Zeker, daklozen zijn er genoeg. Junkies ook. Maar, zo lijkt het, niet meer dan in Brussel of Amsterdam.
De recessie eist zijn tol, dat is zeker. Eén op de twee jonge mensen zit inmiddels zonder baan – net als in Spanje. Maar de manier waarop het in de buitenlandse pers komt, vinden veel Grieken, is eenzijdig en sensationeel. Crisisporno, noemen ze het. ‘Een typisch verzoek van buitenlandse journalisten: laat me de armoede zien’, zegt Thrasy Petropoulos, hoofdredacteur van de Engelstalige krant Athens News.
Theodora Oikonomides, vrijwilliger bij een lokaal radiostation en fixer voor buitenlandse journalisten, zegt dat er veel positieve dingen gebeuren, maar dat er weinig interesse voor is. ‘Ik begrijp het wel’, zegt ze. ‘De armoede is niet altijd even zichtbaar. Maar de crisis heeft ook veel goeds tot gevolg en dat moet ook belicht worden.’
Zeker in het begin van de crisis was er ‘een explosie van artikelen over corruptie, luiheid en belastingontduiking’, zegt Nick Malkoutzis, redacteur bij de Engelstalige versie van de krant Kathimerini, het NRC Handelsblad van Griekenland. De buitenlandse pers faalde grotendeels, zegt hij, om de crisis in zijn context te plaatsen. De zwarte economie van Griekenland, bijvoorbeeld, is niet eens de grootste van de eurozone – en maar een kwart groter dan het gemiddelde. ‘Slechte journalistiek’, zegt hij.
Toerisme, in de tussentijd, is gekelderd. En dat terwijl het een van de belangrijkste sectoren van de Griekse economie is. De eigenaar van een souvenirshop aan de voet van de Akropolis zegt dat zijn omzet bijna is gehalveerd. ‘Mensen moeten niet alles geloven wat ze zien op tv’, zegt hij.