Door het lezen van The Paris Review heb ik de beste Amerikaanse schrijvers ontdekt, zoals Ben Lerner, Vivian Gornick, Hilton Als. In het herfstnummer van vorig jaar stond een verhaal van Sigrid Nunez, ‘The Blind’, een essayerend verhaal over vriendschap en schrijven, een prachtverhaal, in een toon die je onmiddellijk bij de lurven grijpt.
Ik herken de toon als ik hem zie, maar vind het moeilijk hem te beschrijven. Het heeft er zeker mee te maken dat je niet het gevoel hebt dat iemand je maar wat op de mouw speldt, of je even wil bezig houden. ‘The Blind’ bleek een excerpt uit de roman die onlangs verscheen, The Friend, die ben ik nu aan het lezen. En opeens besefte ik dat ik Nunez al kende van een heel opmerkelijk boekwerk dat ze over Susan Sontag schreef, Sempre Susan, een boek dat ik eigenlijk liever voor mezelf hou en waarover ik het dus verder niet zal hebben.
Ik kreeg de griep en wilde iets in het Nederlands lezen, om niet nog meer verdwaald te raken in die immense poëtische ruimte waarin ik van nature toch al ronddool. Er bleek één roman te zijn van Nunez die in het Nederlands twintig jaar geleden verscheen bij wat toen nog Anthos heette, Naakte slaapster. Een perfecte roman voor grieplijders en andere koortsachtige lezers, zo bleek. Zoals de beste romans gaat hij over niks en alles. Hij heeft iets amateuristisch ook in die zin, maar dat vind ik niet erg, zolang die toon er maar is.
Nona, ik schat haar begin dertig, woont samen in Brooklyn, en werkt aan een boek over haar vader die een redelijk bekend kunstschilder was en die toen zij nog klein was haar en haar moeder verliet. In het begin van de roman blikt ze terug op haar verblijf in een schrijversresidentie, waar ze verliefd is geworden op ene Lyle, een iets ouder kunstzinnig type dat net aan het herstellen is van een verbroken verhouding. Ja, dit boek gaat over liefde en hopeloze verhoudingen, maar op een intelligente manier. Nona koestert haar imago van de kalme, waardige vrouw die een boek aan het schrijven is, terwijl ze in werkelijkheid door telefoons aan het schreeuwen is, ongepaste brieven schrijft en haar lief en leed aan volkomen onbekenden in het vliegtuig opdist. Dit klinkt grappig, en Naakte slaapster is ook zeker geen larmoyant boek, maar de basistoon is er wel een van een soort ernstige menselijkheid. Het gaat over de discrepantie tussen verlangen en werkelijkheid, misschien is dat het wel, over luisteren naar goedbedoelde adviezen en dan iets heel anders doen. Over spijt, daar gaat het ook over. Over gelukkig zijn in een verhouding en tegelijkertijd niet gelukkig met jezelf zijn in die verhouding.
Ik denk dat ik dit boek nog mooier had gevonden als Nunez het had geschreven als een memoir, als het ‘gewoon’ een uitsnede was uit een leven van iemand van wie je het verhaal wel wil horen. Maar ach, zo laat het zich in feite dus ook lezen. Nu gauw verder met The Friend, ik kan het Engels weer aan.