
In de uitmuntende nieuwe film van de Amerikaanse regisseur Scott Derrickson teistert een seriekidnapper genaamd De Grijper een klein stadje in de buurt van Boulder, Colorado. Deze locatie wordt slechts terloops genoemd, maar dat is genoeg – het roept meteen de waargebeurde moord op JonBenét Ramsey op, de zesjarige beauty queen wier lichaam op 26 december 1996 in de kelder van haar ouderlijk huis in Boulder werd gevonden, nota bene door haar vader. Nog altijd is JonBenéts moordenaar op vrije voeten, wat een extra, venijnige lading geeft aan de kindermoorden en monstrueuze vaderfiguren in The Black Phone.
Het kwaad is tragisch echt in Derricksons film. Dat ráákt: een vader die zich met wodka laaft omdat hij het echte leven niet aankan, een vader die zijn dochter voorover laat bukken en dan op haar losgaat met zijn leren riem. Dit is het grote kwaad in The Black Phone, niet zozeer De Grijper (Ethan Hawke) die rondrijdt in een zwart busje en die gekleed in een clownspak en met ballonnen in de hand kinderen lokt en vervolgens martelt en vermoordt in de kelder van zijn huis. De Grijper staat voor al die mislukte mannen in de film, vaders die vervuld zijn van zelfhaat terwijl hun kinderen, borrelend van levenslust, álles prachtig vinden ondanks al het duister om hen heen.

Derrickson voelt wat de kinderen voelen en door zijn regiekeuzes kunnen wij dat ook. De kinderen zijn geobsedeerd door het sciencefiction-blad Starlog, de tv-serie Emergency! en films kijken bij de drive-in (Enter the Dragon, The Texas Chainsaw Massacre). We zijn in 1978. Vijf jaar eerder was Saigon gevallen, een jaar later gevolgd door het Watergate-schandaal. Het stadje waar de twaalfjarige Finney (Mason Thames) woont met zijn iets jongere zus Gwen (Madeleine McGraw) reflecteert die grimmige tijdgeest. Hun vader is Jeremy Davis, een acteur die altijd gestoorde figuren speelt (als je hem ziet, dan weet je meteen wie het is). Subtiel laat Derrickson zien hoe de kinderen van hun vader blijven houden, ondanks het zuipen, de mishandelingen en de desinteresse in hun leven.
Dan verdwijnt Finney in het zwarte busje van De Grijper. En belandt hij in de kelder waar het bovennatuurlijke zich opeens manifesteert: met een zwarte telefoon aan de muur van de kelder kan Finney communiceren met eerdere slachtoffers van De Grijper. Ook blijkt Gwen helderziend. In de zoektocht naar Finney zet ze haar gave in, maar geen volwassene die gelooft dat ze in haar dromen ziet wat er echt aan de hand is. Ten einde raad gaat ze bidden: ‘Jezus, wat de fuck! Misschien ben je niet eens echt.’ Dit tekent de machteloosheid van kinderen die zoals JonBenét Ramsey in onze wereld weerloos zijn tegen het cynisme van mannen die maar een ding kennen: geweld.
Te zien vanaf 28 juli