad woont – Mexico-Stad is er met bijna negen miljoen inwoners een van – is niet alleen een crisis van de economie of van het milieu, zei hij begin dit jaar in zijn ted-talk. De urban crisis is er vooral een van de instituties, die niet in staat zijn het hoofd te bieden aan de oliehonger en zelfzuchtige verstedelijking die van het zuiden van Californië tot New York tot Dubai steden hebben voortgebracht die gestoeld zijn op consumptie.
Overigens houdt Cruz zelf kantoor in La Jolla, Californië – typisch zo’n enclave aan de Amerikaanse kant van de grens. En na zijn studie in Guatemala-Stad en in Californië studeerde hij aan het bolwerk van privilege Harvard. Hij kent beide kanten van de grens, kun je zeggen. Hij is hoogleraar public culture and urbanism aan University of California in San Diego. De kracht van zijn opruiende denken (en daarmee van zijn gelijk?) is wel vanuit de instituties erkend. In 1991 kreeg hij de Prix de Rome, in 2011 de Visionaries Award van de Ford Foundation en in 2013 de architectuurprijs van de US Academy of Arts and Letters.

De Belgische grafisch ontwerper Annelys de Vet, docent aan het Sandberg Instituut, heeft met haar Bureau for graphic research and cultural design een reeks ‘subjectieve atlassen’ gemaakt van diverse landen en streken. Over Hongarije maar ook over Friesland, over Servië en Palestina, en ook over Mexico. In samenwerking met mensen uit het land zelf brengt ze een waaier van beelden en verhalen bij elkaar die tezamen een portret vormen. In de atlas van Mexico vind je intieme foto’s van eetstalletjes op straat in het donker, waar de klanten als motten om het licht heen klitten; een serie van een jongen die alle beledigende gebaren voordoet; ontwerpen voor een nieuwe nationale vlag, waarop nationale symbolen als hete pepers en watermeloen prijken; zelfgetekende portetten van Mexicanen die hun ambitie aangeven, zoals de negentienjarige Juan: ‘Quiero ser un cabron con un chingo de lana y pistolas’, ‘Ik wil een klootzak zijn met een hoop geld en pistolen’.
Een van de fotoreeksen van De Vet laat de border condition zien die voor Teddy Cruz een eindeloze bron van inspiratie is: de drukke weg dwars door de grensplaats Tijuana, met de toepasselijke naam Avenida Internacional, waarvan de ene kant in Mexico ligt en de andere in de VS. Bij deze grenssituatie hoort een eindeloze stroom mensen en goederen over en weer. Niet voor niets zijn in Tijuana, tegenover San Diego, en in Ciudad Juárez, tegenover El Paso in Texas, grote aantallen maquiladores gevestigd, fabriekshallen die gebruikmaken van de goedkope arbeid van onuitputtelijke hoeveelheden mensen die werk zoeken en die met een schuin oog kijken naar de mogelijkheid om illegaal de grens over te steken. Ciudad Juárez is een berucht jachtterrein geworden voor moordenaars en verkrachters die het op de fabrieksmeisjes hebben gemunt.
De uitwisseling over de grens is niet gelijkwaardig: tegenover de stroom immigranten van zuid naar noord staat een stroom afval van noord naar zuid. Het Senseable City Lab van Carlo Ratti aan de tech-universiteit mit heeft dat laten zien in een onderzoek naar afval met de naam ‘Trash | Track’ (http://senseable.mit.edu/trashtrack/). Ze hadden drieduizend stuks afval in Seattle in het noordwesten van de VS van een chip voorzien om te kunnen volgen hoe en waar ze werden verwerkt. Een inktpatroon van een printer legde een epische reis af van liefst 6500 kilometer, eerst naar het oosten van het land en dan weer naar het zuiden om uiteindelijk te worden verwerkt in… Mexico.
Teddy Cruz ziet ook andere soorten afval geëxporteerd worden. Hele huizen, de goedkope kartonnen huizen van de naoorlogse buitenwijken, worden op diepladers gezet en naar weer andere buitenwijken – informal settlements oftewel slums – aan de andere kant van de grens neergezet. Daar worden ze op een stalen frame gezet zodat de bewoners eronder een verdieping kunnen toevoegen voor bewoning, of als garage, of voor een bedrijfje, of als appartement voor oma. Er gaan ook vrachtwagens volgeladen met Amerikaanse garagedeuren naar de grensstreek, waar ze een nieuw leven krijgen als gevels van informele woningen. Vandaar dat Cruz – als architect – zegt dat gebouwen niet belangrijk zijn om hoe ze eruitzien, maar om wat ze doen. ‘Not only people cross the border here’, zegt hij, ‘but entire chunks of one city move to the next.’

Cruz is gefascineerd door deze dynamiek van verandering, waarbij mensen uit nood creatief omgaan met beperkte bronnen – bijvoorbeeld de monofunctionele suburban bungalow die in een andere setting een baaierd van nieuwe functies blijkt te kunnen vervullen. Banden van vrachtwagens worden uit elkaar getrokken om er muren van te bouwen; van houten kratten worden hekken gemaakt. Allemaal kunnen deze informele improvisaties San Diego tot voorbeeld dienen, zegt hij, bij de onontkoombare herziening van het achterhaalde suburban model. Zo hadden ze het vast nog niet gezien in San Diego zelf.
In het boek Border Conditions in de TU Delft Architecture Series van Architectura Natura Press (2010) heeft hij het over ‘de radicalisering van het lokale’ als antwoord op het mondiale. Daarom ook wordt volgens hem de buurt, en niet de stad, het laboratorium van de toekomst. In zijn typerende Cruz-speak, die het midden houdt tussen jargon en rake formuleringen, spreekt hij van action neighborhoods.
In het boek onderzoekt hij wat hij de geography of conflict noemt door middel van een dwarsdoorsnede over zestig mijl van de grensstreek. Aan weerskanten is het een zee van conflicten: aan de Mexicaanse kant tussen de natuur en de muur, tussen de rivier en de grens, tussen de fabrieken en de talloze informele noodwoningen. En in San Diego tussen de natuur en de militaire terreinen, tussen de grootschalige infrastructuur en de waterhuishouding, tussen de gated communities en het leven van alledag buiten de hekken.
Hoewel Cruz zoals hij zelf zegt niet geïnteresseerd is in gebouwen als het einddoel van zijn praktijk geeft hij wel in ontwerpen uitdrukking aan zijn ideeën. Voor het project Manufactured Sites heeft hij voor de schrijver en stadsdenker Mike Davis, met wie hij veel samenwerkt, diens garage veranderd in een studio en een bibliotheek. Voor dit provocatieprototype midden in een keurige Amerikaanse woonwijk gebruikt hij dezelfde geïmproviseerde bouwmaterialen – kratten, garagedeuren, metalen platen en autobanden – die de arme Mexicanen noodgedwongen gebruiken.
Voor het kunstevenement inSITE05 zette hij zo’n typische suburban woning op het parkeerterrein neer voor het museum van San Diego en bekleedde de gevel voor een groot deel met knaloranje verkeerskegels – een gebouw als een stekelvarken dat een statement maakt over de rigide ruimtelijke regels in de VS die het onmogelijk maken om één plek voor meer dan één functie te gebruiken.
Als een politieke performance heeft hij ook een aantal ‘Political Equator Meetings’ georganiseerd, wandelingen in en over de grens die hij lopende gesprekken noemt. Bij de derde, in de zomer van 2011, stak een groep de grens over via een drainagebuis die parallel loopt aan de muur die de twee landen scheidt. Vanuit San Diego kwamen ze weer boven in een slum van 85.000 inwoners. Omdat het een kunstperformance was, had Cruz de Mexicaanse grenspolitie zo ver gekregen dat ze aan de andere kant van de buis klaarstonden om de paspoorten van de reizigers af te stempelen. Maar het ging Cruz natuurlijk om de confrontatie tussen de waterhuishouding, de infrastructuur van de surveillance en de informele nederzetting.
Hoewel hij uitermate kritisch is over de status-quo is Teddy Cruz bepaald niet moedeloos. Hij ziet dat zich een transformatie via het bottom-up naar het top-down voltrekt, en dat geeft hem hoop, zegt hij. ‘Dit is de enige manier waarop we de oude urbanizations of consumption kunnen veranderen in neighborhoods of cultural production.’ Zo wordt het denkbaar dat er een nieuwe sociale en economische gerechtigheid ontstaat – in de grensstreek, in de stad, in steden overal langs zijn politieke evenaar.
Architect Teddy Cruz spreekt vrijdag 9 mei om 16.50 uur op What Design Can Do en gaat eerder die dag (14.00-15.30 uur) in een breakout-sessie met Tracy Metz in gesprek.
Beeld: (1) Estudio Teddy Cruz, Manufractured Sites (2 & 3) Estodio Teddy Cruz, Political Equator Crossing.